Fors belasting betalen bij een lagere melkprijs gaat problemen geven, maar dat is overkomelijk. Erger is de oplopende achterstand in investeringskansen ten opzichte van andere grote melkveelanden.
De melkmarkt staat onder druk. De prijs op de spotmarkt is in een paar weken tijd een dubbeltje gedaald naar net boven de 30 cent. Veelal volgt de effectieve markt de spotmarkt met een vertraging van een maand of vier. Bereid je dus maar voor op onheil.
Afglijden richting 35 cent in juni ligt voor de hand. Cono-directeur Wim Betten is er in een interview duidelijk over: ‘45 cent is nu al een reëlere melkprijs dan de huidige 60’. -Vertrekkend- FrieslandCampina-topman Hein Schumacher stelde recent in Brussel dat de Nederlandse melkprijs de komende jaren structureel hoog blijft. Maar hij ontwijkt elke vraag over de melkprijs op de wat kortere termijn. Dat is geen goed teken. In Duitsland klinkt al een roep om een prijs-vangnet. Ga er dus maar vanuit dat het speelveld op korte termijn verandert; ondanks dalende (grondstof)kosten zijn krappe, mogelijk zelfs negatieve marges op komst.
De fiscale winst over 2022 is hoog. Dat resulteert in een stevige belastingaanslag, vaak boven € 40.000. En die landt op de deurmat op het moment dat de melkprijs fors lager is. Accountants voorzien dat veel veehouders dan naar de bank moeten om de aanslag te kunnen voldoen. Er is onvoldoende op geanticipeerd en voor gereserveerd. Dat beeld komt ook op uit de enquête die Melkvee100Plus onder lezers uitvoerde. Slechts een derde ervan heeft goed zicht op de hoogte van de aanslag, minder dan de helft heeft ervoor gereserveerd.
Niet alleen in Nederland is goed verdiend in 2022. In alle landen die fors zuivel exporteren, was het bingo. De Ier in de buitenlandreportage hield bijna 8 ton over aan zijn 450 koeien. Melkprijs ongeveer de Nederlandse, gekoppeld aan een kostprijs waar wij alleen maar van kunnen dromen. Dan gaat het heel hard!
Ook in Duitsland gaat het erg goed. Ik was eind januari op een bedrijf tussen Bremen en Hamburg. Het was in 2015 uitgebreid met 450 koeien en melkt nu rond 750 koeien. In april gaat de schop de grond in voor de volgende uitbreiding met 300 koeien. Bouwkosten € 3,5 miljoen, inclusief vee, wat voorraden en reeds begrote aanloopverliezen. Wie in Nederland – als hij al vergunning ervoor krijgt – zo hard wil groeien, moet veel meer investeren. De fosfaatrechten nekken je! Voor 300 koeien bij, zoals die Duitser, gemiddeld 11.500 kilo melkproductie is 15.000 kilo fosfaat nodig, ervan uitgaand dat de jongveeopfok elders gebeurt. Tegen € 130 per kilo moet alleen daarvoor al bijna € 2 miljoen worden opgehoest. Nu zal het bouwen in Duitsland een fractie duurder zijn dan in Nederland, maar eerlijk is eerlijk, Nederlanders hebben wel de neiging wat luxe te bouwen. Het vee kost hetzelfde. De achterstand blijft € 1,5 tot € 2 miljoen en daar is lastig tegenop te boxen.
In alle grote melkveelanden is uitbreiding eenvoudiger en veel goedkoper dan bij ons. Daardoor gaat het speelveld veranderen. Niet van vandaag op morgen. Maar over tien jaar zijn de veehouders elders een flinke slag harder gegroeid dan in Nederland. We zijn al geen kostprijs- of margekampioen meer en dreigen nog verder af te zakken op de ranglijsten. Individueel blijven we toppers, maar als sector steeds minder leidend.