De kostprijs stijgt fors, terwijl de afzet van dagverse melk slinkt. Waar blijft Joris Driepinter?
Peperduur, dat is groei in de melkveehouderij al decennia. In de hoogtijdagen van het quotumstelsel kostte een extra koe een kleine € 20 mille aan productierechten. Nu volstaat € 6.000 om 10.000 kilo productiestijging op te vangen of om een extra koe te mogen melken.
Het rendement van zo’n hoge investering in extra koeien is marginaal. Geen wonder dat melkveehouders steeds meer en met opener blik kijken naar andere activiteiten. De opkomst van recreatie, zorg, dagverblijven en vooral energieopwekking op melkveebedrijven is immens. Ruim een derde van de melkveehouders heeft een branchevreemde tak die ook nog eens prima rendeert. Als je loonwerk voor derden ook meetelt, dan ga je al richting de helft van de bedrijven. Daarin is Nederland wel een buitenbeentje binnen de grote melkveeregio’s. In Ierland, Duitsland en Denemarken zet juist de specialisatie, schaalvergroting en ontmenging door. Hier groeien de inkomsten van neventakken harder dan die uit de melkveehouderij. Het risico is dan dat de hoofdtak de neventak wordt en op termijn stopt wegens te weinig focus en omvang.
Wie zijn heil niet zoekt in neventakken, maar puur op melkproductie koerst, ziet een oplopende kostprijs. Die komt niet alleen uit regelgeving. Inflatie en dure grondstoffen werken ook negatief uit. Ja, de grondstofprijzen zijn alweer gedaald tot pre-Oekraine-niveaus, maar ze blijven nog ruim boven het langjarig gemiddelde. Accountants gaan ervan uit dat de kostprijs structureel gestegen is, dat de kritische melkprijs de komende jaren ruim boven 40 cent per kilo blijft. Dat is dan vijf tot acht cent hoger dan in 2021. Dat is geen probleem als de melkprijs maar blijft zoals in het topjaar 2022. Maar helaas, extra productie bij dalende consumptie drukt de melkprijs gestaag naar beneden. Die melkprijs ligt nu voor de helft van de melkveehouders beneden break-even.
De marktberichten en -vooruitzichten zijn niet bijster hoopgevend. Toch is er een lichtpuntje: de spotmarkt trekt aan. Die bereikte half mei de bodem op € 25 en zit nu alweer een tientje hoger. De trend in de spotmarkt loopt drie tot vier maanden voor op de prijs die zuivelfabrieken hun toeleveranciers betalen. Dat zou betekenen dat eind augustus het dieptepunt bereikt is, met prijsherstel vanaf oktober. Ondertussen zitten de eerste veehouders al in liquiditeitsproblemen. Dan vraag je je toch af hoe dat kan na een fantastisch 2022.
En dan hebben we nog de zuivelvervangers. Ondanks reclamebudgetten en een positieve pers blijft het effect ervan gering. Een nichemarkt, zeker niet de grote sloper van zuivel zoals gevreesd werd. De consumptie van dagverse melk is tanend, maar niet wegens extreem marktverlies aan de haver- en sojamelkjes en andere hippe zuivelvervangers. Die hebben minder dan 5% van de markt voor zuiveldrinks veroverd en hun opmars stagneert. De consumptie van dagverse zuivel daalt in de hele westerse wereld. Ze is een gevolg van een rijk aanbod aan alternatieven, frisdranken en watertjes, die fors met reclames worden ondersteund. Generieke reclame voor melk is er niet meer. Joris Driepinter wordt node gemist.