Doorgaan naar artikel

Gebruikte melkrobots veroveren vaste plek in melkveehouderij

Gebruikte melkrobots hebben een vaste plaats veroverd. Daarbij zijn sommige modellen niet aan te slepen. De lagere investering is vaak doorslaggevend, maar verschillen in kwaliteit en prijs zijn groot.

Sinds de melkrobot eind jaren negentig de intrede deed, zijn er tientallen modellen op de markt gekomen. Gezien de hoge investering en relatief gemakkelijke mobiliteit is de afgelopen decennia een levendige handel in gebruikte machines ontstaan. Op die manier krijgt een deel van de oudere modellen een tweede leven op een ander bedrijf.

Er zijn geen betrouwbare cijfers, maar volgens schattingen van leveranciers is zo’n 15 tot 20% van alle geplaatste robots een gebruikte. Vorig jaar zijn volgens de stichting KOM 670 melkrobots geplaatst. Dat zou dus gaan om grofweg 100 tot 135 gebruikte systemen. Niet verrassend worden in slechte economische jaren meer gebruikte robots geplaatst dan in jaren dat er top is verdiend.

Een merk met jarenlange ervaring is DeLaval. “Onze dealers verkopen veel gebruikte robots”, aldus verkoopleider Stefan Schulte. “Ze doen een volledige revisie, zodat de robot een nieuwe start maakt met betrouwbare functionaliteit.” Hij noemt het een voordeel dat oude en nieuwe modellen te combineren zijn en te updaten naar de laatste softwareversie.

Schulte ziet dat voor het nieuwe model (V300) een echte vraagmarkt is. “Oudere modellen zijn er voldoende.” Deze worden door dealers herplaatst of door DeLaval teruggenomen voor recycling. De ondergrens ligt voor Schulte bij robots van voor 2007.

Lagere aanschafprijs

De belangrijkste reden voor een veehouder om een gebruikte robot te kopen, is vanzelfsprekend de lagere aanschafprijs. Het verschil met nieuw is groter naarmate robots ouder zijn en/of modellen meer verouderd zijn qua techniek en prestaties. Gemiddeld is een gebruikte robot de helft goedkoper, maar verschillen variëren van zo’n 30% tot 70% van de nieuwwaarde. Maar ook in de range zitten uitschieters: de absolute onderkant zit tegen de oudijzerprijs aan, terwijl een robot aan de bovenkant niet veel goedkoper is dan een nieuwe. Bij een bijplaatsing zijn de kosten lager, omdat een deel van de installatie al aanwezig is.

Een bijkomend voordeel is dat een gebruikte machine doorgaans goed in te passen is bij een uitbreiding en beter aansluit bij de bestaande situatie. Ook zijn er meer keuzemogelijkheden in model, leeftijd en leverancier.

Nadelen zijn er ook. Doorgaans hebben verouderde modellen een lagere capaciteit, net als een hoger energieverbruik en een minder geavanceerde werking. De kans op storingen is groter en onderhoudskosten kunnen hoger liggen. Verder is er het risico dat de fabrikant het systeem niet de volledige gebruikstijd blijft ondersteunen met software-updates. Een en ander hangt vanzelfsprekend af van afspraken rondom garantie en onderhoud die met de partij die verkoopt en/of het onderhoud pleegt zijn gemaakt.

Vergelijkbaar met nieuwe

Veehouders kunnen op tientallen plaatsen terecht voor gebruikte melkrobots. De meeste merkdealers hebben een actueel aanbod, er zijn gespecialiseerde handelsbedrijven en online platforms, zoals Traktorpoolhttps://www.traktorpool.nl/gebruikt/a-Melktechniek–Voederautomaten/17/b-Melkrobot/126/ en Marktplaats. In principe functioneert de gebruikte robotmarkt redelijk lokaal, maar er worden ook robots over Nederland en zelfs Europa verplaatst.

Een rondje langs leveranciers van melkrobots laat zien dat ze allemaal in meer of mindere mate gebruikte modellen aanbieden. “We zien een groeiende markt naar gebruikte robots”, aldus Marcel Hendriks, area sales manager bij Lely. “Dat komt ook omdat het vertrouwen in gebruikt is gegroeid.” Ook hij ziet dat technisch goede, relatief jonge robots het meeste in trek zijn. Voor die categorie is zelfs niet altijd in de vraag te voorzien.

Volgens Hendriks worden als tweedehands modellen vooral de A3 en A4 verkocht; af en toe de nieuwste A5. Lely biedt voor A4 en A5 de mogelijkheid voor een premium categorie onder de naam Taurus Certified. Deze robots krijgen naast een revisie de laatste softwareversie en een jaar fabrieksgarantie. “Daardoor zijn ze qua werking, gebruiksmogelijkheden en service vergelijkbaar met een nieuwe.”

‘Nog jaren te melken’

Een kleinere speler op de robotmarkt is Boumatic/SAC. Het heeft vier jaar geleden een herstart gemaakt in die markt, aldus directeur Ruud Schentler. Daarbij werken de Nederlandse dealers samen met collega’s uit met name Duitsland en Frankrijk.

Sinds de fusie is de ontwikkeling van de Futureline van SAC gestopt en gaat de Gemini van Boumatic door. “Met de Futureline is nog jaren te melken en ze krijgen updates. Ontwikkeling vindt er niet meer aan plaats.” Gebruikte robots zijn wel te plaatsen, maar de houdbaarheid is beperkter. Volgens hem zijn alle gebruikte robots van BouMatic te updaten naar de nieuwste techniek.

Schlenter ziet dat er meer ruimte is voor gebruikt dan dat er nu robots zijn. Hij benadrukt wel het belang om voldoende nieuwe te kunnen plaatsen, omdat daar de innovatie vandaan moet komen.

Ook GEA heeft een keuze gemaakt om de MIone-melkrobot uit te faseren ten gunste van de Dairy Robot 9500 (voormalige Monobox). Klanten krijgen de mogelijkheid de robot versneld te vervangen. “In de meeste gevallen worden ze niet hergebruikt”, zegt productspecialist Jan Henk Morsink. “Het kan wel, maar vroeg of laat zal de ondersteuning verminderen.”

In het gebruikte segment ligt volgens Morsink de nadruk op de Monobox/9500. “We hebben meer vraag dan aanbod.” Toch is hij voorzichtig met ze uit het buitenland te halen en ziet dat vaker voor nieuwe robots wordt gekozen. “Het verschil met jong gebruikte robots is niet zo groot, zeker als je de installatiekosten meetelt.”

Correcte prijs bepalen

Naast de merkdealers zijn ook handelsbedrijven een partij voor gebruikte robots, zoals Horst Handel uit Garnwerd (Gr.). Het bedrijf haalt en verkoopt robots in heel Europa, via dealers en rechtstreeks van en naar melkveehouders. Toch wordt de dealer er uiteindelijk altijd bijgehaald, aldus eigenaar Guido Horst. “We willen geen discussie en de installatie en service verloopt in Nederland toch bijna altijd via de dealer.”

Hij handelt in alle modellen robots, mits ze tot de nieuwere generaties behoren. Oudere modellen vinden vaak toch nog een bestemming in het buitenland maar voor robots van 20 jaar en ouder rest er vaak weinig anders dan opbrengst van oud ijzer en misschien vervangen onderdelen. Dat veehouders bij hem kopen en niet bij de dealer heeft volgens Horst te maken met het bredere aanbod. “We zoeken in meerdere landen en kunnen altijd leveren.”

Een correcte prijs voor een robot bepalen is niet eenvoudig. Het hangt onder andere af van vraag/aanbod, de leeftijd, technische staat en het model zelf. “In het algemeen zijn jonge modellen waardevast maar, zonder een naam te noemen, blijven van één merk bijna alle modellen goed aan prijs.” Aan de andere kant verliezen modellen die door de leverancier van de markt worden gehaald snel hun waarde.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin