De Brit Mark Holliday verkocht in 2001 zijn melkveebedrijf en startte op een verlopen bedrijf in Zuid-Afrika. Daar melkt hij nu 900 koeien met lage kosten. Om te kunnen groeien startte hij in 2011 met 11 anderen een eigen zuivelfabriek. Hij heeft zijn oog nu gericht op Zambia.
In 2001 verkocht Mark Holliday zijn boerderij Engeland en kocht Sunnyside Farm in Jeffreys Bay, Zuid-Afrika. Daar melkt hij met zijn gezin nu 900 koeien op 840 hectare, waarvan 115 geïrrigeerd. “Het bedrijf was nogal vervallen toen we het kochten. De teeltaarde is dun, rotsachtig en weinig vruchtbaar. Maar de prijs-kwaliteitverhouding was goed.”
De 900 koeien zijn allemaal een Jersey x Holstein kruising. Het zijn lichte koetjes, krap 450 kilo. Ze zijn goed voor een gemiddelde opbrengst van 6.500 liter per jaar met 4,35% vet en 3,65% eiwit. “We zitten in een studiegroep met vergelijkbare bedrijven”, zegt Mark. “Op basis van productie per 100 kg levend gewicht zijn onze koeien het beste onder onze omstandigheden. We zien op ons bedrijf dat de grotere koeien moeite hebben in de hitte. Ze worden snel uitgeselecteerd, vooral wegens een slechte vruchtbaarheid.”
Eenvoudig fokkerijsysteem
Sinds de emigratie werkt Mark volgens hetzelfde eenvoudige fokkerijsysteem. Hij gebruikt de rassen Jersey en Holstein, omdat deze de grootste keuze aan stieren bieden. Voor het gemak bij afkalven worden alle vaarzen met Jersey geïnsemineerd.
De veehouder gebruikt uitsluitend stieren waarvan minimaal 1.000 dochters zijn ingeschreven en selecteert daaruit op uiers, benen en benen. “Alles wat op een Jersey-koe lijkt, wordt naar Holstein gefokt, anders wordt Jersey gebruikt”, zegt Mark. “Bij de koeien ligt de verhouding rond de 70 procent Jersey en 30 procent Holstein.”
Het bedrijf ligt dicht bij de kust, de regio heeft een gematigd zeeklimaat met warme zomers. De koeien weiden jaarrond. Driekwart van de koeien kalft af in de wintermaanden juli en augustus, een kwart in maart en april. “Door de hoge veedichtheid ten opzichte van de opbrengst van de grond, moeten we ruwvoer bijvoeren op de weiden.”
De melkkoeien lopen in één groep. Ze worden gemolken in een 2×40 swingover visgraat melkstal. “Draaimelkstallen zijn hier erg in de mode, maar ik geef de voorkeur aan de eenvoud van een visgraat”, zegt Holliday. “Arbeid is hier namelijk geen enkel probleem.” Zijn bedrijf heeft 15 medewerkers en twee assistent-managers in dienst. De meeste medewerkers zijn ongeschoold en krijgen het minimumloon van ongeveer €1,25 per uur.
Eigen zuivelfabriek
De melk gaat naar Coega Dairy in Port Elizabeth. Die fabriek is tien jaar geleden opgericht mede door Holliday. “Er was destijds onvoldoende verwerkingscapaciteit in onze regio. We konden daardoor niet in productie groeien. Daarom hebben we met een groep van 12 melkveehouders een fabriek gestart die UHT-melk en kaas produceert voornamelijk voor een keten van afhaalpizza-bedrijven. Omdat UHT-melk een commodity is, kunnen we nooit een topmelkprijs verwachten. We hebben echter geen quotum en kunnen naar believen groeien en seizoensgebonden produceren, al geldt daar wel een korting op de melkprijs op.”
Marks geïrrigeerde weilanden bestaan uit Kikuyu-gras en Engels raaigras. Dat levert, als er voldoende water is, meer dan 20 ton droge stof per hectare per jaar op. Het niet-geïrrigeerde weiland is momenteel allemaal beplant met luzerne. De productie varieert sterk met de regenval en ligt doorgaans tussen de drie en zeven ton drogestof per jaar.
60 procent drogestof aankoop
De koeien krijgen in de melkstal krachtvoer op basis van maïs. In de weide krijgen ze ingekuilde snijmais, luzerne, triticale, bierbostel en cirtuspulp bijgevoerd. “Normaal gesproken komt 40 procent van de droge stof uit vers gras, de rest is bijvoeding”, zegt Mark.
De lijst met uitdagingen is voor Mark behoorlijk lang. “Volgens het nieuws zijn aanvallen op boerderijen en misdaad in het algemeen de grootste problemen. Onze belangrijkste items zijn echter de stijgende kosten en stagnerende melkprijzen, vooral omdat de werkloosheid boven 50 procent is en de consumenten zich geen melk kunnen veroorloven. Momenteel is het elektriciteitsnet van ons land aan het instorten, wat elke dag leidt tot urenlange stroomuitval. We hebben daarom zonnepanelen geplaatst. Dat werkt in combinatie met een dieselgenerator prima.” De hoge dieselprijzen maken oppompen van water voor irrigatie nu extreem duur.
Mark houdt, naar eigen zeggen, van technologie. “Maar alleen waarvoor we goede ondersteuning kunnen krijgen. Melkvee-managementsystemen zijn breed beschikbaar en worden over het geheel genomen prima ondersteund. Het volgende op mijn verlanglijstje is activiteiten-monitoring om meer grip te krijgen op de vruchtbaarheid en gezondheid. We maken ook op grote schaal gebruik van grondscans en alle kunstmest en kalk worden met gps-ondersteuning aangewend.”
De ondernemer hoopt in de toekomst zijn activiteiten uit te breiden naar Zambia. Hij neemt deel in twee partnerships die nieuwe locaties voor melkvee van start tot finish ontwikkeld hebben. “Wanneer zich kansen voordoen, kijken we ernaar. De enorme stijging van de grondprijzen heeft Zuid-Afrika in de afgelopen jaren veel minder aantrekkelijk gemaakt. We hebben nu een stuk land in Zambia verworven waar we maïs en soja verbouwen. Het uiteindelijke doel is om daar te gaan melken, omdat Zambia een enorm tekort aan melk heeft.”