Door drie keer per dag te melken kunnen melkveehouders meer melk uit een koeplaats halen. Vaak vergt dat echter wel extra arbeid. Die meerkosten laten het economisch voordeel omslaan in een nadeel.
Een beperkt aantal melkveebedrijven melkt drie keer daags of heeft dat gedaan. De reden is simpel: een extra melkbeurt levert snel 10 procent extra melk. Sinds het wegvallen van het quotum staat driemaal daags melken weer in de belangstelling, zeker bij grote bedrijven. Want binnen de bestaande stal is zo meer melk te produceren.
Het belangrijkste nadeel van driemaal daags melken is de arbeid. Dat is dé reden dat velen die er ooit mee begonnen, er toch mee zijn gestopt. Zeker op kleine bedrijven zonder personeel is het een aanslag op het (privé)leven van de ondernemer. Succesvol langdurig zo werken lukt, zo blijkt, vooral bij aanwezigheid van voldoende flexibiliteit van arbeid binnen een gezin en bij bedrijven die al met personeel werken.
Hogere melkproductie
Over de gevolgen van een of meer melkbeurten per dag zijn internationaal meerdere onderzoeken bekend. In de regel stijgt bij zowel geautomatiseerde als conventionele melksystemen de melkproductie als koeien vaker worden gemolken. Het eiwit- en vetpercentage daalt, vooral bij nieuwmelkte koeien. Driemaal daags melken heeft in beginsel een positief effect op de uiergezondheid en het celgetal.
Om betrouwbare cijfers onder Nederlandse omstandigheden te krijgen, heeft Henk van Dijk, bedrijfskundige melkveehouderij bij Flynth, in het Flynth-klantenbestand gekeken naar de verschillen tussen automatisch melken (dus meer malen per dag) en traditioneel tweemaal per dag. In combinatie met internationaal onderzoek komt hij op een gemiddelde toename van de melkproductie per koe van 8.200 naar 9.102 kilo. Het eiwitgehalte daalt 0,06 procentpunten, naar 3,46 procent; het vetgehalte daalt 0,07 procentpunten, naar 4,38 procent. Door de lagere gehalten, daalt de melkprijs € 0,52, naar € 34,77 per 100 kilo melk. Dit is gebaseerd op het meerjarig gemiddelde. De belangrijkste uitgangspunten staan in de tabel Hogere inkomsten hieronder.
Bij de gekozen uitgangspunten stijgt de melkopbrengst minus voerkosten bij driemaal daags melken. Ook andere kosten stijgen echter, waardoor het resultaat onder de streep negatief is. Vooral als arbeid moet worden ingekocht, slaat het voordeel om in een nadeel.
Ook voerkosten stijgen
De belangrijkste variabele kostenpost die stijgt bij drie keer daags melken, is die van voer. Om de voerstijging te berekenen, is met de Kringloopwijzer de voederbehoefte doorgerekend. Op basis van de hogere productie en lagere gehalten, stijgt de meemelkproductie met afgerond 10 procent. Deze wordt in deze berekening volledig ingevuld met krachtvoer, namelijk 45 ton per jaar voor honderd koeien. In de praktijk kan een deel van de extra voervraag uit ruwvoer bestaan.
Op basis van de uitgangspunten is het op niveau van voersaldo interessant om drie keer per dag te melken; het bedrijfssaldo stijgt met € 13.600 naar € 225.100 per jaar. Wel moeten meer kosten worden gemaakt om die extra’s kilo’s melk te produceren. Melkmachinekosten stijgen door meer energie, water, reinigingsmiddelen en onderhoud. Ook kosten voor de melkcontrole liggen op een hoger niveau, evenals de kosten voor mestafzet.
Veruit de grootste extra kostenpost is die voor arbeid. In de berekening is geteld met een tarief van € 24 per uur. Dat is ongeveer het niveau dat via een uitzendbureau gerekend wordt. De netto extra melktijd per dag is 1,5 uur; door de derde melking wordt op de andere twee melkbeurten bespaard, maar er moet wel drie keer worden gereinigd.
Op jaarbasis kost arbeid in dit voorbeeld € 13.200. Opgeteld zijn de extra kosten € 18.500. Zo resteert een negatief saldo bij driemaal daags melken van € 4.900.
In situaties dat veehouders de arbeid zelf invullen, ziet het er economisch anders uit (niet in de tabel). De extra opbrengst gedeeld door het aantal extra uren levert een uurvergoeding op van afgerond € 15 per uur. Melkveehouders moeten zelf beoordelen of ze dat bedrag voldoende vinden voor de extra inspanning.
Andere voer- en melkprijzen
In de tabel Zonder arbeidpositief saldo is een aantal aanpassingen gedaan in de uitgangspunten en het effect op het saldo berekend. De veranderingen hebben maar beperkt invloed op de uitkomst. Als de arbeidskosten met € 5 per uur dalen, is het effect € 2.750 op het saldo. Dan is het voordeel van twee keer daags melken nog altijd € 2.150. Alleen als de arbeidskosten worden geschrapt, ontstaat een voordeel van € 8.300 op jaarbasis.
Interessant zijn de hoogte van de voer- en melkprijs. Drie keer daags melken is geen keuze die voor het leven wordt gemaakt; melkveehouders kunnen met de maatregel inspelen op veranderende prijzen. In tijden van hoge melkprijzen en/of lage voerprijzen, is het relatieve voordeel immers groter.
Melkveehouders die drie keer daags melken overwegen, moeten volgens Van Dijk wel rekening houden met bijkomende consequenties. Verplichtte zes uur weidegang voor de weidegangpremie is moeilijker inpasbaar als de koeien drie keer per dag gemolken worden. Ook is het bedrijf afhankelijk van de beschikbaarheid van extra arbeid, en daarmee kwetsbaar. Bovendien kunnen de kosten per melkbeurt hoger uitvallen als het maar korte perioden zijn dat iemand moet komen.
Verandering van een aantal uitgangspunten maakt het economische nadeel van drie keer per dag melken minder groot. Verlagen van arbeidskosten met € 5 per uur tikt door, maar het resultaat is nog negatief. Alleen als er geen arbeidskoten worden geteld, slaat het nadeel om in een voordeel van € 8.300 per jaar.