Doorgaan naar artikel

Afwijkend koegedrag is een signaal

Op grote melkveebedrijven kunnen camera’s groepen koeien bewaken en het management verbeteren. “Continu monitoring is waardevol, maar je moet er wel naar handelen”, zegt Joep Driessen, directeur van CowSignals.

Als het aantal koeien toeneemt, is het lastig voor de veehouder om goed overzicht te houden. Sensortechnologie voor monitoring van individuele koeien helpt daarbij. Maar Amerikaanse melkveehouders met grote bedrijven twijfelen daaraan. Dat blijkt uit een recent artikel in het tijdschrift Bovine Veterinarian.

In de VS is 55% van de melkkoeien gehuisvest op bedrijven met meer dan 1.000 koeien en bijna 200 melkveehouders melken 5.000 koeien of meer. Het monitoren van individuele dieren en ze behandelen, is blijkbaar een probleem omdat het vinden van mensen om dit te doen moeilijk is. In de Verenigde Staten zien ze daarom meer heil in slimme camera’s, die groepen koeien continu monitoren.

Veehouders kunnen via de camerabeelden veranderingen in kuddegedrag signaleren, die al waarschuwingen afgeven voor het identificeren van problemen. Daarmee zijn problemen te voorkomen, in plaats van ze op te lossen voordat ze bestaan. Aidan Connolly, de auteur van het artikel ‘The power of the pen’ ofwel de kracht van de groep, zegt hierover: “Groepsstatistieken zijn het beste systeem voor vroegtijdige waarschuwing om problemen met de gezondheid van koeien te voorkomen.”

Lichaamstaal van koeien

Kijken naar koesignalen speelt bij CowSignals Training Company ook een grote rol. En vooral hoe veehouders dit kunnen vertalen naar dreigende problemen met de gezondheid van hun koeien en hoe ze hier met hun management tijdig op in kunnen spelen. “Bij meer dan 200 tot 300 koeien helpt moderne techniek in koemonitoring. Want je kunt niet alles meer overzien, zeker als met meer mensen wordt gewerkt”, zegt Joep Driessen, dierenarts en directeur van Cowsignals. Hij is samen met 500 mensen actief met trainingen CowSignals in 66 landen. Driessen vindt dat koemonitoring op groepsniveau aanvullend werkt op sensortechnieken die het gedrag van individuele koeien registreren. “Beiden zijn belangrijk. Bij monitoring op koppelniveau haal je met een helicopterview de grote fouten eruit. Bijvoorbeeld als je ziet dat een groep koeien niet gaat liggen of dat er bijna geen koeien aan het voerhek komen vreten, klopt er ergens iets niet aan de huisvesting of het rantsoen, waar je dan op in moet zoomen. Van groot naar klein en dan weer terug naar het grote geheel.” Daarnaast kan een individuele koe afwijken van het gemiddelde, bijvoorbeeld veel minder lopen. “Observeer dan op de video het loopgedrag van deze koe. Waarschijnlijk zie je dan dat de koe kreupel loopt. Kijk dan eens onder de klauw van deze koe en behandel het probleem.”

Maak economie leidend

Connolly stelt dat videomonitoring interessant wordt bij 1.000 koeien. Teun Sleurink, directeur van DairyTuner en partner in Vetvice, is het daar niet mee eens. “Voor bedrijven met 200 koeien is dat ook al nuttig. Groepsmanagement is niet nieuw en kan de winstgevendheid van het melkveebedrijf zeker vergroten”, zegt Sleurink. Daarbij draait het volgens hem om de melkproductie en de droge stofopname van een groep koeien. “Want die bepalen de marge. Elke hap telt, 400 gram extra droge stofopname levert 1 kilo melk extra op. Dus voor pakweg 10 tot 11 cent, krijg je 35 tot 38 cent terug.”

Volgens Sleurink zijn individuele koeien ondergeschikt aan de groep. De focus op individuele dieren beperkt zich tot het juiste moment waarop ze moeten vertrekken. “Die beslissing hangt af van leeftijd, drachtig of niet, lactatiestadium, melkproductie, melkprijs, slachtprijs en prijs van een nieuwe vaars”, zegt Sleurink. Hij stelt dat groepsmanagement de focus verlegt naar economie gebaseerd op de meest belangrijke beslissingstools.

“In Nederland discussiëren we veel over duurzaamheid en weidegang in plaats van dat we de economie leidend maken. Weidegang kost geld, lees: het beperkt de droge stofopname en dat kost vaak meer dan een euro per koe per dag en dat zie ik in de 1,5 cent weidepremie niet terug.”

De technologie die volgens Sleurink nodig is, is een goed geformuleerde koe-waarde in het managementpakket en een voermanagement, die niet alleen de droge stofopname vastlegt, maar ook helpt om dat te optimaliseren. Onder ander door via camera’s de hoeveelheid voer aan het voerhek en de vreettijd van de koeien te monitoren. Driessen vindt ook dat de voergang altijd vol moet liggen met vers voer, ook ’s nachts. “De voeropname van droge koeien vermindert al als je niet elke dag vers voert. Melkkoeien moet je twee keer daags vers voeren. Schuif het voer ook vaak genoeg aan om de voeropname te stimuleren.”

Resultaten verbeteren

Driessen ziet dat er nog veel te halen is in de melkveehouderij. “Zo lang de problemen met klauw- en uiergezondheid nog te groot zijn, weet je dat de inrichting van stallen en voeding vaak nog niet genoeg zijn aangepast aan de behoefte van de koe”, stelt Driessen. Hij is groot voorstander van moderne technologie om koeien te managen. Koegedrag volgen, is belangrijk en camera’s en sensoren helpen daarbij. Maar de basis voor koegezondheid en productie is een goede huisvesting. “Begin daar eerst mee door jezelf te scholen, zodat duidelijk is wat de koe nodig heeft. Als dat op orde is, investeer dan in technologie om grotere koppels te managen”, zegt Driessen.

Driessen heeft onderzocht wat koeien nodig hebben (zie kader Minder zieke koeien als je weet wat de koe wil). Als de koe krijgt wat ze wil, krijgt de ondernemer ook wat die wil. “Namelijk minder ziekte, meer melk, hogere arbeidsefficiëntie en minder sores door minder kreupele koeien en minder mastitis”, stelt Driessen. Daarnaast scheelt het veel rendement als koeien van 3,5 naar 5 lactaties gaan en dat reduceert ook de methaanemissie met 30%. Het genereren van extra informatie via camera’s en sensoren is niet voldoende. “Het gaat er vooral om wat de veehouder er in zijn management mee doet”, vindt Driessen. “Vanuit de MPR krijg je ook al zinvolle informatie, zoals welke koe ketose heeft. Maar als je daar niks aan doet, heeft deze koe volgende week nog steeds ketose. Wat je ziet aan koeien of kunt meten, moet je ook gebruiken om te verbeteren, anders verandert er niets.”

Speel in op wat de koe nodig heeft

Volgens Driessen is het voorkomen van zieke koeien mogelijk door te zorgen voor een optimale huisvesting en voeding. CowSignals ontwierp in 2006 de ideale ligboxenstal voor de koe met zandligboxen, melkrobots en automatische selectie. “Voor gezonde koeien die lang meegaan moet een stal aan drie voorwaarden voldoen. Een ligplek per koe met een zacht ligbed, een stressvrije afkalflijn en een vreetplek per koe. Naast voldoende licht, lucht en water”, zegt Driessen. “Een volgende stap is rubber achter het voerhek om de klauwen te ontzien. Als koeien 6 uur per etmaal ongestoord kunnen vreten en minimaal 14 uur comfortabel kunnen liggen, zie je geen zieke koeien meer.”
In de CRV-lijst met de hoogte producties qua liters en hogere levensduur komen melkveebedrijven met het stalontwerp van CowSignals er goed uit. De eerste twee bedrijven met meer dan 15.000 kg melk per koe hebben zandligboxen en robots. In de top-10 zijn er vijf met zandligboxen, waarvan drie in de top-3. Uit de analyse van 10 bedrijven waar koeien zijn gehuisvest in Vetvice DairyLogix robotstallen (één vreet- en ligplek voor elke koe en een stressvrije afkalflijn) blijkt dat ze 5% meer melk geven. Daarnaast daalde de vervanging van 29 naar 19% en konden de veehouders met dezelfde arbeid 50 koeien meer melken. Op de website cowsignals.com kunnen veehouders zich opgeven voor twee gratis trainingen in november voor twee extra lactaties.

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin