Doorgaan naar artikel

‘We hebben een top voersaldo gedraaid in 2022’

Vorig jaar was het voersaldo van maatschap Oegema-Wassenaar € 471.390. Het hoogste niveau ooit, dankzij een hoge melkprijs. “Hoe hoger de melkprijs, des te groter het absolute verschil met de garantieprijs”, zegt Maike Oegema. In 2020 was het voersaldo nog € 296.692 en in 2021 was het € 333.842.

Vanaf een afstand is het serredak op de melkveestal van de familie Oegema al te herkennen. Het melkveebedrijf ligt ten noorden van de grote weg tussen Zwolle en Ommen. De maatschap melkt al vanaf 1970 Jerseys op een heide-ontginningsboerderij.

Henk en Rita Oegema zijn de derde generatie op dit bedrijf, Maike Oegema de vierde. “Er verandert momenteel veel”, begint Maike Oegema haar verhaal. “We zitten midden in de verhuizing. Ik ga met mijn vriend Nico op de boerderij wonen en mijn ouders verhuizen naar een nieuwe plek, een eindje verderop.” Maike is sinds 1 februari dit jaar fulltime op het bedrijf, daarvoor werkte ze als nutritionist rundvee bij Agrifirm.

Opa al bekend met efficiëntie van Jerseys

“Mijn opa Teun had op de middelbare landbouwschool geleerd dat Jerseys efficiënte ruwvoerverwerkers zijn. Voor zover we weten was hij de tweede of derde veehouder in Nederland die begon met Jerseys”, vertelt Oegema.

Die efficiëntie is volgens de Overijsselse veehouders nog steeds een hele belangrijke eigenschap van Jerseys. Net als de hoge gehaltes aan vet en eiwit. “Een groot voordeel van Jerseys is de hoge voerefficiëntie. Dit ras heeft minder voer nodig voor de productie van een kilo vet en eiwit dan Holsteins. Ze hebben een goede vruchtbaarheid en in het algemeen goede klauwen. En binnen de fosfaatwetgeving kun je meer kilo’s vet en eiwit afleveren per kilo fosfaat.”

De hoge gehaltes en lage voerkosten van Jerseys leveren een prima verdienmodel op. “Zeker bij een hoge melkprijs, want bij een lage melkprijs is het absolute verschil in melkprijs met de garantieprijs veel kleiner. Dit jaar was ons voersaldo 57 cent, in 2021 was het 35,6 cent en 2020 41 cent.”

Maar de tot dusver gebruikte kengetallen vind Oegema niet geschikt om de prestaties van Jerseys goed te vergelijken met die van Holsteins. “Op basis van meetmelk kun je geen eerlijke vergelijking maken, want hierin komt 8% van de kilo’s vet en eiwit van onze koeien niet terug. Met de huidige standaard is ons bedrijf moeilijk te vergelijken met andere bedrijven. Het is fijn als hiermee in regelgeving rekening wordt gehouden. Zoals bij een mogelijke GVE-regeling of bij de uitbetaling van de KPI-waardering voor bijvoorbeeld uitstoot van broeikasgassen per kilo (meet)melk. Zeker als je hierop afgerekend of beloond wordt. We zijn blij dat we nu deelnemen aan het mooie project Koeien & Kansen om de Jersey in Nederland te vertegenwoordigen”, stelt Oegema.

Ruwvoerbenutting en constant rantsoen

“Wij streven naar een gezonde bodem om goed ruwvoer te produceren en om zo veel mogelijk eiwit van eigen land te halen. Met de teelt van onder andere grasklaver verlagen we de kunstmestgift. Ons doel is een efficiënte verwaarding van ruwvoer door onze Jerseykoeien.”

Met goed management wil Oegema sturen op koeien die vrij probleemloos veel kilo’s vet en eiwit produceren en oud worden. Maike voert het melkvee elke dag een gemengd rantsoen en de droge koeien en pinken eens in de twee dagen. “In de zomer weiden we het melkvee bij voorkeur meer dan 6 uur per dag. Naast vers gras bestaat de bijvoeding op stal uit een mengsel van gras en mais, aangevuld met maismeel, sojaschroot en mineralen. De graskuil is een mix van eerste tot en met vierde snede voor een constante verhouding jaarrond”, zegt Oegema. Indien nodig wordt er ook stro gevoerd.

In de twee melkrobots kunnen de koeien maximaal 6 kilo brok per dag opnemen en de vaarzen maximaal 3 kilo. “De droge koeien krijgen een apart gemengd rantsoen met extra focus op het voorkomen van melkziekte. Naast gras- en maiskuil bevat dit gehakseld stro, soja, water, droogstandsmineralen en anionische zouten.”

Voor het realiseren van een hoge voerefficiëntie streeft Oegema naar gezonde koeien en smakelijk voer. “Ons eigen ruwvoer zo goed mogelijk benutten is belangrijk. Dat doen we onder andere door jaarrond een zo constant mogelijk rantsoen te voeren en scherp te sturen op productie, gehaltes en ureum.”

Zorg voor gezond vee

Gezond vee begint bij de jongveeopfok, waar met name Rita zich mee bezighoudt. “Een goede biestvoorziening en een hoge brixwaarde is als eerste belangrijk. Een Jerseykalf heeft naar verhouding een groter huidoppervlak, waardoor ze sneller warmte verliezen. Daarom krijgen ze eerder een bodywarmer aan.”

De uiergezondheid is op het Overijsselse bedrijf beter onder controle dan een jaar geleden. Onder andere met een strak droogzetbeleid. “En we laten de melk van probleemkoeien bij de dierenarts onderzoeken. Zo weten we of behandelen nut heeft en zo ja, welk type antibiotica waarschijnlijk het beste werkt bij de koe. We behandelen zo nu en dan ook koeien met subklinische mastitis, wat we voorheen niet deden.”

De maatschap zet nu alle koeien droog met een teatsealer, ook als ze antibiotica krijgen. Koeien met een hoog celgetal proberen ze een week eerder droog te zetten. “Momenteel zijn wij tevreden over de gezondheid van de uiers, maar we moeten hier wel focus op houden.”

Wat de klauwgezondheid betreft, hebben de maten een moeilijke periode achter de rug vanwege pittig ruwvoer. Het gaat nu veel beter met extra stro, natriumbicarbonaat en minder krachtvoer. “We houden de transitiekoeien ook goed in de gaten. Ik meet regelmatig de urine-pH om te controleren of we de juiste hoeveelheid anionische zouten voeren. De kunst is om het droogstandsrantsoen zo samen te stellen dat de verse koeien goed opstarten. Want met een uitgebalanceerd droogstandsrantsoen zet je hierin al een belangrijke stap.”

De veevervanging is met 20% laag en de gemiddelde leeftijd van 5 jaar en 2 maanden relatief hoog. “De goede vruchtbaarheid van de Jersey helpt hierin. En we doen koeien niet zo maar weg, want als je ze de kans geeft, kunnen ze ontzettend goed herstellen.”

Verbeterpunten

Oegema noemt meer weiden, meer grasklaver en meer focus op de bodem en ruwvoerkwaliteit belangrijke verbeterpunten. “Door afschaffing van derogatie is het een uitdaging om de grasproductie op peil te houden en genoeg eiwit van eigen land te halen. Binnen Koeien & Kansen hoop ik hierover meer te leren en dat toe te passen in de praktijk. De levensproductie bij afvoer is 31.826 kilo melk en dat willen we verder verhogen. Dit jaar verbeteren we het comfort van de droge koeien met nieuwe matrassen.”

Oegema streeft ook altijd naar verlaging van de milieu-impact van hun melkveebedrijf en let goed op de hoeveelheid eiwit in het rantsoen. “Natuurlijk wel met behoud van inkomsten. Bovenal genieten we van ons mooie vak”, zegt Oegema.

Op de luchtfoto het melkveebedrijf van Oegema. In 1976 is de stalinrichting van de nieuwe stal aangepast op de Jerseymaatvoering. In 2007 is de stal uitgebreid en voorzien van een serredak. Het hekwerk van de melkrobots en de tepelvoeringen zijn ook aangepast op het formaat van de Jersey.
Op de luchtfoto het melkveebedrijf van Oegema. In 1976 is de stalinrichting van de nieuwe stal aangepast op de Jerseymaatvoering. In 2007 is de stal uitgebreid en voorzien van een serredak. Het hekwerk van de melkrobots en de tepelvoeringen zijn ook aangepast op het formaat van de Jersey.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin