
Larson Acres dairy farm in Evansville, Wisconsin (V.S.) heeft 2.900 koeien en 4.000 stuks jongvee op 2.000 ha. Elf familieleden runnen dit familiebedrijf XXL met 50 man personeel. Mike Larson (51) is de general manager. Toen de vijfde generatie waar hij deel van uitmaakt het bedrijf in de jaren ’90 overnam, telde het bedrijf 150 koeien, gehuisvest in een aanbindstal.
De meest recente verdubbelingsslag van de veestapel tot 2.900 melkkoeien ( waarvan zo’n 500 droog) noopte de Larsons tot het bouwen van een nieuwe stal. Groei is niet gratis, ondanks tijden van goede melkprijzen is 25 procent van de vrije verkoopwaarde van het bedrijf gefinancierd.

De nieuwste stal is ruim 400 meter lang en 80 meter breed, telt 8 boxrijen en drie voergangen.

De stal is voorzien van dwarsventilatie die zorgt voor een continue luchtstroom van 10 kilometer per uur over de koeien.

Damwandprofielen tussen de voergangen zorgen ervoor dat de luchtstroom in de stal wordt geremd.

Een padkoelingsysteem zorgt 's zomers voor een aangenaam koel klimaat. De luchtstroom over de koeien weert vliegen.

Alle vaarzen worden genetisch getest, de beste 50 procent wordt geïnsemineerd met gesekst sperma. Mindere dieren worden gekruist met Angus-stieren, hun kalveren gaan naar vleesveebedrijven.

Met gemiddeld 4,2 lactaties gaan de koeien redelijk lang mee, al staat dit getal onder druk door dalende prijzen voor vaarzen en hoge vleesprijzen.
Pas als minimaal 50 procent van de koeien ligt te herkauwen zijn de farmmanagers tevreden. Rust en regelmaat is het devies. Datzelfde geldt voor de samenstelling van de groepen. Grofmazig zijn er twee groepen, eerste lactatie koeien en de rest. De afgekalfde vaarzen lopen de eerste 45 dagen in een groep van maximaal 160 dieren, dat geeft rust binnen de kudde. Daarna worden ze toegevoegd aan de grote groep.
Larson Acres heeft 2 melkstallen in bedrijf waar in drie ploegen 24 uur per dag wordt gemolken. In de nieuwe stal staat een dubbel 24 melkstal, aan de twee oude stallen is een dubbel 22 gekoppeld. Het melken gaat volgens een streng protocol. Zorgvuldigheid in het schoonmaken en pre- en postdippen van de spenen betaalt zich terug in de melkkwaliteit. De gemiddelde gehaltes zijn 3,8 procent vet, 3,2 procent eiwit en een celgetal van 140.000.

Drie keer per dag maakt elke groep het loopje richting melkstal, afhankelijk van de groepsgrootte kan het daar behoorlijk dringen zijn.

De melkstal is in zicht.

Per ploeg werken drie Mexicaanse werknemers, twee in de put en een derde die elke 45 minuten door wisselt.

Elke seconde die de melker per koe extra besteedt, kost 2 uur extra werktijd per dag bij 2.400 koeien die drie keer daags door de melkstal gaan.

De melk gaat vanuit de melkstal door een koeler direct de vrachtwagentrailer in. Per dag gaan er 6 van het erf af à 25.000 liter.
De kalveren hebben de toekomst. Zorg voor de jongste dieren staat bij Larson hoog in het vaandel. Binnen een uur na geboorte worden ze gescheiden van de koe en krijgen ze biest gevoerd. Daarna volgt een rantsoen van gepasteuriseerde melk en water. Na 7 weken worden de boxen omgebouwd van een op een naar duo huisvesting.
Na 8 weken gaan de kalveren naar een andere stal. Daar komen ze in groepen van 10 dieren totdat ze 4 maanden oud zijn. Ze krijgen er een TMR-rantsoen aangevuld met krachtvoer. Doel is een uniform dier dat op 14 maanden leeftijd geïnsemineerd kan worden.

De uitval in de eerste acht weken is slechts 0,25 procent, mede doordat de hokken telkens volledig worden gereinigd en ontsmet.

Hier de groepshuisvesting. De totale uitval inclusief selectie is van geboorte tot inseminatie slechts 1,5 procent.

Met 2.900 koeien en ook nog eens 4 stallen met jongvee is het behoorlijk aanpoten voor de chauffeurs van de voermengwagens.

De chauffeur op de truck heeft een universitair diploma en een eigen verantwoordelijkheid om het rantsoen van dag tot dag te evalueren en bij te stellen.

Losse componenten vullen het ruwvoer aan, alles gaat in de voermengwagen en wordt als één rantsoen voor het voerhek gedraaid.
Larson bewerkt 2.000 ha, waarvan grofweg de helft eigendom is. Dat is genoeg om te voorzien in de eigen ruwvoerbehoefte, maar niet voldoende om alle mest te kunnen plaatsen. Daarom scheidt het bedrijf de mest in een dunne en een dikke fractie en verkoopt het de stapelbare dikke fractie voor compost. De scheiding gebeurt in een grote hal waar het maken van foto’s verboden is. Het zand wordt met 89 procent rendement teruggewonnen voor hergebruik in de boxen.

Een mestmeer vraagt om een full time manager in de persoon van Mikes broer Ed.

De dunne fractie wordt tot over 5 kilometer afstand verpompt. Naar de percelen op grotere afstand gaat de dunne fractie per tanker.

Rennen om de pompen niet lang stil te laten staan, 3 kilometer verderop wordt de mest via een sleepslangbemester in de grond gebracht.

Er gaat 2 keer per jaar 100 kuub dunne fractie op de akkers.
Larson Acres plaatst regelmatig bedrijfsfilmpjes op YouTube. Hieronder Mike Larson over koecomfort.