
Ambewela farms sri lanka
fotografie Hans Prinsen
Het Sri Lankaanse bedrijf Ambewela Farms (eigendom van Lanka Milk Foods) houdt in de bergen nabij Nuwara Eliya 750 koeien op 700 hectare. Op 1.900 meter hoogte is er een goed klimaat voor de melkveehouderij.

Melkvee100plus bracht een bezoek aan dé melkveeregio van Sri Lanka. Die is gesitueerd rondom het dorpje Ambewela, in het midden van Sri Lanka. In dit zuivelgebied zijn overal koeien te zien.

Dit zijn Sarath Bandara (links) en RA Kumararathna. Zij zijn respectievelijk manager en ceo van Ambewela Farms. Dit grootschalige melkveebedrijf telt drie locaties en is eigendom van moedermaatschappij Lanka Milk Foods.

Ambewela Farms bestaat uit drie locaties. Er zijn in totaal 750 koeien, waarvan er 75 droog staan. De totale oppervlakte is 750 hectare, waaronder 250 hectare bos.

Ambewela Farms is in 1942 opgericht als staatsbedrijf. In 2001 is het bedrijf geprivatiseerd en gekocht door Lanka Milk Foods. Tien procent van de aandelen zijn in handen van de 160 werknemers.

De oudste stal is in 1980 gebouwd. met steun van Nederland. De oudgedienden op het bedrijf hebben hun opleiding gevolgd op de praktijkschool in het Friese Oentsjerk.

Op de bedrijfslocaties van Ambewela Farms wordt hoofdzakelijk gewerkt met koeien van de rassen Holstein-Friesian en Ayrshire.

De afgelopen vijf jaar heeft Ambewela Farms al drie keer een uitbereiding gerealiseerd. Er is veel vraag naar melk. Met name yoghurt is ‘booming’ in Sri Lanka. Van kleine boeren wordt ook melk bijgekocht.

De koeien worden driemaal daags gemolken in een visgraat-melkstal.

De koeien produceren zo’n 25 tot 26 liter per dag. Over het hele bedrijf gezien is de productie per dag zo’n 16.000 liter. De dagproductie per koe moet omhoog naar 30 liter, zo is het streven.

Lanka Milk Foods betaalt 85 roepies per liter (bijna 50 eurocent), ook aan externe leveranciers.

De melkinstallatie van Alfa Laval is in 1980 met Nederlands geld gebouwd. Tot op heden werkt de melkstal nog steeds naar alle tevredenheid.

Met zes of zeven arbeidskrachten is het in de melkput een drukte van belang. Verschillende medewerkers zijn bezig met het dippen van de spenen en het onderhangen van de melkstellen. Aan de hygiëne wordt gedacht. Melken gebeurt met handschoentjes aan en met hoofdnetjes op.

Ook in Sri Lanka wordt bijna uitsluitend met kunstmatige inseminatie gewerkt (95 %). Soms wordt de stier van stal gehaald.

Mest vormt hier geen probleem. Alle mest wordt uitgereden op het grasland.

Op de landerijen van de Ambewela Farms staan twaalf windmolens. Die produceren 3 megawatt. Dat is te veel voor eigen gebruik. Een deel van de opgewekte stroom gaat het net op.

Vanwege het gunstige klimaat is de regio rond Ambewela uitermate geschikt voor de melkveehouderij. Het dorpje ligt op 1.900 meter hoogte, nabij Nuwara Eliya. Hier komt de bekende Ceylonthee vandaan. De regio kent twee seizoenen. In het koele seizoen is het 4 graden. In het warme seizoen wordt het zo’n 23 graden.

Het jongvee van de Ambewela Farms loopt buiten. De melkkoeien staan op stal. De pinken lopen buiten op hellingen tussen 20 en 40 graden. Steiler mag niet in verband met erosie.

Arbeid is goedkoop in Sri Lanka. Vrouwen laden hier een ‘opraapwagen’ vol met raaigras, dat op hoopjes bij elkaar is geharkt.

Hier is te zien hoe het gras bij elkaar wordt geharkt. Wat opvalt is het feit dat het landwerk vooral door vrouwen wordt gedaan.

Het raaigras wordt met de hand opgestapeld. Vervolgens wordt het ook handmatig op de ‘opraapwagen’ gelegd.

Raaigras mag van de overheid pas sinds 2001 worden gezaaid. Dat heeft te maken met het risico op insleep van ziekten. Het graszaad is afkomstig uit Australië en moet aan speciale eisen voldoen.

Met behulp van dit soort kleine combinaties wordt het gras van het land gehaald.

Er rijden meerdere kleine combinaties op het heuvelachtige perceel.

In dit perceel wordt om de tientallen bomen heen gewerkt.

Het gras wordt met de hand uitgeladen. Dit gebeurt met name als er te weinig machines zijn of als sommige trekkers gerepareerd worden.

Een van de bedrijfslocaties is opengesteld voor publiek. In het hoogseizoen komen zo’n 10.000 mensen hier een kijkje nemen. Zij komen vaak met busladingen tegelijk. “Deze bezoekers zijn de beste reclame voor onze melkproducten”, zegt bedrijfsmanager Bandara.

Zo ziet de ingang van het boerderijcomplex van Ambewela Farms er uit. Bij ziektes gaat de deur voor bezoekers direct op slot, maar tot op heden hoefde dat nog niet.

Gehuld in kleurrijke kledij zijn deze Sri Lankaanse bezoekers onderweg naar de melkveestal.

De toeristen uit Sri Lanka komen vaak in hun beste kleren een kijkje nemen in de stal.

Nieuwsgierige Sri Lankanen verdringen zich om maar iets van het melken te kunnen zien.

Toegang tot de melkstal is verboden. Met mobiele telefoons worden opnames gemaakt.

De melkinstallatie is ondertussen al 37 jaar oud. Er zijn nog nooit problemen mee geweest.

De bezoekers zorgen soms voor veel drukte. Soms staat er voor de ingang van het bedrijventerrein een file van maar liefst 5 kilometer.

De melk wordt onder meer verwerkt tot kaas. Deze Edammer kazen worden niet voor de plaatselijke detailhandel geproduceerd. Ze zijn bestemd voor de duurdere hotels in de hoofdstad Colombo.

Een Edammer kaas op de plank.

In het melkcafé zijn diverse melkproducten en milkshakes verkrijgbaar. Vers van de pers.

Nimal Karunathilaka drinkt af en toe melk, maar alleen als het in de aanbieding is.

Houdbare melk is in Sri Lanka een stuk duurder dan in Nederland. De melk kost 230 roepies. Omgerekend is dat ongeveer €1,30.