Doorgaan naar artikel

Opnieuw gaan mechaniseren

Na een trend van uitbesteden van werkzaamheden aan de loonwerker investeren sommige melkveehouders weer in eigen mechanisatie. Beter ruwvoer betaalt zich terug, maar het is niet alleen een economische afweging.

Als gevolg van groei zijn op een deel van de melkveebedrijven trekkerwerkzaamheden uitbesteed. Maaien, inkuilen, drijfmest uitrijden en soms voeren zijn klussen die vroeger meestal in eigen beheer gebeurden, maar nu vaker door de loonwerker worden gedaan. De voordelen van besparing op arbeid en niet hoeven investeren in machines wegen dan op tegen een stuk afhankelijkheid en een rekening per activiteit.

Het is echter geen beweging die één richting opgaat; er zijn ook veehouders die de mechanisatie weer terug in eigen hand nemen. Lars Eringfeld, bedrijfsadviseur veehouderij bij Flynth, ziet een belangrijke drijfveer vanuit het najaarsgras. “Veehouders willen dat beter tot waarde brengen en gaan stalvoeren.” Als dat met gebruikte machines gebeurt, hoeft er niet per se ander werk bij gezocht te worden. Maar om een investering in nieuw materieel rond te rekenen, kiest een deel ervoor andere (gras)werkzaamheden zelf te gaan doen.

Rick Hoksbergen, branche-expert melkveehouderij bij Countus, wil het nog geen trend noemen. “Maar het vraagstuk komt wel vaker voor.” Hij noemt vooral het aspect personeel. “Sommige loonwerkers kampen met personeelsgebrek waardoor de werkzaamheden lang moeten wachten.” Het is zeker niet bij alle loonwerkers het geval, maar de voorbeelden zijn er wel. Later dan het ideale moment gras maaien of hakselen, een te kleine capaciteit bij het inkuilen of de mest te laat op het perceel geeft onrust en kan ten koste gaan van een goede opbrengst van dito kwaliteit. Dat bedrijven diverser worden met meer typen graslandbeheer en percelen op afstand maakt het voor een optimale loonwerk-inzet nog wat lastiger. Maar ook sommige grote veehouders investeren om hun mensen te behouden. “Er wordt van alle kanten aan mensen getrokken en door zelf weer te mechaniseren kun je losse medewerkers een vaste baan aanbieden.”

Ook Eringfeld verwacht dat personeelsgebrek bij loonwerkers een factor is, maar ziet ook dat loonwerkers vaker samengaan of samenwerken, mede onder druk van hoge investeringen. Daardoor kunnen ze gemakkelijker aan hun afspraken voldoen. Hij ziet wel dat mede daardoor tarieven stijgen, waardoor het omslagpunt voor eigen mechanisatie gunstiger kan uitpakken. “Kortom, zelf mechaniseren is een optelsom van argumenten waarbij iedereen een eigen keuze maakt.”

Wélke investeringen dat vergt, is voor elk bedrijf vanzelfsprekend verschillend. Het huidig trekker- en machinepark, persoonlijke voorkeuren, de arbeidsfilm over het jaar heen en (on)mogelijkheden van de loonwerker spelen onder andere mee.

Kosten slecht inkuilmanagement

Eén van de redenen om meer zelf te doen is dus op tijd kunnen maaien, kuilen of bemesten. Afwijken van het ideale moment gaat immers ten koste van de opbrengst en kwaliteit van het ruwvoer. Om de gevolgen hiervan in euro’s uit te drukken heeft Mark de Beer van Groeikracht Zuid op basis van praktijkervaring en eigen proeven (zoals in de grafiek hieronder) een indicatie gemaakt wat slecht inkuilmanagement kost. De belangrijkste bevindingen staan in de tabel hieronder.

Zeker afgelopen seizoen bleek volgens De Beer dat vroegheid een bepalende factor is in de ruwvoerteelt. “Veehouders die het gras snel aan de groei krijgen en vroeg maaien hebben het meeste en beste gras binnengehaald. Voor de langste dag hadden die ondernemers al drie keer gemaaid.” Cruciaal in graswinning is voldoende capaciteit benadrukt hij: te veel kost onnodig veel geld maar te weinig kost vaak nog veel meer. “Dit speelt vaak bij de kleinere loonbedrijven of juist bij grote melkveebedrijven die net niet voldoende geïnvesteerd hebben in de hele oogsttrein.”

In deze benadering kost een verlies van 50 VEM en 10 gram DVE per kilo droge stof en productiedaling van 3% bijna € 12.000 in een jaar. Dat kan zelfs oplopen tot bijna € 19.000 bij nog grotere verliezen. Daar komt de doorwerking in de rantsoenen voor de koeien nog bovenop. “Goed ruwvoer geeft ook een hogere opname van droge stof, meer melk uit ruwvoer en lagere krachtvoerkosten.”

Verder kan te laat bemesten en groeidagen missen zo een ton droge stof per hectare per jaar schelen, ziet De Beer. “Dat kost je nog eens zo’n € 200 per hectare. Bij 40 hectare gras kan het totale verlies per jaar dus oplopen tot € 27.000 per jaar.” De Beer benadrukt dat eigen mechanisatie vanzelfsprekend geen garantie is om precies op tijd te werken en betere resultaten te realiseren.

Vergelijking is bedrijfsafhankelijk

In het geval van structureel beter ruwvoer zal een investering in eigen mechanisatie zich vrijwel zeker terugverdienen, blijkt wel uit deze cijfers. Maar ook zonder moeilijk meetbare voordelen als meer en betere kwaliteit ruwvoer, minder stress en meer plezier in het werk voor veehouder en medewerkers, is een afweging te maken tussen de loonwerker inschakelen of zelf investeren voor bepaalde werkzaamheden.

Het lastige bij dat soort vergelijkingen is dat ze 100% bedrijfsafhankelijk zijn. Zo zijn er geen uniforme tarieven van loonwerkers en is de rekening bij grote, courante percelen lager dan bij kleine ongelukkige hoeken. In de praktijk zit er zo € 10 per hectare verschil voor een hectare maaien. Ook de kosten per hectare van de eigen investering hangt van veel factoren af, zoals de hoogte van de investeringen, efficiëntie van gebruik en kosten voor arbeid. Bedrijfseconomisch rekenen op basis van vervangingswaarde en een eigen arbeidsvergoeding geeft per definitie een andere prijs per hectare dan op basis van werkelijke kosten.

Door de grote variatie in variabelen kunnen calculaties zowel voor eigen mechanisatie als inschakelen van de loonwerker gunstig uitvallen. Belangrijker is volgens accountants die inzicht hebben in bewerkingskosten, dat ‘overmechanisatie’ en inefficiënte inzet (werkzaamheden die deels ook door de loonwerker worden gedaan) altijd ten koste gaan van het rendement.

Verschillen in bewerkingskosten

Vanuit een eerdere analyse van de cijfers van 2020 door Flynth is bekend dat verschillen in bewerkingskosten groot zijn. Deze zeggen iets over de efficiëntie van de eigen mechanisatie en de inzet van de loonwerker. Ze worden deels verklaard door verschillen in bedrijfsopzet, maar ook door keuzes die veehouders maken.

Bij bedrijven met de 20% laagste bewerkingskosten per hectare is deze post afgerond € 830 per hectare. Bij de 20% hoogste bedrijven is dat bijna € 2.140 per hectare. Opvallend is dat de bedrijven met de hoogste bewerkingskosten per hectare niet per se de meeste grond onder het bedrijf hebben.

Voor de laagste bewerkingskosten is het altijd zoeken naar de balans tussen mechanisatie, loonwerk en inkoop van arbeid. Vooral die laatste blijkt een belangrijke veroorzaker van hoge bewerkingskosten en is niet altijd goed in beeld. Kosten voor betaalde arbeid lopen snel op, waardoor grote bedrijven schaalnadeel gaan krijgen.

Tevreden medewerker en op tijd kunnen bemesten

Tot een paar jaar geleden werd op het bedrijf van Arend Veenstra het meeste machinewerk uitbesteed aan de loonwerker. De situatie veranderde toen vijf jaar geleden vanwege groei van het bedrijf een medewerker aan de slag ging en er meer arbeid beschikbaar kwam. “We zijn toen gaan stalvoeren, vanwege de voordelen maar ook omdat de medewerker dat erg leuk werk vindt.” Daarvoor is een trekker met frontmaaier en opraapwagen gekocht.
Omdat de trekker wel meer aankon, is vorig jaar besloten om zelf mest te gaan uitrijden. Daarvoor is voor zo’n € 90.000 een tank van 10,5 kuub aangeschaft. Het past om meerdere redenen goed: de medewerker vindt het machinewerk leuk, de trekkercapaciteit is er en Veenstra baalde al langer dat de loonwerker lang op zich liet wachten voordat de mest na het inkuilen op het land ging. “En het is dan bijna nooit op het ideale moment, met vochtig weer of in de avond als het zonnig is.”
Veenstra is ervan overtuigd dat het werk met eigen machines positief is voor de opbrengst en kwaliteit van het ruwvoer. “Het is lastig om te vergelijken maar elke kilo extra en smakelijke droge stof levert 15 cent op. Zeker vorig jaar met een late eerste snede werd bij sommigen in de buurt pas weken later gemaaid, dan loop je veel mis in kwaliteit.”
Economisch heeft hij het plaatje niet doorgerekend maar hij ziet wel dalende bewerkingskosten in de boekhouding. Bovendien verwacht hij dat door de sterk gestegen opbrengstprijzen voor tweedehands machines dat de inruilwaarde niet veel lager is dan wat nu voor de mesttank is betaald. “Voor onze schudder kregen we hetzelfde bedrag terug waarvoor die vijf jaar geleden is aangeschaft. De tarieven van de loonwerker stijgen wel elk jaar.”
Zeker zo belangrijk vindt Veenstra dat met de huidige opzet de medewerker tevreden is. “Er trekken andere bedrijven aan hem, als we niet oppassen zijn we ook een melker kwijt.”

Na harde groei past mechanisatie een stuk beter

Op het bedrijf van Cees Middelweerd werden tien jaar geleden bijna alle machinewerkzaamheden door de loonwerker gedaan. Inmiddels doet hij bijna alles zelf, zeker sinds in het voorjaar alles voor de grasoogst is aangeschaft. De reden heeft onder andere te maken met de harde groei van het bedrijf en de melkstroom voor Albert Heijn. “Vroeger maaide de loonwerker vijf keer per jaar alles in één keer weg. Nu zijn er meer locaties, meer afstand, kleine hoeken of percelen met beperkingen.” Met eigen machines werkt het dan gemakkelijker. Ook kan hij nu zomerstalvoeren.
Daarbij komt dat door de harde groei een tweede trekker aangeschaft moest worden, en dan is verder mechaniseren een stuk logischer. Een derde reden is dat Middelweerd ruim in het personeel zit en sommigen het ook leuk vonden om meer machinewerk te gaan doen.
Hij benadrukt dat hij zeer tevreden was over zijn loonwerker en afspraken altijd goed werden nagekomen. Of de voerkwaliteit verbetert, weet hij nog niet. “Vroeger ging er in één keer 150 hectare af, nu 50 hectare in drie keer. Er is dus ook meer risico.”
Op een sigarendoos is berekend dat de kosten per hectare voor de komende zeven jaar nauwelijks verschil maken. Dankzij afspraken met het mechanisatiebedrijf liggen de onderhoudskosten voor die periode vast. Ook de afschrijving is bekend. “Over zeven jaar heb ik wel een partij machines op het erf staan die zijn betaald, daar zit straks de winst.” Bovendien verwacht hij dat de kosten door verdere groei over meer hectares worden uitgesmeerd want er zit best nog wat capaciteit in de machines.
Een factor die vorig jaar minder speelde, is de fors hogere dieselprijs. “Maar die heeft de loonwerker ook. Arbeidskosten zullen bij ons ook stijgen, maar kosten voor afschrijving en onderhoud niet.” Hij verwacht daarom dat het prijsverschil met de loonwerker toe zal nemen, ten gunste van eigen mechanisatie.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin