
Nauwelijks nog probleemkoeien door vrijloopstal
Arjan Geenen in Bladel (N.-Br.) koos in 2014 voor een vrijloopstal. Onder meer met luchtwasser, voerrobot, melkrobots en een dichte, emissiearme W5-vloer. Die stal bevalt goed, maar de proestalstatus leidt door de dreigende invoering van fosfaatrechten wel tot hoofdbrekens.

Arjan Geenen (43) en Janneke Suij (40) hebben in het Brabantse Bladel in vof een veebedrijf met 105 melkkoeien, 49 stuks jongvee en 37 hectare land. Daarnaast is er een zorgboerderij: Bij de pinken.

Een fraai overzicht van het bedrijf. Geenen bouwde twee jaar geleden een nieuwe serrestal: een vrijloop. Aan de zijkant ervan bevindt zich een dichte W5-vloer met mestschuif en afstort. Daar kunnen de koeien ook vreten aan het voerhek.

In de vrijloop valt direct de rust op. De koeien liggen op het gemak en hebben ook veel ruimte. De huidige 105 dieren hebben gemiddeld 21 m² ruimte per dier. Licht en lucht is er ook voldoende in deze serrestal.

De stal staat echter nog niet vol. Geenen heeft een proefstal en als hij metingen wil doen, moet de stal volgens de overheid eerst volstaan. Maar het probleem is dat Geenen op de peildatum van 2 juli 2015 slechts 86 melkkoeien had. Wat moet hij doen?

Die onzekerheid is enorm frustrerend. Want Geenen kan moeilijk de stal vullen, vervolgens een jaar meten en dan weer 50 koeien eruit gooien. Dat is geen beleid, stelt hij. Bovendien vervalt binnenkort de subsidie op het meten.

De onderkant van de bodem bestaat uit kratten met luchtafvoerbuizen die bij een luchtwasser eindigen. Daarbovenop ligt een antiworteldoek met gehakselde houtblokjes. De 40 tot 50 centimeter diepe toplaag bestaat dan weer uit houtkrullen.

Dit is de luchtwasser. Die bevalt goed, maar Geenen merkt ook dat de houtkrullen zelf de lucht al behoorlijk zuiver maken. In de winterperiode ‘wast’ de luchtwasser vermoedelijk wel twee keer zoveel als in de zomer.

Het systeem bevalt, al is het opletten in de winter. Dan is de bodem een krant. Als het mistig is, zie je de bodem vochtig worden. Daarom rijdt Geenen nieuw product altijd in oktober in. Als houtkrullen nieuw zijn, broeit en droogt de bodem vanzelf.

Mest rijdt Geenen zoveel mogelijk op eigen land uit. Dit is arme zandgrond. De mest komt overigens langzaam vrij. Het zit echt in houtkrullen besloten. Grasbemesting was zodoende het eerste jaar niet optimaal. Maar dat ging het tweede jaar al beter.

De koeien doen het erg goed in de vrijloop. Er is een hoge klauwgezondheid en bekappen is bijna niet nodig. Bovendien laten de dieren tochtigheid snel zien en gaat afkalven ook makkelijk. Dat gebeurt gewoon in de kudde.

Geenen woelt de bodem om met een cultivator. Het eerste jaar gebruikte hij nog een frees, maar die ging maar 15 centimeter diep waardoor de tussenlaag te hard bleef. De cultivator gaat 40 centimeter diep. Het is een kwartiertje werk per dag.

Geenen ziet ook weinig probleemkoeien. Het eerste jaar noteerde hij een uitval van slechts 13%. Terwijl er toen toch echt BVD was. Het celgetal kan nog wel beter. Dat schommelt nu tussen de 150 en 200.

Aan de zijkant van het vrijloopgedeelte lopen de koeien op een dichte, emissiearme W5-vloer. Daar vreten de koeien aan het voerhek. De vloer bevalt goed. Al kan die soms glad worden door de huidige onderbezetting.

De mest wordt weggeschoven door deze schuif en belandt achterin de stal in een afstort met 270 kuub capaciteit. De schuif draait nu prima, maar in het begin was er teveel slijtage doordat de ketting er gedraaid in lag. Maar dat is keurig opgelost.

Bij de mestafstort wordt mest vers gehouden met behulp van het Aeromix-systeem. Concreet: luchtbellen in de mest. Geenen heeft zo altijd verse mest om uit te rijden op het gras- of maisland. Hier is de ketting net gespannen. Vandaar dat het open is.

De voerkeuken is geïntegreerd in de stal. De koeien krijgen gras, mais, bierbostel, roodzwenk en mineralen. Geenen heeft weinig broei in de ‘keuken’. Hij werkt namelijk met broeiremmers op de kuil. En dat werkt erg goed.

Het voeren gebeurt met een voerrobot. Dat systeem bevalt Geenen prima. Er is heel weinig restvoer door het secure voeren. Daarnaast is de voeropname erg goed en is de melkproductie flink omhooggeschoten.

Een punt van aandacht is dat koeien vaak in grote aantallen naar het voerhek komen als de voerrobot zijn ronde maakt. Terwijl de robot toch acht keer per dag voert. Dat heeft echt met kuddegedrag in de vrijloop te maken, aldus Geenen.

De twee Delaval-melkrobots bevallen Geenen ook goed. Veel arbeidsgemak en weinig storingen.

Geenen koos ook voor het analysesysteem van Delaval: Herd Navigator. Een grote plus, stelt hij.