
Arjan Geenen koos voor een vrijloopstal-plus die voldoet aan de Maatlat Duurzame Veehouderij. De koeien gingen er in november 2014 in.
Om de ammoniakemissie uit de stal te verminderen, wordt de stallucht via een ondergronds buizenstelsel afgezogen en naar de luchtwasser gebracht. Deze reduceert ammoniak, fijnstof en geur. Onderzoek moet uitwijzen hoeveel ammoniakreductie de luchtwasser daadwerkelijk realiseert. Voor deze innovatie heeft de stal een proefstalstatus verkregen. Dit was ook de enige manier om voor deze stal een vergunning te krijgen.
Op de bodem van de vrijloopstal liggen aan elkaar gekoppelde kratten en om de vijf meter een luchtafvoerbuis. Daaroverheen is een soort worteldoek gelegd met daarbovenop een 15 centimeter dikke laag van gehakselde houtstukjes. De bovenste 40 centimeter bestaat uit houtkrullen. Geenen onderzoekt nog andere opties. Bijvoorbeeld gedroogd en verhakseld tomatenloof uit de glastuinbouw.

Arjan Geenen (41) en Janneke Suij (38) hebben in Bladel (N.-Br.) melkkoeien en een zorgboerderij. De gemiddelde melkproductie bedraagt 8.900 kilo met 4,25 procent vet en 3,57 procent eiwit.

Een dier moet zich vrij kunnen bewegen. Bij een bezetting van 120 dieren beschikt iedere koe over 18 vierkante meter ruimte.

De stal kenmerkt zich door veel licht en lucht.

Volgens Geenen liggen de koeien in de vrijloopstal aanzienlijk langer dan in de oude huisvesting. In het najaar zoeken ze de zonnige plekjes op.

De luchtwasser staat naast de stal.

Aan het voerhek en bij de twee melkrobots lopen de koeien op HCI W5-welzijnsroosters. JOZ-mestschuiven houden deze schoon en brengen de vaste mest naar opvangbakken.

Drie keer per week woelt Geenen de bovenste 20 centimeter van de bovenlaag los. Hij test daarvoor nu een gangbare frees.

De keuze voor twee DeLaval-melkrobots is gemaakt na de goede ervaringen ermee en omdat Geenen gecharmeerd is van de DeLaval Herd Navigator. Die bewaakt op basis van melkanalyses de gezondheidstoestand van iedere koe.

Boven de twee melkrobots is een ontvangstruimte voor groepen.

De DeLaval-melksilo met een capaciteit van 15.000 liter.

Langs het voerhek is een 1 meter brede strook gecoat, zodat geen voer aan de bodem blijft plakken.

Voor het voeren koos Geenen voor de Lely Vector. Deze is flexibel en het systeem werkt zonder rail en stortbunkers. De Vector voert ook in de oude ligboxenstal.

Geenen zet de voerbestanddelen in de keuken op de vloer. Hij betitelt het als een groot voordeel dat hij niet is gebonden aan voerbunkers.

Afhankelijk van windkracht, regenintensiteit en temperatuur gaat het dak automatisch open en dicht.

Op basis van de lichtsterkte in de stal gaat de led-verlichting automatisch en gelijkmatig aan.

De besturing van verlichting en stalklimaat gaat via een voor woningen bestemd systeem. Volgens Geenen is dit veel goedkoper, simpeler en makkelijker te programmeren dan de bekende regelaars.

De welstandscommissie eiste een grijs-zwarte aankleding van de stal. Daarom geen (standaard) groene gordijnen maar grijze.