Doorgaan naar artikel

Zuid-Afrikanen verdubbelen opbrengst met andere grassoorten

Bonnen en Dean Biggs houden 1.350 melkkoeien op 580 hectare. Ze worden geprezen om hun rentmeesterschap van het land waarop ze boeren. Ze verduurzamen met behoud van rendement.

Om 65% van het voer van een melkveestapel van grasland te halen is in Zuid-Afrika een knappe prestatie, zeker als beregening niet mogelijk is. Het droge klimaat dwingt tot minimaal gedeeltelijke irrigatie van de weiden op bedrijven die niet werken met een TMR-rantsoen.

Vader en zoon Bonnen en Dean Biggs slagen er wél in zonder beregening succesvol te zijn. Ze maken deel uit van de 15% van de boeren in droge gebieden die volledig afhankelijk zijn van regenval voor grasgroei. En ze verbeteren niet alleen hun ecologische voetafdruk, maar ook hun winstmarges.

Door de bodem voortdurend te verbeteren, stikstofgebruik en kaliumuitspoeling te verminderen, kunnen deze melkveehouders voldoen aan de duurzaamheidseisen van hun zuivelaar. Ze zorgen er op deze manier ook voor dat de boerderij nog generaties lang productief blijft.

Hoge grasopname

Dean schrijft het succes van het bedrijf toe aan de hoge grasopname en de kwaliteit daarvan. De 1.350 koeien aan de melk, waarvan 10% Holstein, 20% Jersey en de overige 70% een kruising tussen de 2 rassen, realiseren gemiddeld 5.900 liter per lactatie. In Zuid Afrika wordt de melk betaald naar liters, niet naar gehalten. Toch sturen de Biggs niet op maximale volumes. Ze willen juist de inputkosten zo laag mogelijk houden en de productie zo hoog mogelijk. Dit betekent minimaal krachtvoer voeren en de koeien in een goede conditie houden om vruchtbaarheid en een hoge melkproductie te waarborgen.

De kudde kalft in de winter. Door de droge zomers is het grootste deel van het voer juist in de wintermaanden beschikbaar. Bijkomend voordeel is de wintertoeslag in de melkprijs aangezien de meeste Zuid-Afrikaanse melkveehouders in het voorjaar en de zomer melk de meeste melk produceren.

Maximale voeding

Om de maximale waarde uit de boerderij van 580 hectare te halen, is het essentieel om de bodem gezond te houden. In de afgelopen tien jaar hebben de Biggs de hoeveelheid organische stof in hun bodem verdubbeld, van 1,5% naar 3%. Dat is gerealiseerd door kippenstrooisel en koeienmest toe te passen, door met extra bekalking de pH- te optimaliseren en door grasland met meerdere soorten grassen aan te leggen. Daardoor zijn zowel de bodemgezondheid als de graskwaliteit verbeterd.

De verbetering is zo groot dat de jaarlijkse stikstofgift uit kunstmest is gehalveerd van 220 kg naar 110 kg per hectare. Ook spoelt er spoelt geen kalium meer uit. De Biggs oogsten nu ongeveer 12 ton gras per hectare, het dubbele van wat ze tot 2013 realiseerden.

Andere grassen

Verreweg de grootste impact op het terugdringen de voeraankopen voer is de omschakeling geweest van een voornamelijk op kikuyu grssen gebaseerd grasland naar andere gewassen. Ze telen nu luzerne, cichorei, rode klaver en raaigras. “Kikuyu heeft een lage voedingswaarde, maar is ook een dorstig gewas. Cichorei en luzerne daarentegen hebben een diep penwortelsysteem. Ze kunnen in de drogere zomermaanden tot meer dan een meter onder het maaiveld vocht opnemen. Kikuyu zou dan last hebben van het gebrek aan regen. Daarnaast hebben de koeien nu minder eiwitrijk krachtvoer nodig”, zegt Biggs junior.

Doordat de luzerne stikstof vastlegt in de bodem zijn de kunstmestgiften verminderd. De drijfmest en het afvalwater van het bedrijf wordt het hele jaar door op de weiden uitgereden. De vaste mest wordt een keer per jaar uitgereden.

Weilandbeheer

Dean heeft 2,4 koeien per hectare. De vaarzen beweiden na de koeien, waardoor de bezetting op 2,9 grootvee-eenheden per hectare komt. In de winter bestaat het weiland voornamelijk uit raaigras, cichorei en klaver, terwijl in de zomer luzerne het grootste deel van het voedsel levert. Van december tot juli (herfst en winter) krijgen de koeien naast weidegang ook mais- en haversilage. Dean teelt die op 50 hectare gepachte, naburige grond.

De grootste uitdaging bij het begrazen van luzerne is het beheersen van pens-tympanie, het oplopen van de koeien https://deavonturenvaneenboerenmeid.com/2017/04/05/oplopen-van-de-pens/ . Dat treedt vooral op tegen het einde van de zomer wanneer de koeien veel luzerne vreten en regen een groeispurt veroorzaakt. Bonnen legt uit dat de kudde geen zwelling had tijdens de eerste 2 jaar dat ze lucerne beweiden, maar in het derde jaar tevoorschijn kwam. “We zijn nog steeds op zoek naar de beste manier om de tympanie te verminderen, het beschikbare onderzoek biedt hier niet veel inzicht in. We geven daarom nu kuilvoer naast de luzerneweide om de luzern in de maag te verdunnen.”

Alle weidepercelen zijn ongeveer 10 hectare. De koeien grazen 1,5 dag in een perceel en krijgen daarna een vers perceel. Na 30 dagen komen de koeien weer in het perceel, voldoende voor de hergroei. Biggs waakt ervoor dat het gras zo kort wordt begraasd dat het schadelijk is voor de gezondheid van de bodem. “Als het te kort wordt gegraasd, zijn er niet genoeg bladeren en wortels om koolstof in de bodem op te bouwen. Als we het gras te lang laten staan, halen we niet de maximale energie uit onze weiden. Als het gras sneller groeit dan wat de koeien kunnen eten, dan stoppen we met het bemesten van de weiden of beginnen we met het maken van kuilvoer”, legt Dean uit.

De winstgevendheid van het bedrijf hangt af van zoveel mogelijk weidegras in de koeien krijgen. zegt Daan. “Dit vereist je aanwezigheid in het land, want alleen door beheer kun je je weiland zo effectief mogelijk maken.”

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin