
Veel rust en optimaal stalritme
Vof Krooneman liet begin 2013 een ligboxenstal voor 125 melkkoeien bouwen. Automatisering speelde een grote rol. Melkvee100Plus ging opnieuw langs en trof een tevreden veehouder die wel enkele kleine wijzigingen doorvoerde.

Jan (42) en Reinolda (42) Krooneman houden in Nunspeet in vof 115 melkkoeien en 80 stuks jongvee op 75 hectare land. Begin 2013 nam de vof een nieuwe ligboxenstal met capaciteit voor 125 melkkoeien in gebruik.

In de oude stal molk Krooneman 55 koeien. In de nieuwe waren dat er al vlot 85. Een dalende melkprijs én vooral de hoge leasemelkprijs gooiden roet in het eten voor verdere groei. Vanaf 1 april 2015 kwamen er 30 melkkoeien (eigen aanfok en aankoop) bij.

Krooneman zette tijdens de bouw sterk in op ruimte, lucht en licht met ruime boxen en mestgangen, 3 meter hoge ventilatiegordijnen en een lichtstraat van 2,5 meter breed. De dierdagdosering is gedaald van 2,83 in de oude stal naar 1,96 in de nieuwe.

In het begin waren er wel wat kinderziektes met de twee Fullwood Merlin melkrobots, maar die werden telkens snel door de dealer opgelost. De belangrijkste les: met robots is het van belang dat je cijfers goed leert interpreteren en niet te snel moet willen ingrijpen.

Met de melkrobots kan Krooneman – ondanks de snelle groei in het laatste halfjaar – constante cijfers overleggen. Zowel de gemiddelde dagproductie (ruim 30 liter) als het aantal melkingen (drie) zit al langere tijd op hetzelfde niveau.

Automatisering deel twee: de Juno-voeraanschuifrobot van Lely. Onmisbaar, stelt Krooneman. De robot werkt altijd en is tot nu toe onderhoudsvrij. Dat komt ook door de ‘simpele’ techniek.

De keuze voor melkrobots en een voeraanschuifrobot geeft veel rust onder de dieren. Het ‘stalritme’ is goed. De beperkte drukte aan het voerhek is een goed voorbeeld. Er zijn ‘slechts’ 80 voerplekken voor 115 dieren, maar dat kan prima uit. Lege plekken zijn er altijd.

De koeien lopen op een bijna dichte emissiearme HCI-vloer. Die vloer heeft om de 1,20 meter een afstort en heeft bij opstalling een berekende ammoniakuitstoot van 8,1 kilo per dier.

Krooneman had eerst nog zijn bedenkingen bij de emissiearme vloer met blokjesprofiel – hij moest echter verplicht emissiearm bouwen -, maar is nu overtuigd van de vloer. De koeien lopen er perfect op. In het begin was het soms wat glad door de onderbezetting.

De koeien liggen in de boxen op paardenmest. Krooneman werkt daar al zes jaar mee. Hij vindt het een mooi ligbed waarin de koeien beter liggen dan op zaagsel; een soort dik matras dat inveert. Sinds de introductie van paardenmest zijn er ook geen dikke hakken meer.

Een JOZ-mestrobot met twee sproeiers houdt de vloer schoon. De robot had in het begin wat problemen met de bochten in de stal en liep nog wel eens vast. Toen heeft Krooneman nieuwe, kortere routes ingesteld. Sindsdien gaat het beter.

Voldoende water is essentieel bij een bijna dichte vloer. Zeker in combinatie met diepstrooisel met paardenmest. Daarom koos Krooneman zowel voor als achter voor een sproeisysteem. Een keuze waar hij bepaald geen spijt van heeft.

Alle aandachtsgroepen bevinden zich voorin de stal. Dit is het ruime strohok dat 85 vierkante meter groot is. Het hok bevindt zich direct achter de melkrobots en het tanklokaal.

Een voorbeeld van arbeidsgemak. Alle strobalen zijn boven de melkrobots en het tanklokaal opgeslagen. Krooneman kan het strohok zo eenvoudig instrooisen.

Links van het strohok bevindt zich de separatieruimte. Daar zijn in totaal acht ligboxen. Met een extra hek kan Krooneman indien nodig twee groepen maken.

De lichtstraat is 2,5 meter breed. Als verlichting koos Krooneman voor energiezuinige inductielampen.

Het jongvee en de droge koeien zijn gehuisvest in de oude stal. Niet ideaal, volgens Krooneman. De overgang van de nieuwe naar de oude stal is te groot. Straks komt er daarom voor de droge koeien een nieuw strohok met uitloop in een nieuw te bouwen werktuigenberging.

De stal is nu met 115 koeien bijna gevuld. Maar nog voor het eind van dit jaar moet de stalcapaciteit van 125 dieren benut zijn. Daarna komt het accent echt op optimalisering te liggen.