
Maatschap Hesselink bouwde in het Drentse Roswinkel een fraaie boogstal voor 160 melkkoeien en 140 stuks jongvee. Woensdag is er open dag.

Henk Hesselink (51) en Dionne Hesselink-ter Boo (48) verplaatsen hun bedrijf met 80 koeien en 120 stuks jongvee van Hengelo (Ov.) naar Roswinkel (Dr.). Ze lieten daar op een nieuwe locatie met 75 ha land een boogstal bouwen met capaciteit voor 160 melkkoeien en 140 stuks jongvee.

De ligboxenstal is 116 meter lang, 30 meter breed en 12 meter hoog. Een berging staat ervoor. Het witte in beide daken is geen lichtstraat maar het middelste en witgekleurde deel van het pvc-doek dat over de staalconstructie gespannen is. Hierdoor komt er veel daglicht binnen.

Hier is goed te zien hoeveel daglicht er in de stal is. Aan de zijkanten is het doek antraciet. De stalen boogconstructie heeft een vrije overspanning van 30 meter. Door de ronde vorm en de lage zijmuren is de inhoud erg ruim. Met veel verse lucht, een goede circulatie en een prettig klimaat tot gevolg.

Het middelste, witte gedeelte van het doek is liefst 14 meter breed. De open nok in het midden van het witte doek is 30 centimeter breed.

De ventilatiegordijnen hebben dezelfde kleur als de zijkanten van het doek: antraciet. Deze gordijnen worden automatische door een klimaatcomputer aangestuurd.

In het melkveegedeelte lopen de koeien op twee emissiearme vloeren. In de doorsteken en de wachtruimte voor de melkstal ligt een roostervloer met rubberen cassettes. De mestgangen daarachter lopen van beide zijkanten naar het midden af, met een afschot van 2 procent.

De urine loopt zo makkelijk weg en eindigt in de goot in het midden. Over de roosters komt straks nog een volledig dichte rubberen mat te liggen. Beter voor het welzijn, stelt Hesselink. Omdat de vier mestschuiven niet bij de doorsteken en wachtruimte kunnen, ligt daar een ander type emissiearme vloer.

Dit is de voergang. Hesselink koos – net als op de oude bedrijfslocatie – weer voor een Weelink-voerhek. Dat principe bevalt al jaren erg goed. Het geeft veel arbeidsgemak. Bovendien blijft de voerkwaliteit hoog. In totaal zijn er 48 vreetplaatsen. Iets verderop in de stal is een vast voerhek voor 18 dieren.

De boxen zijn ruim opgezet en zijn 1,22 meter breed. De buizen zijn niet van ijzer, maar van glasfiber. Dat materiaal is twee keer zo dun (31 millimeter dik) en is flexibel. Het geeft makkelijk mee. Qua onderhoud is het even afwachten, maar Hesselink verwacht er veel van.

Hesselink koos voor een driebox MIone-melkrobot van GEA. Een systeem dat het beste past bij de opvallende routing in de stal. Daarbij neemt de driebox ook minder ruimte in beslag dan drie losse melkrobots.

Dit zijn die drie boxen van de melkrobot. Met op de voorgrond de ruim opgezette wachtruimte (5,5 meter breed). De melkstal zit precies halverwege de stal, onder de tussenwand. Let ook weer op de roostervloer met rubberen cassettes.

Dit is de overgang van de mestgang naar de wachtruimte. Nu is er nog hoogteverschil. Straks is dat voorbij als de rubber toplaag op de mestgang gemonteerd is.

Op de oude bedrijfslocatie was de routing erg arbeidsinstensief. Dat wilde Hesselink niet meer. Hij koos nu voor drie 3-wegselectiepoorten. Dit geeft vijf separatiemogelijkheden: jonge melkkoeien, oudere melkkoeien, inseminatie/behandelingen, weideselectie en een potstal voor verse koeien.

Dit is een van de separatieruimtes. De potstal voor verse koeien. Die dieren liggen straks op stro met daaronder een laag van 50 centimeter zand. Deze ruimte bevindt zich overigens vlak achter de tussenwand; in het jongveegedeelte.

Nog meer separatie. Dit is de weidebox. Rechts lopen de koeien naar buiten, links gaan ze weer naar binnen. Hier wordt straks ook nog een voetenbad geplaatst.

Energiebesparing is ook een belangrijk thema op dit bedrijf. Voorbeelden hiervan zijn de voorkoeler (linksboven) en het warmteterugwinningssysteem (rechts).

De warmte uit de melk wordt afgegeven aan deze twee buffervaten. De een heeft een capaciteit van 1.000 liter (30 graden) voor vloerverwarming, de ander een capaciteit van 500 liter (50 graden) voor warm reinigingswater. Dit water wordt in de robot en tank elektrisch doorverwarmd om te reinigen.

De melktank met rechts ervan een waterbuffertank van 6.000 liter. Uniek op dit bedrijf is dat de laatste restwarmte uit de melk niet met lucht, maar met water gekoeld wordt. Dit moet tot een lager stroomverbruik leiden.

Bijkomend voordeel is dat de koeien liever lauw dan koud water drinken.

In de stal hangen energiezuinige led-lampen. Dat geldt ook voor de verlichting buiten.

Nog een overzicht. Dit is de tweede helft van de stal: het jongveegedeelte. Licht is er in overvloed.

In het jongveegedeelte lopen de dieren op dezelfde roosters als in het melkveegedeelte. Hier komt echter geen dichte rubber mat op te liggen.

Hier geen Weelink-voerhek. De voergang is gecoat.
