De wereldwijde melkveehouderij is nog niet klaar voor 2050. Dat is de mening van tweederde van de aanwezigen uit alle geledingen van de internationale melkveehouderij op Jump to the Future: Dairy Farming 2050. Die bijeenkomst is georganiseerd door Royal GD en Beluga Animal Health als aftrap van de jaarlijkse studiedagen van de National Mastitis Council in Gent (B.).
Topsprekers lieten daar hun licht schijnen op de uitstoot van broeikasgassen door koeien, hun voeding, het dierenwelzijn en de snel veranderende technologie. De verrassing zat meer in de details dan in de grote lijn. Die is wel duidelijk: de sector moet, om haar license to produce te houden, flink aan de slag op al die onderwerpen. Met daarbij de kanttekening dat dit vooral speelt in Noord Amerika, Europa en Oceanië. In Afrika wordt melkveehouderij door de wereldwijde temperatuurstijging een marginale activiteit. In China bepaalt het overheidsbeleid rond voedselproductie de toekomst van de sector, in andere delen van Azië met kleinschalige bedrijven is voedselzekerheid het item.
Het oplossen van alle vraagstukken vraagt meer dan ‘mad scientists’, meer dan studiebollen die alleen maar gefocust zijn op hun specifieke deelterrein. Nieuwe kennis is nodig, denk aan de methaanfysiologie in de koe. Die kennis zal de komende decennia ontwikkeld worden. Daarbij moet kennis op velerlei vlakken gecombineerd worden zodat duidelijk wordt hoe bijvoorbeeld een verbetering op vlak van broeikasgassen het dierwelzijn beïnvloedt. Dat vraagt niet om studiebollen maar om mensen met overzicht over de processen in de hele sector én de manier waarop mensen met nieuwe kennis omgaan.. Als kennis direct naar de veehouder gaat, overheerst het economisch belang en sneeuwen andere belangen onder.
Methaanuitstoot aanpakken
Vleesvee, rijstteelt en op de derde plek de melkveehouderij zijn de belangrijke methaanuitstoters van de landbouw. Recent wetenschappelijk onderzoek geeft echter aan dat juist gestage beperking, of stabilisering, van de methaanuitstoot van melkvee per saldo een koelend effect heeft op de wereldwijde temperatuurstijging.
SilvAir en Bovaer zijn bewezen effectief om de methaanuitstoot te reduceren. Rood zeewier (Asparagopsis) lijkt dat ook te kunnen en is nu een hype in de VS. Die micro-algen zijn natuurlijk, wat bij consumenten beter klinkt dan een chemische toevoeging aan het voer. Rood zeewier is echter maar vijf keer onderzocht, het heeft genotoxische effecten (kan DNA veranderen, mogelijk kanker verwekken) en de werkzaamheid na opslag ervan is een groot vraagteken. Alle reden om sceptisch te blijven, geven onderzoekers aan.
Al deze middelen grijpen in rond de methaanvorming in de pens. Bovaer grijpt in op de laatste fase. Maar wat gebeurt er met de dan niet gebonden waterstof? En waarom leidt het extra gevormde propionzuur niet tot extra melk of vleesaanzet? Onderzoekster Kelly Nichols van University California-Davis ziet kansen voor verbetering van de resultaten als deze vragen beantwoord zijn. Ook ziet ze heil in evenwichtiger aanbod van aminozuren in de voeding. Door druk op ruw eiwitgehalte van de rantsoenen zal het aanbod essentiële aminozuren in de knel komen. Niets nieuws bij pluimvee en varkens, een nog nagenoeg onontgonnen gebied bij melkvee. Net als de vraag wat het verschil tussen koemelk en kunstmelk in de opfok van kalveren betekent voor de latere productie. ‘Maken we het verteringssysteem al traag in de opfok?’
Schaalvergroting gaat door
Buiten kijf staat dat de schaal van de bedrijven in de Westerse wereld zal toenemen. Veehouders moeten investeren in nieuwe technieken, mogelijk hun stallen transformeren om dierwelzijn te verbeteren. Dat is ook niks nieuws, 50 jaar geleden stonden bijna alle melkkoeien nog aangebonden. Die schaalvergroting kan zelfs goed uitpakken voor dierenwelzijn gaf Nina von Keyserlingk van de Universiteit van British Columbia aan. Zij prees de grote melkveebedrijven in de VS om de protocollen waarop ze met bijvoorbeeld ‘downer’-koeien omgaan. Ze schetste ook dat weinig boeren trots kunnen zijn op de dieren die naar de slacht gaan. Het gros mankeert iets tot veel. “Dat gaat de sector misschien het meest voor de voeten lopen richting 2050, consumenten willen dat er zorg besteed wordt aan dieren, tot hun einde.”
Technologie zet door
Technologie zoals AI zal het dierenwelzijn verbeteren. Vooral rond de melkstroom komt veel info samen. Die info verschuift van alarmering van dieren die een bepaalde waarde overschrijden naar signalering op basis van trends. Dus naar het voorspellen van mogelijke problemen. ‘Op termijn zijn alarmeringsmeldingen geschiedenis’, verwacht Ilka Klaas die bij Delaval de kennisontwikkeling trekt. De data met de meeste impact is, verrassend genoeg, volgens haar niet de melkgerelateerde info maar juist de automatische bronstdetectie. De verbeterde vruchtbaarheid vermindert de emissie van broeikasgassen door de melkveehouderij meer dan de melkrobots of technieken rondom melk- en uierkwaliteit samen.