Doorgaan naar artikel

‘Holsteins vervangen door Deense Jersey levert flink meer saldo’

Foto's: Ronald Hissink

Foto's: Ronald Hissink

De marktomstandigheden zijn zo veranderd dat er ruimte is voor Jerseys in Nederland. Walter Liebregts, eigenaar van fokkerijbedrijf K&L is er van overtuigd dat Jersey nu een veel beter keuze is dan Holstein. Eenvoudigweg omdat ze meer saldo opleveren.

Het gebruik van Jersey zit in de lift. Walter Liebregts is eigenaar van K&L en dat bedrijf is de belangrijkste leverancier van (gesekst) sperma van de Deense Jersey. Zo bedient het bedrijf naar eigen zeggen 65% van de markt. K&L ziet kansen voor het ras vanwege voerefficiëntie, vruchtbaarheid en gehalten. Dat past prima binnen het Nederlandse uitbetalingssysteem. Liebregts ziet dan ook dat steeds meer boeren kiezen voor dit ras door in één keer om te schakelen door alle Holstein-koeien te verkopen en een Jersey-veestapel terug te kopen. Een kleiner deel past liever verdringingskruising toe.

Waar hebben we het nu over als we het over Jersey hebben?

“Jersey is een containerbegrip. Er zijn drie soorten Jerseys: de Noord-Amerikaanse, de Deense en de Nieuw-Zeelandse Jersey. Die zijn heel verschillend. De Amerikaanse Jersey zit als ras tussen de Holstein en Deense Jersey in, zowel qua maat als qua gehalten in de melk.

De Nieuw Zeelandse Jerseys zijn ontwikkeld voor een heel ander systeem van houderij. Block calving, seizoensmatig werken, dag en nacht jaarrond buiten zonder huisvesting, rotatiekruisingen, nauwelijks krachtvoer.

Dan de Deense Jersey. Dat is de Jersey die wij als K&L op de Nederlandse markt brengen. Deze Jersey heeft hoogste gehalten, met iets minder kilo’s melk dan de Amerikaanse, maar wel de hoogste opbrengst in kilo’s vet en eiwit. De Deense Jersey doet 763 kilo; de Amerikaanse 712 kilo terwijl de Nieuw Zeelandse met moeite de 600 kilo vet en eiwit haalt per 305-dagen lactatie. Juist door die hoge vet-eiwit productie past de Deense Jersey het best in het Nederlandse uitbetalingssysteem.”

Waarom zijn jullie begonnen met Jersey? Jullie hebben toch al Procross, de driewegkruising?

“Procross is inderdaad onze core business. Maar Jersey krijgt ook een mooie plaats binnen ons bedrijf. In 2013 werd het ons min of meer in de schoot geworpen. Viking Jersey zat toen bij CRV. Wij wilden destijds starten met de verkoop Viking red. Dat was ons doel. Maar Viking Genetics stelde toen: ‘We gaan met jullie in zee, maar dan moeten jullie ook de Jerseys doen.’ De grote massa sloeg in die tijd nog niet aan op Jersey, toen nog vanwege de vetreferentie in melkqoutum. Nu Jersey interessanter wordt en steeds beter past binnen Nederland hebben wij een groot voordeel met Viking Jersey. De Denen hebben het grootste fokprogramma. Daar worden stappen gezet. We hebben 65% van de markt, maar we willen naar 80%. En dat in een groeiende markt.”

Wat moet je als veehouder doen als je interesse hebt in Jersey?

“Dan moet je met ons in gesprek. Wij hebben een simulatiemodel. Daarmee krijg je, op basis van je eigen bedrijfssituatie, een goede inschatting van wat er gaat gebeuren. Bijvoorbeeld door je eigen vee te houden en verdringingskruising toe te passen. Sommigen willen de koeien niet aan de kant doen, want die zijn nog door opa gefokt. Anderen kijken naar korte termijn, saldo, winst. Die zeggen: we gaan in één keer om. Dat vraagt wel een investering.”

Hoeveel?

“Als je niet minder wilt verdienen moet je meer Jerseys kunnen gaan melken dan Holstein-koeien. Omdat productie en kilo’s vet en eiwit, per koe lager zijn. Als je 100 Holsteins door 100 Jerseys vervangt komt er bijna altijd te weinig cash flow los. Bepalend is hoeveel grond er onder het bedrijf zit en hoeveel stalruimte er is. Als alles een beetje past met stal en grond dan moet je denken aan 15 a 20 % meer Jersey-koeien. Dat kan fosfaatneutraal.

Wij maken dan een cash flow prognose. Stel je gaat van 100 Hosteins naar 120 Jerseys, dan moet er ruwweg € 100.000 geïnvesteerd worden. De nieuwe koeien kosten meer dan de oude koeien opbrengen en je hebt er ook nog meer nodig. Dan zijn er vaak ook nog wel wat stalaanpassingen nodig. Maar dat komt terug door efficiëntie voordelen. Welk voordeel de gehalten hebben,varieert per fabriek. A-ware betaalt bijvoorbeeld relatief meer uit op vet. FrieslandCampina meer op eiwit. Dat heeft invloed op de terugverdientijd.”

Hoe lang duurt dat?

“Grosso modo zien wij uitgaande van de 100 Holstein-koeien saldoverschillen van € 70.000 tot € 90.000 per jaar. Dus bij een ton investering inclusief eventuele aanloopkosten moet je dat in ongeveer drie jaar kunnen terug verdienen.”

Wat doen de meeste omschakelaars?

“We schatten in dat 60% in een keer wisselt. 30% past verdringingskruising toe en 10% start met driewegkruising. Van die 30% die beginnen met een verdringingskruising, gaan er ook nog een heleboel naar driewegkruising, alleen weten ze dat nog niet.”

Wat gebeurt er vervolgens op gebied van de fokkerij?

“Een klein deel, zo’n 15 % van de Jerseyhouders insemineert alles met Belgisch Witblauw en vervangt de uitstootkoeien door aankoop uit het buitenland. Het gros fokt echter liever zelf hun jongvee op. Omdat je Jersey stierkalfjes eigenlijk nergens kwijt kan wordt ongeveer 30% van de betere koeien geïnsemineerd met gesekst sperma, zodat je alleen vrouwelijke nakomelingen krijgt. De rest van het vee gaat onder Belgisch Witblauw.”

Er zijn meerdere aanbieders. Waar zit het verschil?

“In de mate van nemen van risico door de veehouder op gebied van de genetica. Ga je voor stieren met fokwaarden op basis van dochterinformatie, op basis van genomics of voor proefstieren? Durf je tegenvallers te incasseren, dan ga je voor het laatste. Maar wil je weinig risico en goede vooruitgang, dan moet je werken met dochtergeteste stieren. Dáár gaan wij voor met het uitgebreide en betrouwbare fokprogramma van Viking Genetics. Kijk, het is heel simpel. Een veehouder heeft vooral last van de slechte dieren. Of de goede nu goed of heel goed is, dat maakt niet zoveel uit. Hij heeft het werk met die koeien die niet duurzaam zijn. Dus moet je zorgen dat de veehouder weinig werk heeft met goede en gezonde koeien. Die afzwaaiers zijn het probleem.”

Dus liefst alleen maar dochter geteste stieren gebruiken?

“Nou, in grote lijnen is dat wel waar wij op hameren. Wij maken bij het paringsadvies gebruik van het Deense programma. Ook bij Jersey hebben we te maken met inteelt, dus soms moet je een paring met een dochtergeteste stier uitsluiten. In dat geval wijken we uit naar een stier met genomics-cijfers. Wij kijken dan wel hoe lang die stier op de genomics-lijst staat. Is dat zijn eerste draai of zijn er al meer en hoe verloopt dat?

Daarmee wijkt u wel af van wat in Denemarken gaande is.

“Viking Genetics neigt inderdaad steeds meer naar meer genomics getest. Wij houden liever vast aan dochtergeteste stieren. Daar luisteren ze in Denemarken vanwege onze positie wel een beetje naar, maar ze gaan natuurlijk niet alleen voor ons hun hele systeem veranderen. Voor K&L is alleen koersen op een fokkerij gebaseerd op uitsluitend genomics een stap te ver. We weigeren dan ook een Holstein-professor te geloven als hij zegt dat snellere vooruitgang mogelijk is met rucksichtslos inteelt te accepteren omdat genomics dat wel compenseert. Nou, op papier en in een kantoor werkt zoiets misschien. Maar wij vinden dat losgeslagen van de werkelijkheid. Het is niet voor niets dat vruchtbaarheid bij Holstein zo’n immens probleem is. Daar is wel een oplossing voor. Kruisen of helemaal over op een ander ras. Met de voordelen van rotatie is de stap naar meer koeien houden niet nodig. Wij zijn er van overtuigd dat elke boer die Holsteins heeft zich zelf te kort doet. Die zal in elk ander concept meer geld verdienen. Dat zien we gewoon bij onze klanten. Wij zijn daarin natuurlijk wel roepende in een woestijn. Want alle andere mensen roepen iets anders. (Lachend) Daarom hebben wij ook niet de hele markt.”

Waar moeten veehouders op letten als ze met Jerseys starten?

“Wij adviseren mensen die Jerseys gaan houden meer met protocollen te werken. Kijk, de koeien lijken allemaal erg op elkaar. Het is niet makkelijk dieren te herkennen. Zeker in begin. Dat moet je dus organiseren met onder andere koeherkenning. Ook de mineralenvoorziening is wat anders bijvoorbeeld op gebied van kalium, calcium, droogstand en melkziekte. Daar moeten puntjes wel even op de i. Daar moet je geprotocolleerd werken. Doe dat altijd.”

‘100 Holstein-koeien vervangen door 120 Jerseys levert saldoverschillen van € 70.000 tot € 90.000 per jaar’

‘Wij zijn er van overtuigd dat elke boer die Holsteins heeft zich zelf te kort doet’

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin