Doorgaan naar artikel

Dialoog is sleutelwoord bij bouwplannen

Bij nieuwbouw, maar ook bij verbouw van een melkveestal is het raadzaam om het gesprek met de omgeving aan te gaan. Laat zien wat de plannen zijn.

Bij nieuwbouw, maar ook bij verbouw van een melkveestal is het raadzaam om het gesprek met de omgeving aan te gaan. Laat zien wat de plannen zijn.

Bij de plannen voor nieuw- of verbouw op het bedrijf is een omgevingsdialoog verstandig, of in sommige gevallen zelfs verplicht. Houd de omgeving op de hoogte van de plannen, luidt het advies.

De agrarische sector is al decennialang bepalend in de architectuur op het platteland. Bijzondere stallen, bijzondere woonhuizen. Boeren zijn met hun bedrijfspanden en woningen onderscheidend. Hoewel in de voorbije jaren stallen veelal op dezelfde wijze zijn ­gebouwd, zijn door de jaren heen toch bijzondere bouwwerken uit de grond gestampt. En onderscheidend bouwen kan nog steeds. Daarvoor is wel dialoog met de omgeving noodzakelijk. In sommige gevallen zelfs verplicht. Laat zien wat je doet of gaat doen, ook als er bouw- of verbouwplannen op stapel liggen. Dialoog is het sleutelwoord.

Dat de veehouderij tegenwoordig in z’n algemeenheid in het verdomhoekje zit, maakt dat agrariërs moeten laten zien wat ze doen of willen gaan doen. De afstand tussen boer en burger is misschien wel groter dan ooit. Dat de omgeving in de verdediging schiet bij de plannen van een veehouder om een nieuwe stal te bouwen, is dan ook niet gek.

Omgevingsdialoog

Melkveehouders met bouw- of verbouwplannen wordt geadviseerd de dialoog met de omgeving aan te gaan. “Ga in gesprek met mensen uit de omgeving van je bedrijf, verstuur nieuwsbrieven, houd mensen op de hoogte via Facebook, of maak een website”, zo klinkt het. Hoe maakt niet uit hoe, zeggen adviesbureaus, zo lang je de omgeving maar op de hoogte houdt van de ontwikkelingen. In verschillende regio is zo’n omgevingsdialoog zelfs verplicht voor veehouders als ze willen bouwen of verbouwen. Dit is niet landelijk wettelijk vastgelegd. Toch worden boeren die niet verplicht zijn zo’n dialoog te voeren, geadviseerd dit wel te doen. Ze moeten in gesprek met mensen die binnen een vastgestelde straal van de bouwlocatie wonen. Boeren met uitbreidingsplannen moeten omwonenden betrekken bij de plannen.

Bij zo’n omgevingsdialoog is het de bedoeling dat de omgeving inspraak krijgt bij de verdere ontwikkelingen van het plan. Het gaat dus niet om vertellen wat je als ondernemer gaat doen, maar ook openstaat voor aanpassing(en) van het plan dat reeds op tafel ligt. Adviseurs wijzen erop dat een omgevingsdialoog het beste in een zo vroeg mogelijk stadium van de bouwplannen kan worden gedaan. Als bijvoorbeeld na verschillende onderzoeken en meerdere tekeningen alsnog de plannen moeten worden aangepast, brengt dat onnodige extra kosten met zich mee. Betrek de omgeving zo vroeg mogelijk bij de plannen, luidt dan ook het devies.

Kleine aanpassing, groot verschil

En naast het feit dat je laat zien wat je doet, ga vooral in op eventuele suggesties van de omgeving. Dat adviseert Paul Balemans, adviseur omgeving bij ZLTO. “Het hoeft natuurlijk niet, maar een kleine aanpassing in de plannen kan een enorm verschil maken”, vertelt Balemans. “De kleur van het materiaal, de ­situering van de beplanting of eventueel een inrit net iets anders aanleggen kan grote verschillen geven in de beleving van de omgeving.” Volgens Balemans zijn het dit soort veranderingen die bepalend kunnen zijn voor de verstandhouding met de omgeving de jaren na de bouw of verbouw.

Het bouwen van een nieuwe stal of ­bedrijfswoning kent heel wat haken en ogen. Denk hierbij aan ministeriële regelingen, ­besluiten over natuur, water, infrastructuur, wonen en ruimte. Hoewel al deze regelingen en wetten vanaf het voorjaar 2021 in de nieuwe Omgevingswet worden gevangen. Binnen deze nieuwe omgevingswet zijn volgens LTO Nederland het Besluit Activiteiten Leefomgeving (BAL), Besluit Kwaliteit Leefomgeving (BKL) en de Aanvullingswet grond het meest belangrijk voor bouwplannen binnen de landbouw.

Maar daar blijft het niet bij. De tijd dat de vergunning in een korte tijd kon worden geregeld ligt al eventjes achter ons. Er zijn legio vergunningen én meldingen nodig voordat überhaupt de schop letterlijk in de grond kan en het melkveebedrijf zich verder kan ontwikkelen en echt kan beginnen met de gewenste bouw of verbouw. De meest bekende regelingen zijn waarschijnlijk het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning. Bij laatstgenoemde valt onder meer te denken aan een vergunning voor de verschillende aspecten met betrekking tot het milieu. Het aanvragen van een nieuwe inrit, het kappen van bomen. Al dat soort zaken vallen onder de omgevingsvergunning.

Door het brede scala aan vergunningen dat moet worden aangevraagd en meldingen die moeten worden gedaan, kan de voorbereiding van nieuw- of verbouw van een melkveestal of andere bedrijfspanden een behoorlijke tijd in beslag nemen. Verschillende adviesbureaus adviseren dan ook ruim een jaar van tevoren te beginnen met plannen. En zelfs dan kan het soms nog langer op zich laten wachten. Inclusief de vergunningaanvraag, de goedkeuring van de plannen en eventuele (kleine) aanpassingen kan de nieuw- of verbouw van een melkveestal een behoorlijke periode in beslag nemen.

Gedegen plan belangrijk

Wat de mogelijkheden en begrenzingen zijn verschilt per regio. Wat in ieder geval onoverkomelijk is, is de welstandscommissie of welstandsnota. Zij moeten de nieuw- of verbouwplannen bekijken en met een advies richting het college van B&W komen. Balemans adviseert melkveehouders waar mogelijk aanwezig te zijn als de welstandscommissie de plannen bespreekt. “Het mondeling toelichten van keuzes binnen de plannen kan sowieso geen kwaad”, stelt Balemans. “Bovendien kan ook de commissie dan direct duidelijk maken wat er eventueel aangepast dient te worden.”

Als de goedkeuring er ligt, kan dan ook eindelijk écht begonnen worden met de bouw of verbouw. Maar ook tijdens die periode geldt: laat zien wat je doet en ga de dialoog niet uit de weg.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin