Doorgaan naar artikel

De sanering overleven

Door afschaffing van de derogatie zit er een koude sanering aan zit te komen waarvan vooral jonge boeren de dupe zullen zijn. De vraag is of zo’n koude sanering leidt tot een maatschappelijk geaccepteerde landbouw. Daarom hebben we regie nodig, politici met durf om keuzes te maken.

De wil om melk te produceren is groot in Nederland. Waarom? Nou, omdat melk produceren gelijkstaat aan het creëren van cashflow. Alleen met cashflow kun je de belasting en de bank betalen. Daarmee komen we in een zichzelf versterkende spiraal. We lenen geld om te groeien en hebben dan weer meer cashflow nodig om die groei te bekostigen.

De derogatie wordt de komende jaren afgebouwd en is in 2026 geschiedenis. Langzaamaan beseft de sector dat mestafzetkosten de plek van die voor melkquotum en fosfaatrechten overnemen. De prijs voor fosfaatrechten daalt al stevig: van € 180 een jaar geleden naar € 120 nu. Dat kent twee oorzaken. Ten eerste de gebrekkige cashflow op melkveebedrijven op dit moment. De kostprijsstijging en de hoge rente beginnen er bij een melkprijs van 40 cent keihard in te hakken. Maar ik denk dat de hoofdoorzaak is dat er vanaf 2026 door hoge mestafzetkosten geen cashflow beschikbaar is voor fosfaatrechten.

Het gemiddelde Nederlandse bedrijf binnen de European Dairyfarmers (EDF) moet vanaf 2026 4.000 ton mest per jaar afvoeren. Anders gezegd: ze komen een 100 hectare grond tekort. Ik schat in dat de mesthandelaren in 2026 de mest nog niet voor € 30 per kuub komen ophalen. Simpelweg omdat er geen plek voor afzet ervan is. Daarmee zal het schrappen van de derogatie achteraf de tool blijken voor sanering van de veestapel. Premier Rutte had in Brussel voor de deur kunnen gaan liggen om derogatie binnen te houden. De prioriteiten van dit kabinet lagen helaas anders.

Het verlies van derogatie is zuur en voelt onterecht, we kennen allemaal de argumenten. Mest afzetten en tegelijkertijd kunstmest aankopen is wrang en juist onder derogatiegrond zijn de nitraatnormen gemiddeld juist goed. Met het verlies van derogatie krijgt de melkveehouderij de rekening van waar het elders niet goed gaat, waar het nitraatgehalte wel te hoog is in het water.

De verkiezingen komen er weer aan. Misschien moeten we als melkveehouders wel stemmen op partijen die budget vrijmaken om niet-grondgebonden dierhouderij in Nederland te saneren, wat de mestmarkt zal verlichten. Zonder politieke regie zit er een koude sanering aan te komen waarvan vooral jonge boeren de dupe zullen zijn. De vraag is of zo’n koude sanering leidt tot een maatschappelijk geaccepteerde landbouw. We hebben regie nodig, politici met durf om keuzes te maken. Dat betekent ook dat we helaas niet alleen zoete broodjes voor de kiezen krijgen. Hoopvol is dat er op de kieslijsten volop kandidaten staan met affiniteit met de landbouw. De boerenacties hebben daar zeker aan bijgedragen.

Terug naar het boerenerf. Wat gaan we doen als melkveehouders? Van 2010 tot 2020 kenden we een ongekende investeringslust. Gesteund door een bovengemiddeld succesvol FrieslandCampina en een extreem lage rente hebben we de kosten flink laten oplopen. Nederland was tot 2005 binnen EDF juist kampioen om met lage kosten melk in de tank te krijgen. Nu hebben we de hoogste kostprijs binnen Europa. Ik voorspel dat de komende jaren saai gaan worden voor de toeleverende industrie. De kosten moeten naar beneden. Leveren die laatste liter en koe nog wel geld op? De hand gaat weer terug op de knip. Overleven van de sanering zal het credo worden.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin