Doorgaan naar artikel

Binnen fosfaatplafond 14,5 miljard kilo melk

Doetinchem – Binnen de nieuwe mestwetgeving kunnen Nederlandse melkveehouders op basis van fosfaat met een aantal maatregelen 14,5 miljard kilo melk produceren. In 2013 was de productie nog 12,2 miljard kilo.

Dat blijkt uit een analyse van accountantskantoor Flynth in samenwerking met Melkvee100Plus. De totale fosfaatruimte voor de melkveehouderij is 84,9 miljoen kilo. Dat heeft de sector zichzelf opgelegd, op basis van de productie in het jaar 2002. In de uitgangssituatie is de melkruimte berekend op basis van de huidige aantallen, productieniveaus en normen. Op basis van die fosfaatruimte kan nu al 10,4 procent meer melk geproduceerd worden dan is afgeleverd.

Door maatregelen op bedrijfsniveau daalt de fosfaatexcretie en stijgt de maximale melkproductie. De voerefficiëntie verbeteren met 1 procent is volgens geraadpleegde voeradviseurs goed haalbaar met beter voermanagement en hogere VEM-productie. Dit levert een extra ruimte op van 1,54 procent. Het verlagen van fosfor in het hele rantsoen met 1 procent (van 3,70 gram naar 3,663 gram) levert 1,47 procent meer melkruimte op. Een andere maatregel is minder jongvee. Het verlagen van 7,7 naar 6,7 stuks jongvee per 10 koeien levert 2,6 procent op. Verhogen van de melkproductie met 500 kilo per koe per jaar geeft een winst van 3,25 procent.


Het combineren van de twee maatregelen die de grootste impact hebben, verlagen van stuks jongvee en verhogen van de melkproductie, levert een extra melkproductieruimte op van 6,05 procent. Bij alle combinaties samen loopt dat, bij de gekozen uitgangspunten, op tot 9,27 procent.

Als deze uitkomsten worden doorgetrokken naar heel Nederland, betekent dat het bij een BEX-deelname van 60 procent bij combinatie van maatregelen de landelijke melkproductie met 19,4 procent kan toenemen binnen het huidige fosfaatquotum. De hoeveel extra melk die binnen de normen van de mestwetgeving geproduceerd kan worden is dus meer dan de uitbreiding die zuivelfabrieken voorzien. Of deze melk daadwerkelijk wordt geproduceerd is vooral afhankelijk van de rendementen en, daaropvolgend, de conjunctuur van de sector.

Verder is dit een indicatie; de werkelijke ruimte hangt af van in hoeverre melkveehouders verbeteringen kunnen doorvoeren. Met managementmaatregelen zijn relatief eenvoudig stappen te zetten, benadrukken de adviseurs van Flynth. Daarbij valt te denken aan een beter voermanagement en minder jongvee aanhouden. Ook de hoeveelheid fosfor in eigen gewonnen ruwvoer en aankoop van ruwvoer is belangrijk.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin