Dave Davies vindt dat Nederlandse veehouders grassilage niet te droog moeten inkuilen. Ook adviseert hij plastic aan de zijkanten van de kuil om aerobe verliezen te beperken.
Dave Davies is onafhankelijke ruwvoeradviseur en directeur van het Engelse Silage Solutions. De afgestudeerde microbioloog onderzoekt al 20 jaar de conservering en benutting van graskuil. “Ik vind het belangrijk om wetenschappelijke kennis te vertalen naar praktische adviezen voor veehouders”, stelt hij. Hij is een veelgevraagde spreker op internationale congressen over ruwvoer.
Wat is belangrijk voor veehouders als het om graswinning gaat?
“Dat ze onafhankelijk advies krijgen over verbetering van graswinning en inkuilmanagement op basis van onafhankelijk onderzoek. Veehouders hebben objectieve informatie nodig over hoe zij het beste gras kunnen winnen, opslaan en benutten. Niet te veel droge stof verliezen is belangrijk, want daarmee boet je in op kwaliteit. Met vijf tot zes sneden maaien per seizoen halen Nederlanders een goede kwaliteit graskuil binnen. Hierin in hebben ze een voorsprong ten opzichte van de meeste andere Europese melkveehouders.”
Wat kan er beter bij het inkuilen van grassilage?
“Nederlanders streven naar hoge drogestofgehaltes, maar 40% droge stof is te hoog voor grassilage. Het geeft meer veldverliezen, want het schudden van gras duurt dan te lang. Omdat het droger is, verlies je ook silage tijdens het in de kiepers blazen omdat het voor een deel wegwaait. Gebrek aan vocht vergroot ook het risico op een goede conservering en geeft meer kans op karamellisatie. Hierbij binden suikers aan eiwitten, waardoor een deel van deze nutriënten onverteerd het darmkanaal verlaat.”
Kunnen additieven de kwaliteit en benutting van grassilage verbeteren?
“Ja, additieven kunnen heel nuttig zijn om de silagekwaliteit te verbeteren en het verlies aan nutriënten te beperken. Er zijn veel additieven op de Europese markt. Sommigen verbeteren het conserveringsproces, andere doen dat niet. Additieven die de fermentatie verbeteren, zijn altijd nuttig en dat is onafhankelijk van het inkuilmanagement. Om de aerobe stabiliteit te verbeteren, werkt goed inkuilmanagement het beste. Dat betekent niet te lang schudden, in dunne lagen – maximaal 15 centimeter – inkuilen, de kuil voldoende verdichten, goed luchtdicht afsluiten en zorgen voor voldoende voersnelheid.
Is gebruik van een topafdeklaag voldoende?
“Veel veehouders werken zo, maar dan is het onmogelijk een goede luchtafdichting tussen het topzeil en de muur te realiseren. Om een kuil goed te kunnen afsluiten, is plastic aan de zijkanten erg belangrijk. In een goed afgesloten kuil ontstaat CO2, een gratis kuiladditief dat de aerobe afbraak van gras afremt. CO2 is zwaarder dan lucht en zakt naar de bodem van de kuil. Bij gaten in de afdekking ontsnapt CO2 en komt er meer zuurstof bovenin de kuil en dat leidt tot meer areobe kuilverliezen, ook nadat veehouders de kuil hebben geopend.”
Wat is belangrijk bij benutting van grassilage in de koe?
“Ten eerste het maximaliseren van verteerbare energie in het gras. De vezels moeten goed verteerbaar zijn. Bij een goede fermentatie blijft er meer suiker achter in de kuil. Je kunt ook kiezen voor grasrassen met hogere suikergehaltes. Snelle fermentatie in het begin van het fermentatieproces leidt tot behoud van meer goede eiwitten, dus geeft niet de afbraakproducten van eiwitten. Daardoor ontstaat er een betere balans tussen nutriënten ofwel snel beschikbare energie (suiker) in combinatie met meer langzaam beschikbare eiwitten. Hierdoor kunnen pensbacteriën meer stikstof uit gras benutten en dat levert meer melkeiwit op en minder stikstofverliezen via de urine en dat is heel belangrijk.”
Hoe kunnen melkveehouders hun grasopbrengst en -kwaliteit verbeteren?
“Het belangrijkste is de graskwaliteit. Let daarom bij de keuze van grasmengsels op nieuwe variëteiten die meer suiker leveren en op het optimale RE-gehalte van 17%. Dus niet hoger dan 18% en zeker niet lager dan 16% en een hoge NDF-verteerbaarheid. Zorg voor goed inkuilmanagement, dat leidt tot veel melkzuur in plaats van azijnzuur en dat verbetert de voeropname en penswerking. Er wordt nog wel eens gedacht dat melkzuur in kuilvoer leidt tot pensverzuring, maar melkzuur werkt juist gunstig in de pens. Melkzuur wordt snel omgezet in propionzuur en dat absorbeert waterstofionen. Deze ionen zijn juist verantwoordelijk voor een lage pH. Melkzuur verhoogt dus de pH met een lager risico op pensverzuring.”