Klimaatneutrale koeien. Kan dat? Nieuwe inzichten geven goede moed. Vooral voer blijkt een veelbelovende route. De helft minder methaanemissie is zeker haalbaar, stelt Jan Dijkstra van Wageningen UR. Additieven zijn daarbij onmisbaar.
Aan alle kanten wordt gewerkt aan vermindering van methaanuitstoot: via fokkerij, via management en vooral via voer. Er is inmiddels veel kennis over methaanarme rantsoenen en de effecten van voeradditieven. Van die laatste verschijnen er steeds meer op de markt. Universitair hoofddocent diervoeding Jan Dijkstra is dé deskundige op dit gebied bij Wageningen UR. Hoog tijd om hem een paar brandende vragen voor te leggen over de werking van voeradditieven en de kansen op methaanvrije melkproductie.
“Je hebt Bovaer en SilvAir waarvan de werking wetenschappelijk is aangetoond. Daarnaast heb je rood zeewier, met als actieve component bromoform. Ook dat gaat methaanvorming tegen, al heeft het ook nadelen. En nu dan ook Anavrin, dat Agrifirm op de markt brengt.”
Via het eerste spoor is vaak al een reductie van 10 tot 20% mogelijk
“Als je de methaanuitstoot wilt verminderen via voer, kun je twee sporen volgen. Het eerste is optimaliseren van het basisrantsoen en het tweede is om een additief te gebruiken. Via het eerste spoor is vaak al een reductie van 10 tot 20% mogelijk en soms nog meer. Het mooie is dat sturing op stikstofefficiëntie en sturing op methaanreductie goed samengaan, mits je je rantsoen aanpast. Van groot belang is de verhouding eiwit/energie.
Het tweede spoor is het additief. Met Bovaer kun je ongeveer 25% reductie halen bij een gemiddeld rantsoen in Nederland. In Vlaanderen en Denemarken is het basisrantsoen anders, ik schat dat daar rond 30% reductie mogelijk is.
De doelen die gelden tot 2030 zijn in veel gevallen haalbaar met een van beide strategieën. Maar in 2050 moet de koe 40 tot 50% minder methaan uitstoten en daarvoor moet je echt de strategieën inzetten. Vanaf 2030 worden methaanreducerende additieven dus onmisbaar.”
“Een veelbelovende nieuwe richting is rechtstreekse beïnvloeding van het microbioom, de bacteriën in de pens. De samenstelling van dat microbioom is erg bepalend voor de methaanvorming. Idee is nu dat je pensvloeistof van een koe die weinig methaan produceert, overbrengt naar de pens van een jong kalf, zodat daar een gunstig microbioom ontstaat. Hier wordt onderzoek naar gedaan.
En een andere route is fokkerij. Fokkerijorganisaties zijn daar mee bezig.”
“In de vleesveeproductie gaan de cijfers bij gebruik van zeewier al richting 70 tot 80% methaanreductie zonder zichtbare problemen met de gezondheid. Maar bij melkvee krijg je op het laatst wel nadelige effecten door dat bromoform in het zeewier.
Ik denk dat een methaanloze melkkoe niet haalbaar is. Op dit moment denk ik dat de grens ergens rond 50% reductie ligt, misschien nog iets meer.”
Lees het hele interview op www.boerderij.nl