De huisvesting is prachtig, het management optimaal. En toch werden de koeien van melkveehouder Bastiaan Scherpenkate in het Overijsselse Hasselt slecht drachtig. Na een lange periode van problemen en ‘kruidenieren’ schakelde hij Team Diergezondheid van Agrifirm in. En met succes. Met deze expertise en in samenwerking met de veearts en twee KI-bedrijven, daalde het aantal inseminaties van 3,75 naar 2,5. De tussenkalftijd werd korter en de conditie van droge koeien en jongvee verbeterde aanmerkelijk.
Hoewel veehouder Bastiaan Scherpenkate het op zijn bedrijf perfect voor elkaar heeft, had hij jarenlang problemen rondom afkalven en vruchtbaarheid. In zijn zoektocht naar een oplossing besloot hij in 2018 over te stappen naar een andere voerleverancier. “Zolang als ik me kan herinneren, zijn we al bij Agrifirm, maar er móest iets gebeuren. Ik stapte over naar een concurrent die hier pionierde. Het afkalven ging wel iets beter, maar de koeien bleven te dik en de vruchtbaarheid bleef ook slecht. Ze groeiden door in de droogstand en rondom het kalveren vraten ze te weinig. We werkten met anionische zouten, prestart-brokken en gebruikten veel calcium- en fosforpillen. Zoveel ditjes en datjes en zo gigantisch duur, dat ik er echt zat van was.”
Bovengemiddeld goed
Casper Roetman, Specialist Voeding bij Agrifirm, bezocht Bastiaan eind 2020. Casper: “Toen ik Bastiaan sprak, was hij direct open over de vruchtbaarheidsproblemen van de koeien. Ze werden goed tochtig, maar er waren 3,5 tot 4 inseminaties nodig voordat ze drachtig werden. Zijn verhaal triggerde me, want alles in dit bedrijf is bovengemiddeld goed, van huisvesting tot management. In 2019 hebben we bij Agrifirm het transitieconcept Dry2Fit ontwikkeld. Dit is een aanpak met focus op een veillige droogstand. Ik wilde hem uitdagen om met onze aanpak aan de slag te gaan.”
Onderhoudsbehoefte
Ga terug naar de basis, stelde Casper voor. Zijn advies aan Bastiaan: houd op met ‘kruidenieren’ en zet de droge koeien op een rantsoen op onderhoudsbehoefte. Zo moeten ze meer vreten om voldoende binnen te krijgen, maar worden ze niet dik. Een aannemelijk verhaal, vond Bastiaan. “Bovendien: wat had ik te verliezen? Het resultaat glipte me tot dan toe steeds door de vingers en ook prijstechnisch was het tot dusver gigantisch duur geweest.”
Een maand later, januari 2021, voerde Bastiaan de droge koeien veel meer stro, minder kuil, een beetje hooi, iets meer maïs, een beetje soja om het eiwit op peil te krijgen en geen brokken. Bastiaan: “Hoewel we pas eind december 2021 echt weer terug gingen naar Agrifirm, hebben Casper en de leden van Team Diergezondheid in de tussentijd echt hun nek voor ons uitgestoken, ook al verdienden ze er geen cent aan.”
Bedrijfsanalyse
Casper: “Jorien Papen, onze programmamanager Diergezondheid, maakte een bedrijfsanalyse voor een plan van aanpak. Door Corona gebeurde dat noodgedwongen op afstand, maar via videobellen kon met Bastiaan toch een stalronde worden gemaakt. Samen hebben we een voorstel geformuleerd voor een droogstandsrantsoen. En daarnaast een advies op het gebied van ruwvoer, mengen en jongvee. De eerste stap was: hoe krijgen we vanaf de opstart zoveel mogelijk ruwvoer in de koe? Daarvoor bekeken we ook of de berekende hoeveelheid ruwvoer overeenkwam met de opgenomen hoeveelheid. Dat betekent: kijken naar de praktijk. Wat zie je terug in de mest, bijvoorbeeld. Daarnaast hebben we opstartbrok Topstart Omega, met o.a. lijnzaad, ingezet bij de verse koeien. Deze brok bevat omega 3-vetzuren en ondersteunt de vruchtbaarheid. Dit voeren we nog steeds.”
Scannen
Vanaf het begin ging het afkalven al vrij snel beter, vertelt Bastiaan. “Sinds 2021 zaten mijn vader en ik ieder half jaar met een groep specialisten om tafel. Met dierenarts Ryan van Egmond van Agrifirm, maar ook met onze veearts, KI Salland en CRV. Casper bewaakte het proces en kwam ook tussentijds langs. We zijn ketose gaan meten, conditie gaan scoren, we hebben bloedonderzoek laten uitvoeren en zorgden voor voldoende eiwit. KI Salland en CRV kwamen allebei eens in de maand voor het scannen, zodat we dat iedere veertien dagen doen. De ene keer pakken we het jongvee erbij, de andere keer de melkkoeien. Wie ziet wat, wie geeft welk advies, die informatie was waardevol.
Resultaten stabieler
“Met alle betrokken partijen om tafel zitten voorkomt misverstanden”, stelt Casper. “Soms bedoelen we hetzelfde maar komt het net anders over op de veehouder. Bastiaan heeft bewust de samenwerking opgezocht tussen alle partijen die op zijn erf komen. Hij is ambitieus en vasthoudend. Hoewel het tijd nodig heeft gehad, zijn de resultaten nu stabieler en duidelijk waarneembaar. Uiteindelijk duurt het net zo lang om een probleem onder controle te krijgen, als de periode waarin het probleem is ontstaan. Nu bedraagt het aantal inseminaties 2,5 en dat getal zakt nog steeds. Het percentage ketose is nul. Dat geeft nog eens aan hoezeer vruchtbaarheid en conditie van de droge koeien samenhangen.”
De financiële voordelen van een goede vruchtbaarheid
Bastiaan rekent ons voor dat de vruchtbaarheidsproblemen in het verleden vooral geld hebben gekost vanwege de afvoer van ongeveer 20 koeien per jaar extra. Deze afvoer van 20 dieren per jaar x €1000 (verschil tussen slachtprijs en aankoopprijs vaarzen) kostte al €20.000 per jaar. Dat staat nog los van het feit dat de vaarzen een lagere productie behalen dan de afgevoerde oudere koeien.
“Naast de financiële kant leidde dit vooral tot heel veel frustratie,” aldus Bastiaan. “Deze koeien waren zelf gefokt, goed van exterieur en productie, maar werden vanwege vruchtbaarheidsproblemen toch afgevoerd, soms al na twee lactaties. We hebben zelfs af en toe een vaars moeten afvoeren om deze reden.”
Daarnaast bespaart de verbeterde vruchtbaarheid voor Bastiaan ook ruim 220 rietjes per jaar. Uitgaande van €25 per inseminatie (eigen arbeid + rietje) scheelt dat aan rietjes en arbeid al meer dan €5500 per jaar. Samen een besparing van minimaal €25.000 per jaar. En daar komt de reductie aan ketose nog bij. Bastiaan sluit af: “Door de verbeterde transitie en vruchtbaarheid is het arbeidsplezier weer terug!”
Bron, Nederlands onderzoek 2020: Estimating the combined costs of clinical and subclinical ketosis in dairy cows