Gruppo Chiavassa wil de komende vijf jaar het aantal koeien verdubbelen naar 3.500. De 90% eigen vermogen, gevormd door in te spelen op de hoge inflatie en het decennialang herinvesteren van winsten, maken dat mogelijk.
In Carlos Pellegrini, zo’n 450 kilometer ten noordwesten van de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires, bepaalt een constant gezoem van activiteit het dagelijkse leven bij Grupo Chiavassa. De stallen met 1.700 Holsteins en hun jongvee zijn omringd door een lappendeken van gewassen. Het familiebedrijf is levend bewijs van hoe traditie en innovatie in perfecte harmonie kunnen samengaan.
De oorsprong van Grupo Chiavassa gaat terug tot 1881, toen Pietro Chiavassa vanuit de Italiaanse regio Piemonte naar Argentinië emigreerde. In 1924 runde zijn zoon Domingo al een melkveebedrijf niet ver van de huidige hoofdlocatie van de groep. Carlos Chiavassa kwam in 1982 aan het roer te staan. Dat luidde een nieuw hoofdstuk in voor het bedrijf. Professionalisering, herinvestering van winsten en een innovatieve visie werden de hoekstenen van zijn leiderschap. Zijn zoon Cristian en diens broers en zussen werken op dezelfde basis.
Continue groei
Naarmate het bedrijf groeide in omvang, werd modernisering en opschaling noodzakelijk. In 2010 verving een veertigstands draaimelkstal de 2×8-visgraatmelkstal. Die investering ging gepaard met de implementatie van administratieve systemen die beter inzicht gaven in de winstgevendheid van elke beslissing. Mede-eigenaar Cristian Chiavassa benadrukt dat voordat er een investering wordt gedaan, de impact op de productiviteit en economische duurzaamheid zorgvuldig wordt geëvalueerd. Deze aanpak is essentieel gebleken voor het consolideren van de positie van de groep op de markt.
Tegenwoordig houdt Grupo Chiavassa 1.700 melkkoeien en produceert het jaarlijkse 21,5 miljoen liter melk. Een daggemiddelde van 37 liter per koe met 4,10% vet en 3,60% eiwit. Met deze gehalten ver boven het Argentijnse gemiddelde is de groep een belangrijke leverancier aan Grido, de grootste ijsketen van Zuid-Amerika. Daarnaast levert het bedrijf in het laagseizoen ook aan grote kaasproducenten.
De melk brengt tussen de 44 en 47 cent per liter op, afhankelijk van het seizoen en de vraag op de markt. Deze premiumprijs, vijf cent boven wat in Argentinië gangbaar is, weerspiegelt de strategie van de groep om kwaliteit boven kwantiteit te prioriteren, en tegemoet te komen aan klanten die waarde hechten aan melk met hoge gehalten.
Eigen lab om gericht te behandelen
De veertigstands binnenmelker vroeg in 2010 een aanzienlijke investering. Bovenop de bouwkosten van de stal, is een kleine €300.000 geïnvesteerd in de melkinrichting en de bijbehorende koel- en controlesystemen. Er is destijds gestart met een pilot van slechts vijftig halsbanden, nu hebben alle 2.400 koeien en het jongvee vanaf een jaar er een om. De precisie van de registratie van herkauwen, beweging en tocht heeft het antibioticagebruik met 50% verminderd, waardoor zowel de diergezondheid als de operationele kosten zijn geoptimaliseerd.
Grupo Chiavasso werkt met een intern laboratorium voor mastitisdiagnosee, zie video, Daarmee worden melkmonsters ter plaatse gekweekt en zijn de eventueel erin aanwezige bacteriën snel te identificeren. Daarmee worden antibiotica gerichter ingezet, wat de behandelingstijden verkort en de kosten drukt.
Dierenwelzijn en circulair werken
Dierenwelzijn is een hoeksteen van het model van Grupo Chiavassa. De vrijloopstallen met compostbodems, geforceerde ventilatie, verneveling en constante toegang tot water bieden de koeien een comfortabele omgeving. De investering is gemiddeld €3.500 tot €4.000 per koe. Deze stallen waarborgen het welzijn van de dieren zelfs onder extreme weersomstandigheden. Dat vermindert niet alleen de stress van dieren, maar beperkt ziektes en verhoogt de melkproductie.
De compostbedden worden dagelijks mechanisch belucht om het composteringsproces te versnellen. Structuurrijke grondstoffen als sojahullen, reststromen van de pindaverwerkende industrie en gemalen gewasresten worden toegevoegd om de koolstof-stikstofverhouding te verhogen. Dit resulteert in hoogwaardige, stabiele compost die de basis is voor de organische bemesting in de ruwvoerteelt op 1.700 hectare, waarvan 1.000 eigendom.
Het gebruik van de compost heeft in tien jaar tijd geresulteerd in een toename van het organischestofgehalte in de bodem van 2% naar 4%. Hoe hoger het gehalte, hoe beter de bodemvruchtbaarheid. Grupo Chiavassa teelt veel gewassen, waaronder snijmais, luzerne, tarwe, haver, gerst en sorghum. Alle producten gaan naar de koeien. De gewassen worden geroteerd om bodemerosie te voorkomen. Bovendien houden wintergewassen de bodem het hele jaar door bedekt. Dat vermindert de onkruiddruk wat de operationele kosten verder verlaagt.
Waterbeheer is een ander belangrijk aandachtspunt. Grupo Chiavassa vangt alle regenwater van de schuurdaken op en verzamelt dat in gecentraliseerde tanks. Het wordt gebruikt voor reiniging van gangen en apparatuur en voor irrigatie. Daarmee wordt de afhankelijkheid van grondwater aanzienlijk verminderd.
Landhuur rond €500 per hectare
De voerkosten vertegenwoordigen 35% tot 45% van de totale uitgaven van het bedrijf. De belangrijkste ruwvoeders zijn snijmais-, luzerne- en sorghumsilage. Daarnaast worden zelfgeteelde granen vermalen en gevoerd. Van buiten komen alleen premixen en mineralen.
Landhuur in de regio is duur, en is veelal gekoppeld aan de prijs van soja. De huurprijs loopt van 15 tot 18 quintals (1.500 tot 1.800 kilo) soja per hectare. Dat geeft wat prijsdemping in jaren met lage sojaprijzen, die veelal ook jaren met een lage melkprijs zijn. De huurprijs komt dit jaar uit op zo’n €440 tot €530. Dat lijkt hoog, maar in deze regio zijn drie maisoogsten in twee jaar haalbaar.
Alle veldwerk is uitbesteed aan loonbedrijven waar de groep al decennia mee samenwerkt. “Zij focussen op kwaliteit van het product en doen dat op zo’n grote schaal dat wij daar niet aan kunnen tippen”, aldus Cristian. Bijkomend voordeel is dat de groep zo ook de regionale economie ondersteunt.
Solide financiën: strategische investeringen en hefboomwerking
Grupo Chiavassa handhaaft een solide financiële structuur. Slechts 10% van het benodigde vermogen is gefinancierd. Deze hoge solvabiliteit is bereikt door 90% van de winsten in de afgelopen twee decennia te herinvesteren. Daarnaast heeft de groep ingespeeld op de Argentijnse inflatie door toegang tot leningen met negatieve reële rentetarieven. Dat maakte financiering van projecten mogelijk, zonder de financiële stabiliteit in gevaar te brengen.
€13 miljoen investeren de komende vijf jaar
“Onze aanpak is nooit speculatief geweest. Elke investering wordt ondersteund door onze focus op efficiëntie en duurzaamheid”, legt Cristian Chiavassa uit. Deze aanpak heeft de bouw van nieuwe stallen, de adoptie van technologie en de uitbreiding van de operationele capaciteit vergemakkelijkt.
Wereldwijde perspectieven: kansen en uitdagingen
Grupo Chiavassa ziet kansen voor Latijns-Amerika doordat wereldwijd de milieuregels steeds strenger worden. “Landen als Argentinië hebben het potentieel om de productie van dierlijke eiwitten te leiden, door hun uitgestrekte land en natuurlijke hulpbronnen te benutten”, aldus Cristian. De groep is zich echter ook bewust van uitdagingen, zoals concurrentie van synthetische zuivelalternatieven en duurzaamheidseisen. “De zuivelsector moet zich aanpassen aan nieuwe maatschappelijke eisen, maar heeft ook een unieke kans om te laten zien dat duurzame productie mogelijk is,” zegt Cristian.
Met een team van 26 werknemers genereert Grupo Chiavassa niet alleen banen. Het investeert ook in de persoonlijke en professionele ontwikkeling van haar werknemers. Trainingsprogramma’s, jaarlijkse retraites en workshops hebben de interne banden versterkt en een organisatiecultuur gecreëerd die gebaseerd is op samenwerking en wederzijds respect.
Nieuwe investeringen op komst
Grupo Chiavassa heeft ambitieuze uitbreidingsplannen. Het wil met nieuwbouw uitbreiden naar 3.500 melkkoeien. Daarvoor is een totale investering van €13 miljoen in de komende vijf jaar voorzien. Extra vee wordt al aangehouden. Op jaarbasis is de instroom van melkvaarzen 48%. Daarvan is 8% voor groei van de veestapel, 40% voor vervanging. Van de melkkoeien die het bedrijf afgaan, gaat 70% naar de slacht, 30% gaat veelal als tweede- en derdekalfskoe naar andere melkveehouders. “We willen wel meer melken, maar de melkstal kan meer dieren niet aan.”
Daarnaast zet de groep in op ontwikkeling van partnerschappen met lokale akkerbouwers om een stabiele ruwvoervoorziening te garanderen. Subdoelen zijn de omgeving te integreren in de groei van de groep, wederzijdse voordelen te genereren en de regionale economie te versterken.
Cristian concludeert: “Elke liter melk die we produceren, is het resultaat van generaties van inspanning. Onze missie is om die erfenis te eren en tegelijkertijd een duurzame toekomst voor onze gemeenschappen en onze planeet op te bouwen.”