In de paardenwereld is duidelijk meer ruimte om te ondernemen dan in de melkveehouderij. Tegelijk zijn de risico’s groter, zo blijkt uit een gesprek tussen melkveehouder Jan van Lent en hengstenhouder Joop van Uytert.
Het terrein rond de hengstenhouderij van Joop van Uytert in Heerewaarden (Gld.) ligt er onberispelijk bij. De poort opent automatisch en via de geasfalteerde oprijlaan bereiken bezoekers de ruime parkeerplaats voor het hengstenstation. Op het terrein staan verschillende stallen inclusief rijhal, een paddock en stapmolen. In het midden een strak gazon omheind door beukenhaagjes. Dit is duidelijk het visitekaartje voor de vele bezoekers die het paardenbedrijf jaarlijks telt. “Al houd ik er zelf ook van als alles aan het einde van de dag weer netjes is opgeruimd”, legt Van Uytert uit. Melkveehouder Jan van Lent is onder de indruk. Hij passeert de stallen gelegen aan de N322 regelmatig en heeft het bedrijf afgelopen jaren zien groeien.
Kwaliteit
Kwaliteit is waar het op het bedrijf van Van Uytert om draait. Telkens weer een zoektocht naar talent om mee te kunnen doen op wereldniveau. Het station is gespecialiseerd in dressuur en draait al jaren in de top van de Nederlandse fokkerij mee. Jaarlijks koopt Van Uytert ruim
50 veulens en rijpaarden in. Pas na drie, vier of soms vijf jaar weet hij of de aankoop van een veulen een goede keus is geweest. Van de ingekochte veulens blijven als het meezit een of twee toppers over. Echte toppers kunnen weg voor tonnen of in extreme gevallen zelfs miljoenen. Andere dieren gaan soms onder kostprijs weg. Van Uytert rekent voor: “De aankooprijzen van veulens beginnen bij ons bij € 3.000 à € 4.000. De opfok kost zo’n € 1.500 per jaar. Houd je een veulen dus twee jaar aan dan ben je al zo € 7.000 verder.”
Qua inkomsten is dit dus een lastig in te schatten tak van sport. Core business is dan ook de verkoop van sperma, goed voor rond de 2.500 inseminaties per jaar. Jaarlijks worden zo’n 500 merries op het bedrijf geïnsemineerd. Daarnaast wordt sperma verstuurd naar klanten in binnen- en buitenland. Op zich kan de onderneming op basis van deze omzet rendabel draaien, maar toch is volgens Van Uytert de jaarlijkse verkoop van een of twee toppaarden nodig om voldoende te kunnen investeren. Aan een spic en span bedrijf hangt nou eenmaal een kostenplaatje.
Ondernemerschap
Het ondernemerschap in Van Uyterts verhaal spreekt Van Lent aan. Iets wat hij vooral herkent uit de fruitteelt. Zorgen voor kwaliteit en het regelen van je eigen afzet. Iets waar veel melkveehouders volgens hem logischerwijs na jaren van marktbescherming nog steeds aan moeten wennen. Daarbij hebben melkveehouders te kampen met een stuwmeer aan regels en wetten. “Zeker als spelregels met terugwerkende kracht worden veranderd, is het lastig ondernemen”, legt Van Lent uit. Zo wil hij nog wat fosfaatrechten bijkopen. Financieel kan hij dat dragen maar hij twijfelt vanwege de stikstofproblematiek.
Van Uytert is op de hoogte van de lastige positie waarin veel melkveebedrijven zich bevinden. “Het is lastig produceren voor een wereldmarkt als je alleen in Nederland met zulke strenge regelgeving wordt geconfronteerd”, zegt de hengstenhouder. In de paardenwereld hebben ze hier gelukkig minder last van. Wel moet bijvoorbeeld ook hij van overheidswege aan hoge eisen voldoen om sperma te mogen exporteren. Er komt volgens Van Uytert per zending zomaar € 100 tot € 150 bij terwijl dit bij export vanuit Duitsland de helft minder is.
Van Uytert vraagt zich af waarom melkveehouders eigenlijk zo vaak worden geconfronteerd met nadelige regelgeving. Van Lent wijt dit aan een sterke lobby vanuit milieu- en diergroeperingen. Ook ziet hij een politiek versplinterd landschap waardoor er altijd naar een compromis moet worden gezocht. Dit leidt in zijn ogen in de regel tot halfslachtige wetgeving. Natuurlijk speelt volgens hem ook de verdeeldheid binnen de sector een grote rol. “Het maakt gewoon heel veel uit of je 100 koeien houdt op 20 of 100 hectare.” Enig voordeel voor melkveehouders ten opzichte van paardenhouders is volgens Van Uytert dat ze met de invoering van fosfaatrechten ook iets in handen hebben om te gelde te maken.
I&R
Ander groot verschil tussen beide sectoren is de I&R-regelgeving. In de rundveehouderij is dit volgens Van Lent over het algemeen goed geregeld. “Al werd recent nog anders beweerd in de discussie rond de vermeende tweelingfraude”, zegt hij met licht cynische ondertoon.
Hoe anders ligt dit voor de paardensector. “Niemand in Nederland kan je vertellen hoeveel paarden er rondlopen”, aldus Van Uytert. Bij een eventuele standstill, na uitbraak van een besmettelijke ziekte, is simpelweg niet bekend bij wie welke paarden staan. Alle paarden staan wel ergens geregistreerd, maar verkoop hoeft niemand te melden. Hij zou het beter vinden als er duidelijke regels kwamen zodat bij één organisatie bekend is waar welk paard zich bevindt.
Personeel
Op het hengstenstation werkt een vaste kern van meest oudere mensen. “Die zijn gewend om veel uren te maken, ook in het weekend”, legt Van Uytert uit. Hij merkt dat het moeilijker wordt om nieuwe, jongere werknemers te vinden die bereid zijn dezelfde uren te maken.
Ook van Lent merkt dat het moeilijk is om gemotiveerd personeel te krijgen. Eerder werkte hij vooral met Polen, nu zijn het meestal Roemenen. “Zodra de appels rijp zijn, moeten ze er ook binnen een week af. Dat red je niet met 36 uur in de week.” Hij merkt dat Poolse werknemers daar geen trek meer in hebben. In die zin lijken ze volgens hem steeds meer op doorsnee Nederlanders.
Wat betreft loslaten, durven beide ondernemers hun bedrijf met een gerust hart achter te laten. Voor Van Uytert geldt wel dat hij geen volwaardige vervanger heeft. “Ik kan niet iemand anders het inkoopbeleid laten bepalen. Het gaat vaak om gevoel en bedragen die variëren van een paar duizend euro tot een paar ton. Die verantwoording wil ik niet bij mijn personeel leggen.”
Activisme
Zowel in de melkveehouderij als in de paardenwereld speelt dierenactivisme in toenemende mate. Van Uytert kan zich flink opwinden als dierwelzijnsorganisaties aangeven dat paarden niet bedoeld zijn om op te rijden. “Als je kijkt hoe paarden hier verzorgd worden, zou je wel beter weten.” De groep activisten is volgens Van Uytert klein, maar geschreeuw wordt snel gehoord.
Van Lent kan dit alleen maar bevestigen. “De mensen die bij ons appels plukken, hebben het slechter dan jouw paarden”, grapt hij. Ook de melkveehouderij heeft steeds vaker te maken met kritische geluiden. “Terwijl ook wij onze dieren op en top verzorgen”, zegt Van Lent.
Belangrijk is volgens beide ondernemers te laten zien wat je doet en hoe je werkt. Zo stelt Van Lent zijn bedrijf open voor bezoek door schoolklassen. Van Uytert organiseert jaarlijks een grote show op zijn bedrijf. In eerste instantie gericht op mensen uit de paardenwereld, maar ook mensen uit de buurt zijn van harte welkom. Ook hij ontvangt daarnaast met enige regelmaat schoolklassen. Zowel in de paardenwereld als in de melkveehouderij geldt volgens beide ondernemers een ding: des te beter de zorg voor je dieren, des te beter de resultaten van je bedrijf.
Van Uytert toont tijdens de fotosessie aan het einde van het gesprek met trots een van zijn zwarte hengsten. Dit is waar het in zijn wereld allemaal om draait. “Als het een beetje meezit, is deze hengst alleen al meer waard dan deze hele stal.”
Flink geïnvesteerd in fosfaatrechten
Jan van Lent (42) heeft met zijn neef Claus van Lent (45) een melkvee- en fruitbedrijf op 2 verschillende locaties in Alphen (Gld.). Van Lent houdt 140 melkkoeien op 60 hectare en teelt 12 hectare appels. Hij bouwde twee jaar terug een nieuwe stal voor 175 melkkoeien. Hij kocht voor twee ton aan fosfaatrechten voor 25 extra koeien. Hij werkt vooral met seizoenarbeiders uit Roemenië, tien tot twaalf per jaar. Daarnaast zijn er twee vaste krachten die regelmatig bijspringen. Ook zijn ouders werken nog op het bedrijf mee.
Jan van Lent in vier uitspraken:
❶ ‘Als spelregels met terugwerkende kracht worden veranderd is het lastig ondernemen.’
❷ ‘Poolse werknemers lijken steeds meer op doorsnee Nederlanders.’
❸ ‘Tjonge jonge, dat wordt hier wel echt vertroeteld hè.’
❹ ‘De mensen die bij ons appels plukken, hebben het slechter dan jouw paarden.’
Bedrijf eigenhandig opgebouwd
Joop van Uytert (51) heeft samen met zijn vrouw Renate van Uytert – Van Vliet (30) een hengstenstation in Heerewaarden (Gld.). Van Uytert heeft in drie stallen plek voor 90 paarden. Het gaat vooral om hengsten waarvan een twintigtal in gezamenlijk eigendom. Rondom de stallen ligt 15 hectare grasland in eigendom. Daarbij huurt hij nog 10 hectare grasland bij. Het bedrijf bestaat nu 26 jaar. Op zijn 24e begon hij met een stal en rijhal. Vervolgens bouwde hij zijn bedrijf eigenhandig uit.
Joop van Uytert in vier uitspraken:
❶ ’Niemand in Nederland kan je vertellen hoeveel paarden er rondlopen.’
❷ ‘Uiteindelijk gaat bij ons de kwaliteit boven de kwantiteit.’
❸ ‘Export van sperma vanuit Nederland loont alleen voor het topsegment.’
❹ ‘Als het een beetje meezit is deze hengst alleen al meer waard dan deze hele stal.’