Johan Keijsers gebruikt een mineralenconcentraat uit de mestverwerking. Hij bespaart daarmee op kunstmestaankoop en ziet bemestingsvoordelen.
Het voorjaar is losgebarsten en ook op de weilanden van melkveehouder Johan Keijsers heeft de eerste bemesting plaatsgevonden. De Vervaet met bemester van de loonwerker laat via ontelbare gleufjes in de zode de meststof achter. Het is echter geen drijfmest maar een mengsel dat voornamelijk bestaat uit een stikstofrijk mineralenconcentraat, aangevuld met drijfmest en water. “Omdat deze meststof dunner is dan drijfmest loopt het ook veel beter in de gleuven tijdens het zodenbemesten”, zegt de ondernemer.
Zo’n vier jaar geleden begon Keijsers voorzichtig met het gebruiken van concentraat. Hij moest elk jaar zo’n 2.200 kuub mest afvoeren en zocht naar nieuwe mogelijkheden zoals verwerking. Zodoende kwam hij bij mestafzetcoöperatie Mestac terecht. Uiteindelijk bleek rundveemest niet handig om te verwerken maar zo zijn wel de contacten gelegd. Inmiddels is hij daar ook bestuurlijk actief.
Mestac promoot de afzet van het stikstof- en kalirijk mineralenconcentraat uit de mestverwerking voor gebruik in de Nederlandse landbouw als alternatief voor kunstmest. Zo is Keijser er zelf ook ingestapt. “Het sluit helemaal aan bij de kringloopgedachte van de overheid. En op bedrijfsniveau is een flinke besparing op kunstmest mogelijk.” Keijsers begon destijds met mineralenconcentraat alleen bij de tweede snede. Voorzichtig wat bijgemengd bij de drijfmest. Inmiddels is dus alle kunstmest vervangen.
De veehouderij is nog niet goed bekend met het gebruik van mineralenconcentraat. Dat komt ook omdat de wetgever het nog altijd ziet als dierlijke mest. Via een pilot is gebruik ervan als kunstmest wel toegestaan. “Even melden op de site en het is geregeld”, vat de ondernemer het kort en bondig samen. Overigens zijn de geluiden gunstig dat binnen afzienbare termijn mineralenconcentraat wél als kunstmestvervanger kan worden gebruikt.
Verhouding veranderen
Het mineralenconcentraat van Mestac wordt in de markt gezet als een stikstofmeststof. De afgelopen jaren laat de Brabander ongeveer 550 ton per jaar aan concentraat op zijn bedrijf komen met recent zo’n 8,3 kilo fosfaat per ton. Om het vloeibare product te kunnen gebruiken is wel opslag nodig. Dat kan op bedrijven een lastig punt zijn, maar niet bij Keijsers; onder de wachtruimte van de melkstal heeft hij een aparte mestopslag. Daarin wordt telkens in een verhouding van 7 tot 8 kuub concentraat, 20 kuub drijfmest (half melkvee, half jongvee) en 3 kuub (spoel)water gemengd. Dat dunne mestmengsel wordt vervolgens met een zodenbemester geïnjecteerd. Voor de eerste snede dit jaar is de gift 8 kuub concentraat per hectare. Bij latere snedes kunnen de verhouding en de hoeveelheid veranderen, met een wat lager aandeel concentraat.
Kringloop
Natuurlijk onderschrijft Keijsers de gedachte van de kringloop maar zeker zo belangrijk is voor hem het financiële voordeel; hij bespaart jaarlijks zo’n € 3.500 tot € 4.000 op aankoop van kunstmest. In de winterperiode komt er nog een opslagvergoeding voor het concentraat bij.
Bijkomende voordelen noemt hij de kali en andere sporenelementen die er ‘gratis’ bijzitten. “Op deze zandgrond is die hoeveelheid kali meestal geen probleem. Op zwaardere gronden is het wel oppassen en is kali de beperkende factor.”
Tegenover de besparing zitten wel wat extra kosten voor het uitrijden van het concentraat-mengsel; dat gebeurt door de loonwerker. “Maar ik bespaar op de kosten van het strooien van kunstmest.”
Monsters nemen
Om de juist hoeveelheid concentraat te gebruiken vindt Keijsers het belangrijk om precies te weten hoe de mineralentoestand is: in de grond, de kuilen en de mest. Dat betekent dus regelmatig monsters nemen voor analyse en op basis daarvan de bemestingsstrategie optimaliseren. “Elke snede wordt gemonitord.” Dat kost weliswaar wat extra geld, maar het weegt voor hem gemakkelijk op tegen de voordelen, ook door het beter managen van de mineralenstromen. “Ik ben veel bewuster bezig met bemesting dan vroeger. Iedere kilo stikstof die je verprutst kost € 6 aan opbrengst.”
Naast de directe besparing op de aanschaf van stikstof verwacht de ondernemer dat voordeel zit in een betere benutting van de mineralen. Zo bevat het concentraat de goed opneembare ammoniumstikstof en kan het mengsel emissiearm worden uitgereden. “Zeker omdat het verdund is, komt de stikstof beter beschikbaar en ontstaat minder ammoniak.”
Qua opbrengsten van gras en voederwaardes ziet de melkveehouder weinig verschil met de tijd dat hij nog kunstmest gebruikte. Keijsers benadrukt wel dat het altijd lastig vergelijken is omdat geen enkel jaar hetzelfde is. “De kwaliteit van het gras is goed en de koeien geven er goed melk van.”
Johan Keijsers (37) heeft met zijn ouders in Leende (N.-Br.) een intensief melkveebedrijf met ruim 100 melkkoeien op 26 hectare grond in eigendom. Hij is bestuurlijk actief onder andere bij mestafzetcoöperatie Mestac.