Doorgaan naar artikel

Extra grasopname cruciaal om concurrerend te blijven

Melkveehouders in Uruguay zijn sterk afhankelijk van export. De Dietrichs zetten in op grasopname om de kostprijs te drukken. Ook willen ze diversificeren.

Maximilian Dietrich is de derde generatie die de boerderij 100 kilomter ten westen van Montevideo runt. Er lopen nu 300 herfstkalvende Holsteins het hele jaar door buiten op 123 hectare weiland. De totale oppervlakte in eigendom strekt zich uit tot 350 hectare, daarnaast wordt 150 hectare verderop gepacht. De koeien gaan twee keer per dag door een 2×22-visgraat-swing-over melkstal. De gemiddelde daggift is 22 liter melk met 3,90% vet en 3,45% eiwit.

De koeien worden in twee groepen verdeeld, eerst naar lactatiedagen en vervolgens naar productie. Nagenoeg al het vrouwelijk jongvee wordt opgefokt. Het percentage vervanging is 25%, zo’n 70 drachtige vaarzen worden jaarlijks verkocht voor export. De kosten voor het grootbrengen van een vaars tot twee weken voor afkalven bedragen €835. De stierkalveren worden vetgemest voor de vleesproductie.

Het bedrijf werkt met seizoensmatig afkalven; zes weken lang kunstmatige inseminatie bij koeien en vaarzen, daarna nog een maand een Angus-stier aan het eind van het bevruchtingsseizoen. “Met ki proberen we aanleg voor melkproductie te verhogen, de koe wat kleiner te maken en een goed en gezond uier te hebben”, stelt Maximiliaan.

Naast het gezin werken er zes vaste medewerkers. Een externe voedingsdeskundige, agronoom en dierenarts ondersteunen de ondernemers.

De koeien vreten 8,5 kilo droge stof per koe per dag in de wei, ingezaaid met luzerne, zwenkgras en raaigras. Daarnaast 5,5 kilo droge stof per koe per dag silage van snijmais, luzerne, raaigras en haver. Daarbovenop krijgen ze 5 kilo droge stof uit krachtvoerachtigen zoals korrelmais, gemalen gerst, DDGS, koolzaad, katoenpellets en sojabonenpellet. “De voermengwagen draait deze TMR afhankelijk van de weersomstandigheden een of twee keer per dag voor het voerhek.”

Maximiliaan is geïnteresseerd in nieuwe technologie, maar let scherp op de kosten ervan. “In 2019 hebben we een kalverdrinkautomaat geïnstalleerd. De capaciteit ervan is dit jaar verdubbeld. We fokken er nu 120 kalveren mee op.” Hij wil investeren in automatische tochtdetectie en gps-ondersteuning in de voederwinning en het spuiten tegen herbiciden. “Moderne, goede technologie moet helpen meer informatie te kunnen verwerken.”

Gemiddeld bedroegen de productiekosten van Maximilian in 2021 €0,26 per liter en zijn jaarlijkse gemiddelde opbrengsten uit de melkveehouderij zijn 6 cent hoger. De ondernemer zag de kosten in het eerste half jaar van 2022 met 5 cent per liter stijgen tot €0,31 per liter. “De melkprijs steeg niet navenant mee.”

Uruguay produceert 2,2 miljoen ton melk en exporteert 70% van de productie. Het is dus sterk afhankelijk van de wereldmarktprijzen. “We proberen de kostprijs te drukken door de koeien zoveel mogelijk gras te laten eten, omdat dit de goedkoopste voercomponent is. Ook willen we het inkomen diversifiëren, door de akkerbouwtak uit te breiden en een sterkere synergie tussen akkerbouw, zuivel en het vleesvee te creëren.”

Groeien in koeien

Maximilian Dietrich boert met zijn ouders Klaus en Lilia. Het bedrijf begon in 1955 met 60 hectare pompoenen, zonnebloemen, suikerbieten, tarwe en mais. Daarnaast waren er 15 melkkoeien. De melk werd destijds afgeroomd en de room en boter lokaal verkocht. Na de aankoop van een melkmachine en melktank ging de melk naar ’s lands grootste verwerker Conaprole. Dat was opmaat naar verdere groei. In de jaren zeventig volgde een uitbreiding richting 40 koeien. In 1989 liepen er 90 koeien en is overgestapt op een visgraatmelkstal. In 2009 is een tweede melkveebedrijf op 17 kilomter van de eerste locatie gestart.
Maximilian kwam in 2018 bij de boerderij nadat hij was afgestudeerd als landbouwkundig ingenieur. In 2020 zijn de twee melkveebedrijven met in totaal 500 hectare land samengevoegd.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin