Maurice en Ankie van Erp, deelnemer aan Koeien & Kansen, willen met efficiënte input zo goed mogelijk melken. “We streven naar een hoge melkproductie uit zoveel mogelijk eigen ruwvoer van een goede kwaliteit”, zegt Maurice van Erp.
In de ruilverkaveling, enkele kilometers buiten Maren-Kessel, ligt het melkveebedrijf van Maurice en Ankie van Erp. Zij zijn sinds 2018 Koeien & Kansen-deelnemers. Ze streven naar een gezonde bodem en naar gezonde, productieve koeien. In de ruwvoeroptimalisatie hebben de vennoten veel aandacht voor bodemverbetering, optimale bemesting, op het juiste moment maaien en goed inkuilmanagement. “We willen veel melk produceren uit ruwvoer van een goede kwaliteit. Daarvoor hebben we de afgelopen jaren ook geïnvesteerd in zes nieuwe sleufsilo’s”, zegt Maurice van Erp.
Om kosten te besparen, verrichten Maurice, Ankie en hun zzp’er veel arbeid zelf. Ze schakelen de loonwerker alleen in voor mest rijden, inkuilen en zaaien van gras en mais. “Ik heb voor zomerstalvoeren geïnvesteerd in een frontmaaier en sindsdien maaien we al het gras weer zelf. Er staat nog een bredere schudder op mijn verlanglijstje, want investeren in veel en goed ruwvoer kan altijd uit”, stelt Van Erp.
Optimaliseren bodem
Het bedrijf wil investeren in bodemoptimalisatie om de gras- en maisopbrengsten te verhogen. “We willen de bodemvruchtbaarheid verbeteren met het 60-20-20-systeem. Dat wil zeggen 60% blijvend grasland en 20% maisland in een driejarige rotatie met 20% gras-rode klaver”, vertelt Van Erp. “In blijvend grasland kunnen bodemleven en organische stof zich optimaal ontwikkelen. Daardoor stijgt het organischestofgehalte. Zeker op onze zware kleigrond kan dat oplopen naar 12% en uiteindelijk tot wel 20%. Dat gebeurt pas na jaren, maar het stimuleert wel de productiviteit en weerbaarheid van de zode. En daar profiteren we van, zowel in droge als natte jaren.”
Meer bodemleven zorgt ook voor voedselvoorziening van weidevogels. “En dat past goed bij onze activiteiten in nestbescherming en natuurbeheer.” Het zaaien van mais na drie jaar gras-rode klaver verhoogt de maisopbrengst vanwege de stikstofnalevering van de grasklaverteelt. “Dat kan ook een besparing op kunstmest opleveren.”
Zomerstalvoeren voor betere eiwitbenutting
Om de voerefficiëntie te verhogen, past Van Erp vanaf 2013 zomerstalvoeren toe. “Dat verhoogt simpelweg de drogestofopname van vers gras en het levert meer VEM en eiwit per kilo droge stof op. Met alleen beperkte weidegang haal je geen grasopname van 10 kilo droge stof per koe per dag. Dat lukt wel met zomerstalvoeren in combinatie met mais voeren”, vertelt Van Erp.
De winst van zomerstalvoeren zit ook in een betere eiwitbenutting van het verse gras. De Brabantse veehouder heeft becijferd dat gras binnengehaald voor zomerstalvoeren 30 tot 35 gram extra eiwit per kilo droge stof bevat in vergelijking met graskuil. Dat scheelt 150 gram eiwit per koe per dag en dat bespaart 0,3 kilo soja. Bij de huidige sojaprijs bespaart zomerstalvoeren ongeveer € 7.000 per jaar. “Je hebt wel extra bemestings- en machinekosten, maar dat kun je wegstrepen tegen minder kosten voor gras inkuilen.”
Normaliter begint Van Erp rond eind juli met zomerstalvoeren na een periode van weidegang. Maar dit voorjaar gingen de koeien op 19 april naar buiten en is hij ook direct begonnen met zomerstalvoeren. “We moesten wel, want onze voorraad gras was na drie droge zomers en muizenschade in grasland van 2019 op. In die jaren kwamen we niet verder dan 8 ton droge stof aan grasopbrengst per hectare.”
Besparen op krachtvoer
Van Erp voert zijn melkvee één keer daags een gemengd rantsoen (kuilgras, mais, bierbostel, cigarant, soja-raap en mineralen) plus nog een keer zomerstalvoeren erbij. “Door deze voerstrategie vreten onze koeien dagelijks ongeveer 16,5 kilo droge stof aan ruwvoer. Veel ruwvoer benutten, bespaart op krachtvoeraankoop.” Het melkvee kan krachtvoer opnemen in twee krachtvoerboxen. Het krachtvoerverbruik hierin is met maximaal 5 kilo per koe per dag, en maximaal 4 kilo voor de vaarzen, laag.
Het eiwitniveau in het rantsoen is met 155 gram ruw eiwit per kilo droge stof bewust laag. “Dat bespaart op aankoop van eiwitrijke brok. Afgelopen beweidingsjaar kwam het ureum niet boven 16 uit. Dat betekent een goede stikstofbenutting, mits de productie op peil blijft. Ik voer zo scherp mogelijk, maar wel met behoud van productie en gehalten. Daardoor zijn de krachtvoerkosten met € 7,42 per 100 kilo melk relatief laag.”
Een efficiënte melkproductie komt ook terug in het opvallend lage percentage veevervanging. De afgelopen drie jaar was de vervanging gemiddeld 15%. “Dat bespaart op kosten voor jongveeopfok en het zorgt voor meer fosfaatruimte voor melkvee. Het melken van oudere koeien verbetert de voerefficiëntie”, zegt Van Erp. De gemiddelde leeftijd van zijn veestapel is 5 jaar en 11 maanden.
Duurzaam produceren
Van Erp is op zoek naar een goede emissiearme vloer. Niet alleen om in 2024 te voldoen aan de strengere ammoniakemissienormen in Noord-Brabant, maar ook om vaste mest te kunnen scheiden van urine en de N-benutting te verhogen. “Scheiden bij de bron levert waardevolle meststromen op, vaste mest en dunne fractie. Daarmee willen we de bemesting van gras- en maisland optimaliseren, waarmee we het bodemleven verder verbeteren.”
Wageningen University & Research heeft bij Van Erp een proef gedaan met methaanmetingen. Hierbij is gekeken wat het effect is van veranderingen in samenstelling van krachtvoer en bijproducten op de methaanuitstoot. “Ik vind het ook interessant hoe we met de ruwvoersamenstelling deze uitstoot kunnen verlagen, maar dat vraagt nog meer onderzoek.” Het Brabantse bedrijf heeft met minder dan 1.100 kilo CO2-equivalenten per ton meetmelk een lage broeikasgasemissie. Een hoge voerefficiëntie (1,41) en een hoog aandeel mais (30%) in het rantsoen dragen daar zeker aan bij.
Nieuw Nederlands Weiden
Vanaf 1997 hield Van Erp zijn koeien jaarrond op stal. “Dat had arbeidstechnische voordelen en het gaf minder grasverliezen op onze relatief zware kleigrond.” Sinds twee jaar weidt hij weer, omdat Van Erp verwacht dat meer zuivelafnemers op langere termijn weidegang verplichten. De vennoten experimenteren met Nieuw Nederlands Weiden. Daarbij is de volledig gedraineerde huiskavel van 38 hectare met flexibele draadjes verdeeld in percelen van gelijke grootte. “We hebben onze draai met weiden nog niet helemaal gevonden, dat blijft wat zoeken.”
Naam: VOF Maurice (46) en Ankie van Erp (46). Woonplaats: Maren-Kessel (N.-Br.) Bedrijf: Stroobroek Melkvee houdt 160 koeien met 50 stuks jongvee. Het intensieve bedrijf heeft 66 hectare grond in gebruik, waarvan 64,3 hectare grasland en 1,7 hectare snijmais. De vennoten nemen deel aan Koeien & Kansen en verrichten de arbeid op het melkveebedrijf samen met losse arbeidskrachten voor vier avondmelkingen.
Het rollend jaargemiddelde is 9.658 kg melk met 3,48% vet en 4,30% eiwit. Het melken gebeurt in een 28-stands carrousel en FrieslandCampina neemt de melk af. Strategie: focus op veel eigen arbeid, efficiënt produceren, lage kosten, duurzaamheid, verbetering van de bodem, natuurbeheer en nestbescherming.