Doorgaan naar artikel

Advocaat: ‘Belangrijk om RAV in stand te houden’

Meerdere betrokkenen bij de recente ‘stikstofuitspraken’ van rechtbank Midden-Nederland gaan in hoger beroep. “Voor de sector is het belangrijk dat we de RAV-lijst in stand kunnen houden”, aldus advocaat Marieke Toonders (Linssen Advocaten).

De recente ‘stikstofuitspraken’ van de rechtbank Midden-Nederland passen in een heel rijtje recente uitspraken van regionale rechtbanken: Noord-Nederland, Oost-Brabant en Limburg gingen al voor. Waar het om gaat zijn óf vergunningsaanvragen van (voornamelijk) veehouderijen, of handhavingsverzoeken omtrent bepaalde activiteiten op veebedrijven. In het geval van Midden-Nederland, toonde de rechtbank onder andere zijn twijfels bij de wettelijke normen voor emissiearme systemen. Die staan vermeld op de RAV-lijst. Maar de rechter vindt dat het te onzeker is of de systemen daadwerkelijk zoveel emissie reduceren als waarvoor ze op papier staan, en vernietigde daarom vergunningen voor bedrijfsuitbreidingen waarbij hiermee gerekend is.

Tot stand komen RAV

Advocaat Marieke Toonders van Linssen Advocaten vertegenwoordigt één van de betrokken veebedrijven, en laat weten dat ze in hoger beroep zullen gaan tegen de uitspraak. Ook de provincie Utrecht heeft aangekondigd in hoger beroep te gaan. “De rechtbank ziet reden om aan emissiefactoren in de RAV te twijfelen, door het CBS-rapport ‘Stikstofverlies uit opgeslagen mest’ en het CDM-advies. Maar die onderzoeken zijn niet gebaseerd op feitelijke metingen”, zegt ze. Terwijl voor het tot stand komen van de RAV wél metingen zijn gedaan op bedrijven in de praktijk. “Die twijfel zullen we moeten wegnemen”, aldus Toonders. “Voor de sector is het belangrijk dat we die RAV in stand kunnen houden.”

Beweiden en bemesten

Toonders en collega Esther Wijnen (eveneens advocaat bij Linssen) constateren dat de uitspraak wat betreft de RAV-normen in lijn ligt met een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. Waar de meeste recente uitspraken wellicht nog een stap verder in gaan, is de discussie rondom beweiden en bemesten en of hier een vergunning voor nodig is. De rechtbank volgt de algemene conclusie van de Commissie-Remkes dat dat over het algemeen niet nodig zal zijn, omdat koeien in de wei voor minder stikstofuitstoot zorgen dan koeien op stal. Maar de Midden-Nederlandse rechtbank vindt wel dat voor iedere specifieke situatie moet worden gekeken of er geen uitzonderlijke situatie is. “In dat opzicht is die uitspraak vergaand en blijft onzeker of het beweiden en bemesten zonder vergunning is toegestaan”, aldus Toonders.

Regelgeving: kansen en risico’s

Is het als veehouder op dit moment nog verstandig om überhaupt aan de slag te gaan met bedrijfsuitbreidingen en intern salderen? Toonders en Wijnen beamen de onzekerheden die hiermee mee gemoeid zijn. De kans bestaat dat bij het in principe vergunningsvrije interne salderen een handhavingsverzoek zal volgen. “De vraag is, wat komt er nog meer?”, stelt Wijnen echter. “Het is kijken: wat is er op dat moment qua regelgeving, en wat zijn de kansen en risico’s. Het is een proces wat een aantal jaren kan lopen, je kunt incalculeren dat er procedures gevoerd gaan worden. Maar je weet niet wat er nog meer komt als je wacht.”

Raad van State

Het hoger beroep van de uitspraken van rechtbank Midden-Nederland zal dienen bij de Raad van State. Wat als die een streep door de RAV-systematiek zet? Wat zou dit ook betekenen voor vergunningen die al wel onherroepelijk verleend zijn, op basis van de emissienormen op de RAV-lijst? “Bedrijven die reeds gebruik hebben gemaakt van hun vergunning hebben te goeder trouw gehandeld, op basis van toestemming van de provincie”, reageert Toonders. “In het kader van rechtszekerheid mag je verwachten dat hier uiterst zorgvuldig mee wordt omgegaan.”

Politiek ingrijpen

Voor nieuwe situaties geldt dat de rechtbank feitelijk zegt dat op individueel niveau een beoordeling moet plaatsvinden. Dat betekent dus dat de gevolgen van de wijzigingen van een veehouderij op bedrijfsniveau getoetst moeten worden. Toonders: “Dat wil niet altijd zeggen dat de uitkomst zal zijn dat er negatieve effecten zijn voor de natuur. Dat zal dan uit onderzoek moeten blijken.” De vraag is hoe de rechtbank hier vervolgens mee om zal gaan. Maar ook of de politiek zal ingrijpen, zoals waar de rechtbank Midden-Nederland in een – opmerkelijk – voorwoord bij zijn uitspraken ook min of meer op aandringt. Toonders constateert ook: “De politiek heeft nu een belangrijke rol.”

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin