Tussen 2017 en 2021 groeide de balanswaarde van Nederlandse land- en tuinbouwbedrijven, vooral in de melkveehouderij, naar €3,8 miljoen, een toename van €800.000, vooral door hogere grondwaarde en de waarde van dier- en fosfaatrechten, aldus een WUR-rapport. - Foto: Michel Velderman
Fosfaatrechten melkvee dalen 1,2% naar 84,7 miljoen (2018-2022), net onder plafond van 84,9 miljoen door afromen bij handel.
Het aantal fosfaatrechten voor melkvee daalde tussen 2018 en 2022 met 1,2% tot 84,7 miljoen, vlak onder het plafond van 84,9 miljoen fosfaatrechten. Deze daling is het resultaat van het afromen van rechten bij handel. Na het bereiken van dit plafond worden afgeroomde rechten niet meer geschrapt, maar naar de fosfaatbank verplaatst. In 2022 bevatte deze bank 742.000 rechten, wat neerkomt op 1% van het totaal, aldus het WUR-rapport Staat van Landbouw, Natuur en Voedsel. Deze rechten, gelijk aan de fosfaatproductie van ongeveer 17.000 melkkoeien, zijn primair bedoeld om grondgebondenheid te stimuleren en bieden vooral jonge landbouwers kansen.
Handel in fosfaatrechten
Fosfaatrechten zijn in principe vrij verhandelbaar, met enkele uitzonderingen zoals erfopvolging of bloedverwantschap. De handel in afgeroomde fosfaatrechten daalde van 4,2 miljoen in 2018 naar ongeveer 2,5 miljoen per jaar tussen 2019 en 2021, met een lichte stijging naar 2,9 miljoen in 2022. De handel is daarmee afgenomen van 5% van het totaal aantal rechten in 2018 tot ongeveer 3% in de jaren 2019-2021, en steeg iets naar 3,4% in 2022. Dit vertegenwoordigt een equivalent van 88.000 melkkoeien in 2018 en ongeveer 47.000 tot 57.000 koeien in de daaropvolgende jaren.