Meer werkgemak en goede groei door andere opfok Onbeperkt krachtvoer en gehamerd stro leidt bij het jongvee op het Koepon Veebedrijf tot meer groei, uniformiteit en arbeidsgemak. Marcel Rijkers (37) is bedrijfsleider van het Koepon Veebedrijf in Feerwerd (Gr.). Met 5 fulltimers en 2 parttimers melken ze 385 melkkoeien. Het bedrijf heeft daarnaast 250 stuks vrouwelijk jongvee en stieren uit de fokkerijtak. Het rollend jaargemiddelde is bijna 12.000 kg melk met 4,10% vet en 3,40% eiwit. Op het bedrijf wordt 3 keer daags gemolken en het bedrijf heeft een oppervlak van 250 hectare, 200 gras, 40 tarwe en 10 mais. Op de thuislocatie heeft het bedrijf vier ruimtes voor ieder 10 nuka’s. De lucht in de ruimtes is geconditioneerd. Vorig jaar startte het bedrijf met een andere manier van jongveeopfok; het KalfGarant-concept van De Heus en Alpuro Breeding. De jongste dieren krijgen zo vaak mogelijk biest. Minimaal 6 keer en het liefst van de eigen moeder. Is dat er niet voldoende dan, geteste, biest van een andere moeder. De hoeveelheid wasknijpers bij het dier geven aan hoeveel biest ze hebben gehad. Binnen het concept starten de dieren met zoveel mogelijk biest, daarna veel kunstmelk en daarna wordt de hoeveelheid krachtvoer opgebouwd tot onbeperkt, aangevuld met gehamerd stro. Vanaf 2 weken krijgen de dieren onbeperkt krachtvoer. Eerst spelen ze er vooral mee, maar vanaf 3 weken vreten ze hun bakjes leeg. Het bedrijf was eerst nog bang dat onbeperkt krachtvoer voeren zou leiden tot voedingsdiarree. Na de vier ruimtes op de thuislocatie gaan de dieren naar een van de 80 iglo’s op de jongveelocatie een kilometer verderop. Rijkers is in het nieuwe concept ook te spreken over de uniformiteit in de koppel. Het blijkt dat de dieren meer weerstand hebben door de goede start, waardoor ze ook later in de jongveeperiode meer energie en weerstand hebben. Daardoor kunnen ze meer voer aan en groeien ze gezonder. Omdat het bedrijf de arbeid rondzet met een team medewerkers is gekozen voor een simpel en robuust voersysteem. Medewerker Wouter maakt de melk voor de nuka’s in de iglo’s. De jonge dieren bij Koepon worden volgens een strikt schema gevoerd. De groei van de kalveren was gemiddeld 700-800 gram per dag en nam in het afgelopen half jaar toe tot 1 kilo per dag. De kleur van de wasknijper op de speenemmer geeft aan hoeveel melk het dier moet hebben. Op de melktaxi staat het voerschema voor de nuka’s in de iglo’s. Na de iglo’s verhuizen de dieren via groepshokken naar de openfrontstal. Het rantsoen wordt aangevuld met gehamerd stro. Dit stro is van constante kwaliteit en wat zoeter dan normaal stro. De dieren vreten het graag. Onbeperkt krachtvoer voeren vraagt volgens Rijkers om goede bakken waaruit niet gemorst wordt. Koepon koos voor de blauwe silobakken van Alpuro. Er kan 80 kilo in een bak. ’s Ochtends gaan er twee emmers voer in en ’s avonds worden deze gecontroleerd. De dieren 5 tot 11 maanden staan weer op de hoofdlocatie. Ze staan in groepen op roosters en ligboxen en schuiven per maand een groep door. Het doel is afkalven op 22 maanden en dan met gemak 10.000 kilo melk produceren.