Doorgaan naar artikel

Voortdurend bezig met bedrijfsoptimalisatie

Melkveehouder Wim van Tilburg werkt continu aan bedrijfsoptimalisatie, samen met zijn vrouw, dierenarts Marjolein Feiken. De resultaten zijn sindsdien verbeterd, maar het kan volgens de Groningse veehouders altijd nog beter.

Aan enkele gebouwen op het erf van het melkveebedrijf van Wim van Tilburg en Marjolein Feiken is nog duidelijk te zien dat het een voormalig akkerbouwbedrijf is. “In 2002 heb ik dit bedrijf, toen nog samen met mijn ouders en broer in maatschap, gekocht en is een nieuwe ligboxenstal gebouwd. In oktober 2003 zijn we hier koeien gaan melken”, vertelt Wim van Tilburg.

In eerste instantie bood de stal plaats voor 107 melkkoeien en bijbehorend jongvee. Na uitbreiding in 2012 was dat voor 125 koeien en bijbehorend jongvee.

Het ouderlijk bedrijf in Hellum is overgenomen door Jan Pieter, de broer van Wim. “Vanaf 2007 zoek ik naar mogelijkheden om de bedrijfsvoering te optimaliseren. In 2008 heb ik Marjolein ontmoet en sindsdien doen we dat samen.”

Aanpassing op diverse fronten

In 2007 begon Van Tilburg met vervanging van boxbedekking door diepstrooiselboxen met gehakseld stro. “Aanleiding was een te groot aantal koeien met dikke hakken; en ik wilde het koecomfort verbeteren. Het aantal behandelingen van dikke hakken daalde van 21% naar 0%”, vertelt Van Tilburg. “Gehakseld stro kunnen we in onze regio volop kopen. Gescheiden mest in de boxen vonden we minder interessant. We verrijken liever de drijfmest met stro. Dat vermindert de ammoniakemissie en het is goede mest om de bodem te verbeteren.”

Wim en Marjolein besteden ook veel aandacht aan de droge koeien, zowel qua rantsoen als huisvesting. “Focus op droge koeien is de basis voor alles”, stelt Van Tilburg. “In de beginjaren kregen de droge koeien restvoer van het melkvee. Sinds 2007 krijgen ze een apart gemengd droogstandsrantsoen, dat bestaat uit 6,7 kilo maiskuil, 10 kilo vogelweidehooi en 1,7 kilo raapzaadschilfers, aangevuld met losse mineralen. Het nieuwe rantsoen heeft het aantal koeien met stofwisselingsstoornissen rond afkalven flink verlaagd.”

Groot strohok en meer ligboxen

In 2012 is de stal verbreed met een groot strohok en meer ligboxen, die extra breed zijn. Tegelijkertijd zijn ook de ligboxen voor de melkkoeien verbreed. “We hebben 13 ligboxen ingeleverd, maar het koecomfort is verbeterd. We hebben geen melk ingeleverd, want de productie per koe ging omhoog zonder extra krachtvoer.” Ook zijn de roosters opgeruwd en werd rubber in de melkstal geplaatst, om uitglijden van koeien te voorkomen.

In 2015 is een nieuw waterrondpompsysteem geïnstalleerd om de kwaliteit van het drinkwater te verbeteren. “Dit is later nog weer aangepast om een biofilm op het water te voorkomen.”

Weidegang en ruwvoer

In 2012 is overgestapt op dag en nacht weidegang. “Op onze grote huiskavel is dat goed mogelijk. Voor ons is het een uitdaging om zoveel mogelijk te melken op gras en we vinden het mooi dat de koeien buiten lopen. Weidegang verlaagt ook de kostprijs, want met de opname van veel vers gras hebben we lagere krachtvoerkosten.”

Om de grasbenutting verder te verbeteren gaat het overschot aan gras naar de grasdrogerij in Oldambt, om er grasbrok van te maken. Ook telen de vennoten grasklaver om meer eiwit te telen en de stikstofbenutting te verbeteren.

Qua weidegang is gekozen voor rantsoenbeweiden, waarbij alle percelen zijn opgedeeld in blokken van 2 hectare. “Tweemaal daags krijgen de koeien een nieuw stuk van zo’n 0,5 hectare, afhankelijk van grasgroei en -hoogte”, vertelt Van Tilburg. Sinds 2014 meet hij het gras regelmatig met een grashoogtemeter.

In de ruwvoervoorziening wil het bedrijf zoveel mogelijk zelfvoorzienend zijn. “We kopen alleen wat raapschilfers, krachtvoer, mineralen en tarwe. De tarwe is ontsloten, geplet en gedroogd en laten we in een silo blazen.”

De voerkosten zijn met € 6,60 per 100 kilo melk en een productie van ruim 10.000 kilo melk per koe relatief laag. In de 2×12 zij-aan-zijmelkstal is een individuele krachtvoergift mogelijk op basis van de lactatiecurve.

Kalveropfok en celgetal

De kalversterfte is met 6% (waarvan 5% doodgeboortes) bijzonder laag. Dat is onder meer te danken aan een verbeterd transitiemanagement. Het begint al voor het droogzetten door verschraling van het rantsoen en verlaging van de melkfrequentie. “Hierdoor drogen de koeien goed op. Het droogstandsrantsoen zorgt voor een lagere melkgift dan voorheen. Dat levert dikkere biest op; we sturen op 6 liter biest bij de eerste melking.”

De kalveren zijn gehuisvest in een aparte schuur, ooit een stro-opslag van het toenmalige akkerbouwbedrijf. Ook is besloten om gepasteuriseerde volle melk te voeren en is de hygiëne rond afkalven verbeterd. Er zijn meer eenlingboxen aangeschaft en deze worden consequenter en goed gereinigd.

In de jongveeopfok streeft de vof naar een afkalfleeftijd van de vaarzen van 24 maanden. “Jonger hoeft van ons niet, dat past niet bij ons voerregime. We vinden dat de pinken zich eerst goed moeten kunnen ontwikkelen voordat we insemineren. Daarmee verwachten wij ons vee ook langer te kunnen melken.”

Mastitis gericht aangepakt

In 2009 had de vof met 47% te veel mastitiskoeien. “We zijn begonnen met bacteriologisch onderzoek en gericht behandelen. Daarnaast hebben we de hygiëne rond het melken verbeterd. Ook besloten we om na het melken standaard te dippen. Dat hielp; het aantal mastitiskoeien daalde naar 16% en ook het celgetal ging omlaag.” Het Groningse melkveebedrijf is BVD- en IBR-gecertificeerd.

Oudere koeien melken

Van Tilburg wil graag een volwassen veestapel melken. “Dat scheelt in de jongveeopfok en oudere koeien melken is efficiënter.” De leeftijd bij afvoer is 6,9 jaar met een levensproductie van 44.173 kilo melk. “Ik voer niet graag koeien af en wil ze oud laten worden. Daarom sturen we op beperking van de gedwongen afvoer van jonge koeien met minder dan 4 lactaties, want dat is jammer en vaak niet nodig.”

Met preventief gezondheidsbeleid streeft de vof naar een gemiddeld koeleeftijd van minimaal 8 jaar. De veevervanging is nu 20%, het streven is 15%.

In het fokkerijbeleid wordt vaker gekozen voor het Fries-Hollandse ras. “We willen echte weidekoeien, dus fokken we op koeien die passen bij ons systeem.”

De diverse maatregelen van de afgelopen 12 jaar hebben de technische en financiële resultaten verbeterd. “Maar we zijn nooit klaar, er valt altijd wat te verbeteren. Ook willen we de kosten zo laag mogelijk houden. Een belangrijke ontwikkeling vind ik het verbeteren van de mestkwaliteit en de bodemvruchtbaarheid”, stelt Van Tilburg. “Daar gaan we zeker nog op investeren om nog meer zelfvoorzienend te zijn dan we nu al zijn.”

Wim van Tilburg (43) en Marjolein Feiken (40) melken in VOF in Siddeburen 122 koeien en houden 66 stuks jongvee. Er is 95 hectare grond in gebruik, waarvan 77 hectare huiskavel en 18 hectare gepacht natuurland. Het bouwplan bestaat uit 72 hectare blijvend grasland, 11 hectare grasklaver, 8 hectare mais en 4 hectare wintertarwe. Het rollend jaargemiddelde is 10.217 kg melk met 4,05% vet en 3,44% eiwit. FrieslandCampina neemt de melk af. Marjolein heeft haar eigen bedrijf, zij is vennoot in Valacon. Wim werkt met avondmelkers en zzp’ers. Strategie: sinds 2008 werkt de vof aan optimalisatie van de bedrijfsvoering, waarbij de vennoten met een preventief beleid sturen op volwassen en gezonde koeien en op arbeidsgemak.

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin