Kringloopboeren roepen de Tweede Kamer op om vooral de praktijkkennis van boeren te benutten in de transitie van de landbouw naar kringlooplandbouw.
“Zorg dat de praktijkkennis die we afgelopen 20 jaar hebben opgedaan niet verloren gaat”, is het pleidooi van de ondernemers.
In een petitie aan de Tweede Kamerleden benadrukt de coalitie van kringloopboeren dat zij de nieuwe koplopers van Nederlandse landbouw zijn en dat er al veel praktijkkennis beschikbaar is. De organisaties zitten inmiddels wel aan tafel zitten bij het ministerie van landbouw over de omslag van de landbouw naar kringlooplandbouw. Toch zijn ze bezorgd dat het kringloopconcept te veel vanuit de huidige landbouwpraktijk wordt ingevuld.
Melkveehouder Dictus Hoeksma noemt de Kringloopwijzer als voorbeeld. Dit systeem was volgens hem oorspronkelijk bedoeld om kringlopen te sluiten, maar is mede door het project Koeien en Kansen verworden tot een instrument om zoveel mogelijk koeien op een hectare te houden. Hoeksma wil voorkomen dat de gangbare praktijk straks als kringlooplandbouw wordt aangemerkt. De kringloopboeren zijn bovendien bezorgd dat het onderzoek voor kringlooplandbouw hoofdzakelijk via Wageningen UR loopt.
Praktijkprogramma
Netwerk Grondig heeft samen met het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) en het Louis Bolk Instituut een Praktijkprogramma ontwikkeld. Daarin wordt de kennis vanuit de praktijk gebundeld en is inzichtelijk gemaakt welk onderzoek nodig is. Bodemvruchtbaarheid en biodiversiteit staan hierin centraal.
De partijen roepen de politiek op om dit programma te betrekken bij de uitwerking van de landbouwvisie van minister Schouten. De petitie werd aangeboden door Netwerk Grondig, namens 22 landbouw- en voedselorganisties.