Het percentage melkveebedrijven met een fosfaatoverschot daalde in de periode van 2015 tot en met 2017 van 56,7% naar 53,8%, op een totaal van ruim 20.000 geregistreerde ondernemingen. Dit blijkt uit de tweede rapportage van Wageningen UR over de gevolgen van de Algemene Maatregel van Bestuur Grondgebonden groei melkveehouderij (AMvB Grondgebondenheid).
Van de overschotbedrijven is de grootste groep die met een relatief beperk overschot van maximaal 20 kilo per hectare. De groep overschrijders met meer dan 50 kilo per hectare slonk van 12,8% naar 11,3% van het totaal.
De bedrijven met de grootste overschotten komen vooral voor in Zuid-Nederland en vervolgens in Oost-Nederland.
Bedrijfsareaal groeide
De landelijk gemiddelde (forfaitaire) melkproductie per hectare kwam in 2017 uit op 91,2 kilo per hectare, wat vrijwel identiek is aan het cijfer in 2015. De gemiddelde bedrijfsoppervlakte steeg met 2 hectare naar 49 hectare. Het aantal melkkoeien ging met 6 stuks omhoog naar 84.
Niet alleen bedrijven met fosfaatoverschot vergrootten hun areaal. Terwijl het fosfaatoverschot gemiddeld genomen daalde, steeg het areaal grond in gebruik bij melkveebedrijven met 24.000 hectare naar 950.000 hectare. Opvallend genoeg waren het niet alleen de bedrijven met een fosfaatoverschot die hun areaal vergrootten. De bedrijven zonder overschot breidden hun areaal met 10.000 hectare uit. Het areaal grond bij bedrijven met meer dan 50 kilo fosfaatoverschot per hectare ging met 6.000 hectare naar beneden.