Hij noemt zichzelf geen veehouder, maar ondernemer met koeien. Arnold van Dorp benadert de teelt van gras dan ook zakelijk. Hij streeft naar veel gras, veel melk en een hoge efficiëntie. ‘Meer gras van eigen land betekent minder aankopen.’ Hij haalt in een topjaar wel 18 ton drogestof per hectare. ‘Eens in de zeven tot tien jaar gaat elk perceel op de kop.’
De eerste week van mei ging de eerste snede gras van Arnold van Dorp in de kuil. Het is de eerste maaisnede van het jaar en met een beetje geluk volgen er nog vijf. ‘We maaien alles in één keer’, geeft de melkveehouder uit Hazerswoude-Dorp aan. ‘Dat doen we een week of vier, vijf later nog een keer en zo werken we het hele grasseizoen door, zes sneden achter elkaar.’ Met zo’n drie ton drogestof per snede komen de totale grasopbrengsten op zo’n 18 ton drogestof gras per jaar. ‘Dan is het ook wel een heel goed jaar’, nuanceert Van Dorp. ‘Maar gemiddeld 14 ton drogestof per jaar halen we wel van een hectare. Wanneer je zo intensief bent als ons bedrijf, realiseer je je heel goed wat de aankoop van voer kost en dus weten we heel goed dat we zoveel mogelijk gras van ons eigen land moeten halen.’
Akkerbouw aanpak
Aan de basis van die hoge graslandproductie ligt een vruchtbare grond: veengrond met een bovenlaag klei. Mais heeft de melkveehouder wel een tijdje geteeld, maar dat leverde ‘teveel oogstrisico’s’ op. ‘Bovendien kun je beter mais aankopen dan gras. Niemand verkoop zijn beste graskuilen.’ Op alle 52 hectare grond die het bedrijf in gebruik heeft, staat dan ook gras. Gras dat past bij het doel van het bedrijf: zoveel mogelijk gras per hectare oogsten om er daarna veel en efficiënt melk van te produceren. ‘We zaaien dus ook eens in de zeven tot tien jaar een perceel opnieuw in’, noemt Van Dorp als succesfactor. ‘Dat betekent dat elk jaar wel 10% van het areaal, een hectare of 5 tot 6, in het najaar op de kop gaat.’
Hij hanteert voor de teelt van gras een akkerbouwmatige aanpak, zo geeft hij aan. ‘Eigenlijk werken wij net als in de akkerbouw met rijpaden. Wanneer je zo vaak met zware machines over de grond rijdt gaat het verdichten en daar groeit echt minder gras. Door altijd hetzelfde spoor te kiezen met maaien, harken en hakselen, beperk je die verliezen.’ Ja, zelfs het bemesten met de sleepslang gebeurt vanuit het rijspoor. ‘Het draagt bij aan hogere opbrengsten.’
Combi diploïd en tetraploïd
Voor de herinzaai heeft hij de laatste jaren gekozen voor de mengsels MilkMax en MilkMax Tetra. ‘Ik kies graag een combinatie van diploïd en tetraploïd gras. Bij tetra-mengsels heb je wel meer opbrengst, maar de hergroei is minder wanneer het wat te kort gemaaid is of wanneer de oogst onder wat minder gunstige omstandigheden verloopt.’
De MilkMax mengsels hebben nog een voordeel: ze bevatten rassen die iets een ‘stengeltje’ hebben. ‘Dat is belangrijk voor een rantsoen wat wij hebben met een hoog aandeel krachtvoer. We willen het snelle gras oogsten met een hoge voederwaarde, maar ook met behoud van structuur. Massa met een stengeltje zeg maar.’ Daarbij is de verteerbaarheid van de grasrassen uit het MilkMax assortiment hoger, is zijn ervaring. ‘Nieuw gras groeit anders dan oud gras, dat is veel meer blad doordat het enorm is uitgestoeld’, legt hij uit. ‘Het nieuwe gras kan je vergelijken met de teelt van graan. Het staat niet zo dicht, maar heeft een hele goede combinatie van blad en stengel, voorwaarde voor kwaliteit ruwvoer is dat de verteerbaarheid van de stengel ook goed is.’
Overigens heeft de veehouder nog een wens bij de keuze van zijn grasmengsel: een hoge levensduur van het gras. ‘Ik wil graag soorten die zich zo lang mogelijk onder ons grasregime kunnen handhaven. Dan houden we het perceel zo lang mogelijk productief.’ Overigens zegt hij er wel bij dat vooral zijn vader Henk heel alert is op de kwaliteit van de grasmat. ‘Hij loopt regelmatig door de percelen en weet me precies te vertellen welke stukken weer toe zijn aan een vernieuwing.’
12.000 liter melk per koe
Van Dorp melkt -met hulp van medewerkers en vader Henk- 250 koeien en heeft er daarnaast ook nog een bouwonderneming bij. Strak plannen luidt het credo, en ook ‘keep it simple’. ‘Als je het mij eerlijk vraagt zou ik ook prima zonder grond koeien kunnen melken, qua rendement is de eigen teelt van ruwvoer natuurlijk bedroevend. Al het voer aankopen is nog rendabeler dan zelf verbouwen. Maar grond is in onze omgeving en onze sector een noodzakelijk kwaad. En als je dan toch grond hebt, haal er dan ook zoveel mogelijk af’, adviseert hij.
Een hoge grasopbrengst verlaagt de kosten voor voeraankoop. Bovendien haalt Van Dorp met gras als basis in het rantsoen de hoogste productie: zo’n 12.000 liter melk per koe. ‘We kuilen het gras in met een drogestofpercentage van 40 tot 45%. Dat is vrij droog’, geeft de ondernemer al aan. ‘Doordat we compact voeren kun je beter werken met wat drogere kuil, het water voegen we dan later wel toe.’
Naast het eiwitrijke gras bevat het rantsoen maiskuil, sodagrain en een eiwitbrok. ‘Eén TMR rantsoen voor alle koeien, in de robots voeren we nog maar minimaal krachtvoer.’ Uiteindelijk levert het rantsoen een hoge productie én een prima efficiëntie. ‘De BEX en de KringloopWijzer zijn daar blij mee’, geeft Van Dorp aan. ‘Nog belangrijker voor mij is dat de kostprijs per kilo melk heel scherp is. Zo haal ik het meeste rendement uit het melken van koeien.’
MilkMax met Fiber Energy
Hoe hoger de verteerbaarheid van het gras, hoe hoger de voeropname en hoe hoger de productie van de koeien. De MilkMax graszaad mengsels bevatten DLF Fiber Energy, oftewel grasrassen die zo’n 4-8 % hoger scoren op plantverteerbaarheid. Deze rassen zorgen voor een stijging in melkproductie van zo’n halve liter per koe per dag en daarmee een hogere efficiëntie.
Lees meer over DLF Fiber Energy