Doorgaan naar artikel

‘We willen allemaal de baas zijn’

Kees en Thea Broersma willen alle vier hun kinderen de kans bieden zelfstandig melkveehouder te worden of een ander bedrijf te starten. Bovengemiddeld rendement, volop samenwerking en financiële planning zijn daarvoor de basis.

“Hij had de kuilbak al gekocht”, appt Kees Broersma nog voordat de auto Jistrum uit is. Broersma is duidelijk trots op de ondernemerszin en besluitvaardigheid van zijn zoon Rinse die met hem, zijn vrouw Thea en ingehuurde arbeid het bedrijf met 340 koeien runt. Rinse kwam even de stal in om de prijs te melden van een nieuwe blokkendoseerwagen. “Ik heb hier flink op af kunnen dingen”, waarna Rinse weer aan het werk ging. “Hij doet altijd de machinehandel”, reageerde Kees in een volgend appje, en daarmee is de kous af.

Vertrouwen, dat krijgt Rinse van zijn ouders. Net als de andere kinderen. Ook over zijn andere zoon, Cor, is Kees vol lof. Die runt vanaf zijn 22e toch maar een in 2020 aangekocht bedrijf met 135 koeien op 76 hectare, waarvan 25 gepacht. “Goede kijk op de koeien, weet hoe ze te voeren en goed te melken.” Cor zit prima op zijn plek daar in Opende. Aan beide kanten van het kavelpad grote percelen. Geen greppels en zonder bomen. “Hij vindt dat prachtig maaien, Rinse is hier beter op zijn plek want die vindt dat landschap daar maar saai.”

Twee zonen al aan het boeren, nog een zoon en dochter te gaan. Het doel is duidelijk: Kees en zijn vrouw Thea willen al hun kinderen de kans bieden en de mogelijkheden ervoor schapen dat ze zelfstandig ondernemer kunnen zijn. Dat hoeft niet in Nederland te zijn. De derde zoon, Sietse, werkt op een melkveebedrijf in Duitsland nabij Rostock. “Als hij in Nederland wil starten, dan kunnen we de thuislocatie in Jistrum geschikt maken voor twee maten. Als hij in Duitsland verder wil, zouden we in Jistrum grond kunnen verkopen waardoor we hem financieel kunnen ondersteunen om een goede start te maken. Hij zal zich eerst twee jaar in Duitsland moeten onderdompelen om de wetgeving en mores te leren kennen. Van buitenlandse wetgeving zijn wij niet op de hoogte.

En dochter Alyne van 17 heeft ook de ambitie om zelfstandig onderneemster te worden. Haar shirt vermeldt in grote letters ‘boerin’. Ze werkt in het bedrijf mee en vindt het een mooi vak, wil er ook in managen maar vindt zichzelf te jong om nu al te beslissen over zo’n grote stap. Ze weet wel: als ze zelfstandig boerin wil worden of anderszins ondernemer, haar ouders doen er alles aan om dat mogelijk te maken. “Die drang naar zelfstandigheid hebben ze alle vier. Ze willen allemaal de baas zijn”, lacht Kees.

Vier kinderen de kans geven op een fatsoenlijk bedrijf is waar Kees en Thea de komende tien jaar aan blijven werken. Ze zien wel wat haken en ogen opdoemen, ook al omdat het bedrijf stevig gefinancierd is. De totale financiering moet worden opgebracht met in totaal 475 koeien op 190 hectare in eigendom. “Voor de aankoop van Opende hadden we gespaard”, zegt Kees. “De machines en het vee in Opende hebben we contant betaald, tweederde van de grond gekocht en de resterende grond wordt gepacht. Daarbij wordt de rente en aflossing van ‘Opende’ betaald uit het rendement van de thuislocatie. Het rendement van Opende wordt gebruikt voor het aflossen van de gekochte fosfaatrechten.

Samenwerking en financiële planning basis voor succes

Financiële planning is een van Broersma’s sterke punten. Kees startte door het bedrijf van zijn vader over te nemen. “De gebouwen stonden voor laag op de balans, dat vergemakkelijkt een overname, net als de Tante Agaath-lening die destijds mogelijk was. Omdat Thea en ik in maatschap waren, was die twee keer te krijgen.”

Het bedrijf groeide, mede door goede resultaten, volop samenwerkingen en Thea’s inkomen van buiten het bedrijf, als kool. “Samenwerking is altijd succesvol als je de winst in het midden laat liggen”, is Kees’ parool. Via samenwerkingen kreeg het bedrijf vleugels in grondposities. Er is nu ongeveer 100 hectare, een derde van het totaal, via reguliere of liberale pacht dan wel losse huur in gebruik. “Het moet je gegund worden.” Veelal wordt grondgebruik na enige tijd geformaliseerd, na lange tijd wordt de grond dan ook vaker wel dan niet ter overname aangeboden “en altijd op een moment dat het minder past, na een andere forse stap.”

Zoals hij bij grond handelt, gaat het ook met andere toeleveranciers en afnemers. Dat de loonwerker 45 hectare mais doodspoot in 2022 was niet echt leuk. “Het is nooit duidelijk geworden of de fout bij de middelenleverancier of de loonwerker lag. Uiteindelijk viel de schade mee door het lange groeiseizoen.” De relatie met de loonwerker stond geen moment ter discussie. Van de middelenleverancier is afscheid genomen. “Die wilde geeneens de mogelijkheid van een fout onderzoeken. Daar waren we direct klaar mee.”

6,2 cent meer marge per kilo melk dan gemiddeld

12 jaar geleden is er 44 hectare grond aangekocht. Toen is het renterisico afgedekt met een renteswap. “Dat heeft ons achteraf tien jaar geld gekost. Met de aankoop van Opende hebben we weer met een tienjarige rente gewerkt. Dit mede omdat de bank de rente gebruikt in de langjarige begroting. Dat valt nu in ons voordeel uit. Rente is voor ons een groter risico dan de melkprijs.”

Heel goed rendement

Het rendement is structureel goed. Niet door heel gekke zaken. Het bedrijf draait netjes, maar niet spectaculair goed op de diverse onderdelen. Nee, overal gaat het net wat beter dan gemiddeld, zonder dat er minnen in de hoofdgroepen staan. Goede productie, niet teveel krachtvoer. Mechanisatie netjes op peil, maar niks luxe. De ene trekker heeft al 12.000 uur op de teller, de andere 18.000. “Boekwaarde nog 250 euro. Gewoon goed blijven onderhouden, in 2022 hebben we de hoge melkprijs hiervoor benut. Hier hoeft geen nieuwe trekker te draaien. De hark is een keer aan vervanging toe, en we hebben er vorig jaar een frontmaaier bijgekocht zodat we met twee combinaties kunnen maaien.” De loonwerk- en mechanisatiekosten liggen door de keuzes wel 2,2 cent onder gemiddeld, de totale kosten liggen 4,1 cent onder het gemiddelde in zijn groep van bedrijven.

De opbrengsten liggen juist 2,2 cent boven gemiddeld, mede door Planet Proof, keurige gehalten en wat extra opbrengsten voor groene diensten. Het totale verschil van (afgerond) 6,2 cent per kilo melk is wel ruim 200.000 euro op jaarbasis voor de thuislocatie. “De fiscale winst was, zoals op veel bedrijven, in 2022 hoog. Door Rinse goed te benutten als startende ondernemer en het laatste vrije afschrijvingsdeel van de MDV-stal te gebruiken moet over de rest belasting worden betaald. Gebouwen en machines zijn volledig afgeschreven. Om belasting te drukken zullen we voor de toekomst een wijziging moeten doorvoeren in de bedrijfsstructuur.”

Openheid voorop

Al zulke zaken worden open aan de keukentafel besproken. De kinderen kennen de financiële positie en de resultaten. “We hebben geen geheimen, als ze iets weten willen, vragen ze wel en geven we antwoord. Dat werkt prima. Ik heb geen zin in een verplicht familieberaad elke maandagmorgen.”

Aankoop van een extra locatie in de aanloop naar een besluit van de laatste twee kinderen is geen optie. “Ik wil geen bedrijfsleider aanstellen voor een overgangsperiode”.

Kees en Thea zijn al jaren aan het puzzelen met de overdracht naar de volgende generatie. Dat proces werd extra pregnant toen bij Kees kanker geconstateerd is. Die is, na chemokuren “vooral de laatste hakte erin” verdwenen, maar toch blijft dat op de achtergrond meespelen. “In die periode was Kees duidelijk minder met de gedachten bij het bedrijf”, zegt Thea.

Het was aanleiding zaken notarieel vast te leggen. Dat proces is nog niet afgerond. “Flynth is er mee bezig, het vraagt nogal wat omdat er nu twee bedrijven zijn die verschillen van omvang. Daarnaast wil je de fiscus niet onnodig spekken plus dat we vast moeten leggen dat de andere twee kinderen ook de kans krijgen toe te treden of een bedrijf te starten. We willen dat nu snel afronden.”

Jistrum-20231201 Mts. Broersma: Kees, Thea en zoon Rinse.

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin