Een hoger eiwitgehalte in het voer, minder gebruik van kunstmest, een hogere opbrengst en minder kachtvoer-verbruik. De voordelen van gras/klaver zijn voor melkveehouder Wibo van der Linde reden genoeg om standaard bij herinzaai klaver bij het graszaad toe te voegen, op maai- en weidepercelen. ‘Ik mis het als ik het niet in het land heb.’
Het is alweer 10 jaar geleden dat melkveehouder Wibo van der Linde in het Zeeuwse Achthuizen begon met het telen van gras/klaver. ‘Er werd gezegd dat het eiwitgehalte in het voer hoger is bij klaver in het grasland, en dat je kunt besparen op kunstmest’, noemt hij de beweegredenen om te experimenteren in zijn bouwplan met de stikstofbindende plant. Het bleek allemaal te kloppen, zo vertelt de melkveehouder. ‘Het eiwitgehalte in de kuil kwam eerder nooit hoger dan 12-13%, maar inmiddels zitten we bij de eerste snede al op 17-18% eiwit. In het najaarsgras ligt dat nog hoger.’
Lagere krachtvoerkosten
Met de hogere eiwitgehalten kan hij besparen op de aankoop van extra eiwit in het rantsoen en daarmee op de krachtvoerkosten. ‘Cijfers heb ik daar niet van, maar ik schat dat het toch wel een halve kilo krachtvoer per koe per dag scheelt.’ Met een veestapel van 115 koeien betekent het jaarrond toch al gauw een besparing van 6000 tot 7000 euro aan voerkosten. ‘De klaver betaalt zichzelf terug’, aldus Wibo die aangeeft dat het klaverzaad wel wat duurder is. ‘De teelt is wel duurder, ook omdat de grasmat bij ons een levensduur van zo’n twee jaar heeft toegevoegd.’
De melkveehouder ruilt grasland uit met zijn buurman akkerbouwer: eens in de vier jaar komen er aardappels op een perceel. ‘We zaaien jaarlijks wel 10 hectare opnieuw in en werken dus altijd met vrij jong gras.’ Dankzij het aandeel klaver en de jonge, productieve zode haalt hij gemakkelijke een gemiddelde opbrengst van ruim 14 ton drogestof per hectare. ‘We streven naar een maximale grasopbrengst. Wanneer ik genoeg voer voor de koeien heb kan ik de hectares die ik over heb weer uitruilen met de akkerbouwer: hij gebruikt van mij één hectare, ik krijg twee hectare terug.’ Een goede samenwerking vindt Wibo. ‘Een hectare uitruilen betekent altijd meer opbrengst dan ‘m zelf houden.’ Met 45 hectare grasland, waarvan zo’n 35 hectare met gras/klaver, komt het moment eraan dat hij nog weer 5 hectare aan een akkerbouwer kan uitbesteden. ‘We hebben voer genoeg. Ja, ook de afgelopen droge jaren groeide het goed door. Dat was vooral te danken aan de klaver, ook bij droogte levert het opbrengst.’
Rode én witte klaver
Bij het inzaaien van het gras/klaver gebruikt Wibo per hectare 5 kilo klaver en 35 kilo graszaad, bestaande uit Engels raaigras en timothee. ‘Op de maaipercelen zaaien we rode klaver, voor de percelen die we weiden de witte klaver’, vertelt de melkveehouder. ‘De witte klaver is beter bestand tegen de koeienpoten. Ik merk op mijn maaipercelen wel dat op de kopakkers, waar we veel met machines rijden, en op de lichtere grond de rode klaver het moeilijk heeft.’ De witte klaver in de weidepercelen is er overigens een tijdje uit geweest. ‘Het aandeel klaver was zo extreem dat ik bang was dat het ten koste van de gezondheid van de koe zou gaan. Maar inmiddels heb ik meer ervaring’, zegt hij lachend. ‘In het rantsoen krijgen de koeien naar de gras/klaver ook nog 18 kilo mais. Wanneer je maar genoeg energie naast de gras/klaver voert, kan de koe het goed aan. Dat zie ik terug in het ureumgehalte in de melk dat nooit boven de 20 uitkomt.’ Dus ook de weidepercelen zaait hij inmiddels weer in met gras/klaver. ‘Als het er niet inzit mis ik het.’
Betere koegezondheid
De koeien houden van afwisseling in het rantsoen, zo is de ervaring van Wibo. Daarom gaat hij naast de gras/klaver dit jaar ook kruidenrijk grasland inzaaien. ‘Met extra klaver vanzelfsprekend. De koe houdt van afwisseling in het rantsoen, van nature zal ze ook van alles en nog wat vreten.’ Naast een goede opname denkt de melkveehouder dat de afwisseling ook goed is voor de gezondheid van de koeien. ‘Ze krijgen een betere weerstand, ze weten echt wel wat goed voor ze is.’
Er zijn overigens nog wel een aantal lessen die hij geleerd heeft over het werken met gras/klaver. ‘Je moet de klaver niet wegpesten’, vat hij samen. Zo is het vroege najaar de beste periode om te herinzaaien. ‘Klaver houdt niet van teveel nattigheid of kou. Door het in september te zaaien krijgt het de kans om voor de winter mooi op te komen en goed aan te slaan.’ In het voorjaar bemest hij de gras/klaver normaal als alle andere percelen.
Na de tweede snede schroeft hij de kunstmestgift flink terug. ‘Je zit in de gewoonte van kunstmeststrooien, maar je moet het lef hebben om dat achterwege te laten wanneer het aandeel klaver hoog genoeg is. De klaver moet dan het werk doen.’ Hij ziet in het voorjaar de klaverplantjes met moeite. ‘Eerst moet je ze zoeken, maar bij de tweede snede komt het heel hard en dan zie je ook dat de stikstoflevering zijn werk doet. De klaver groeit dan zo hard dat het boven het gras uitkomt.’ Een aandachtspunt bij het kuilen heeft hij nog wel. ‘De klaver heeft een wat houterige stengel, het is belangrijk dat je het goed vastrijdt in de kuil.’ De stoppellengte na het maaien is zo’n 7-8 centimeter. ‘Zo blijft het groen en start dan ook weer gemakkelijk op, we maaien vier tot vijf keer per jaar. Gemiddeld heb ik denk ik zo’n 30% klaver in het grasland en nee, dat aandeel is me niet gauw te hoog.’
Meer klaver, meer eiwit, minder kunstmest
Door klaver in het graslandmengsel op te nemen kun je besparen op kunstmest. Klaver is een vlinderbloemige plant. De witte klaver kan wel 150 kilo stikstof per hectare binden, de rode tot wel 300 kilo. De stikstof komt in de bodem terecht en daarmee meteen ten goede aan de plant. De opbrengst van gras/klaver is daarmee hoger dan alleen bij gras. Bovendien krijgt roest in het najaar geen kans en zo blijft het gras extra smakelijk en nemen de koeien er meer van op.