Urmond (L.) - Paul Alberti bouwde ruim 3 jaar geleden een nieuwe ligboxenstal. Alberti bouwde 4 jaar geleden nieuw, moest inschikken vanwege fosfaat en houdt nu toch weer meer vee aan. Melkvee100plus ging opnieuw langs. Paul Alberti (39) heeft in maatschap met zijn ouders Theo (68) en Elly (68) en broer Luc (35) in Urmond (L.) een veebedrijf met 113 melkkoeien, 55 stuks jongvee en 85 hectare land. De familie bouwde eind 2016 een nieuwe stal voor 160 melkkoeien. Bij de financiering van de stal was er qua fosfaatreductie nog geen vuiltje aan de lucht. De stal is wel begroot op 1,4 miljoen kg melk per jaar en twee melkrobots (er was toen al ruimte voor een derde). De bank financierde op 75% stalbezetting. Daardoor valt de financiële schade nu mee. Al moet Alberti uiteraard scherp langs de wind zeilen. De stal is zeer licht en de looplijnen zijn goed. Er zijn veel doorsteken en alle separatiehokken staan achter de melkrobots. Er is capaciteit voor 160 koeien. Met 113 dieren is de stalbezetting nu iets meer dan 70%. Vanwege fosfaat moest Alberti zeker in het begin snijden in de veestapel. Dat ging overigens vooral ten koste van jongvee. In 2018 waren er nog maar 30. Zo kwam het vervangingspercentage in het gedrang. Om toch weer te kunnen groeien, kocht Alberti in 2018 en 2019 voor in totaal €250.000 aan fosfaatrechten (1.300 kg fosfaat). Vee kocht hij niet. Hij zette in op eigen aanwas. Ook de komende jaren probeert Alberti gestaag te investeren in fosfaatrechten. Hij kijkt vooruit en probeert te groeien tot 135 melkkoeien en 65 stuks jongvee. Met dat aantal stuks melkvee is een derde melkrobot nog niet nodig. Daar was tijdens de stalbouw al wel rekening mee gehouden. De middelste cabine kan zo ingericht worden. Sinds 2019 houdt Alberti extra jongvee aan en voert hij nauwelijks nog koeien af. Tussen 2017 en 2020 nam de gemiddelde levensmelkproductie met 20% toe tot 40.712 kg en steeg de gemiddelde afvoerleeftijd van 6 tot 6,5 jaar. Het aantal lactaties pluste van 2,5 tot 3. Die veroudering van de veestapel had uiteraard ook negatieve, maar ingecalculeerde gevolgen. Veel koeien die Alberti in 2019 ‘spaarde’, gingen in 2020 alsnog weg. Qua afvoer en uitval waren er dit jaar 19 koeien, terwijl dit er vorig jaar 10 waren. Het langer aanhouden van de koeien leidde deze zomer wel tot een piek in celgetal: 250 tot 300. Dat is nu weer terug op 150. Toch zijn de gezondheidsproblemen over het algemeen niet te groot, merkt Alberti die nadrukkelijk vooruit kijkt. De koeien zijn goed aan de melk, het is vooral letten op gewrichten en klauwen. Preventie is belangrijk. Alberti is niet per se meer gaan bekappen, hij past vooral beter maatwerk toe door scherp controleren en signaleren. De twee Lely-melkrobots blijken een goede keuze voor Alberti. Het aantal melkingen zit sinds het begin al rond de 3 per dag (nu 3,1). Grote storingen zijn er ook niet geweest. Alleen in de opstartfase was er een productiefout in de aansturing van de compressor. Er zit meer automatisering in de stal. Deze Juno-voeraanschuifrobot bijvoorbeeld. Alberti zegt er geen omkijken naar te hebben. Storingen heeft hij niet gehad. De koeien lopen op twee verschillende emissiearme vloeren. In de mestgangen ligt een dichte D1-vloer met om de 1,20 meter een afstort. In de doorsteken en in de wachtruimte voor de melkrobots ligt een Meadow-vloer met rubber op de roosters. Een mestrobot met sproeisysteem houdt de vloeren schoon. Die mestrobot heeft het door de onderbezetting in de stal in de zomer soms lastig. Zeker tijdens de laatste zomers. Mest droogt dan te snel op en de vloer wordt te glad. Vooral op plekken waar minder koeverkeer is. Om de robot te ontlasten zou Alberti graag nog investeren in een druppelinstallatiesysteem. De dichte D1-vloer ligt in het grootste gedeelte van de stal. De vloer is prima beloopbaar, voldoende stroef en koeien rennen er ook op. Maar in droge zomerperiodes – als de mest aankoekt – lijkt de afstand van 1,20 meter tussen elke afstort net te groot voor de mestrobot. Op bepaalde plekken in de stal waar minder koeien lopen, had Alberti achteraf liever de Meadow-vloer gelegd. De Meadow-vloer pakt als welzijnsvloer goed uit. Ook de mestdoorlaat is prima. Qua milieu heeft Alberti wel zijn twijfels. Zijn de emissies echt zoveel lager? In de praktijk merkt hij dat de kleppen onder de roosters niet werken. Of ze staan open of ze zijn kapot. De koeien liggen op gelmatrassen met kaf. De matrassen zijn erg soepel en een zeer grote plus, aldus Alberti. Er zijn ook bijna geen koeien met kale hakken. Op de matrassen ligt kaf. Dit kaf komt van een speltteler uit de buurt en is vooral prijstechnisch interessant. Tijdens de afgelopen zomer met hoog celgetal heeft Alberti ook nog even lavameel toegevoegd, maar dat gaf te weinig meerwaarde. Voor de melkrobots bevindt zich een ruim strohok. Alberti investeerde eind 2016 ook in zonnepanelen op het dak van de oude stal. Met de voorgerekende 50.000 kWh per jaar zou hij precies energieneutraal moeten zijn. De panelen leveren echter 20% meer stroom. Die extra stroom gaat het net op. Veel rendement geeft dit echter niet. Pakweg €800 per jaar. Een overzicht in die oude stal waar nu het jongvee en de droge koeien gehuisvest zijn. Aan een kant van de voergang zijn alle boxen weggehaald. Hier heeft Alberti één groot strohok van 30 bij 5 meter van gemaakt. Ook met uitloop naar buiten. Aan de andere kant van de voergang heeft Alberti 20 zwevende boxen op 1,20 meter afstand gerealiseerd. Vanwege die laatste aanpassing moet Alberti nog wel het voerhek verhogen.