Veel veehouders die geen (actuele) Natuurbeschermingswetvergunning (NB-vergunning) hebben, doen er verstandig aan een nieuwe aan te vragen. Doen zij dit niet dan is de kans groot dat latent vergunde ruimte vervalt als de PAS deze zomer van kracht wordt.
Ook bedrijven die hebben uitgebreid of veranderd zijn na 7 december 2004 en geen actuele NB-vergunning hebben, doen er verstandig aan een nieuwe vergunning te aanvragen. Zo niet dan raken zij aangekochte ammoniakrechten kwijt als het nieuwe stikstofbeleid wordt ingevoerd.
Vrijwel iedere veehouder heeft een NB-vergunning nodig om te kunnen boeren. Dit is een vergunning die de provincie afgeeft. In de PAS wordt geregeld dat bedrijven die geen Natuurbeschermingsvergunning hebben, maar wel de overige benodigde vergunningen, op basis van de PAS een NB-vergunning kunnen krijgen. Bepalend daarbij is de maximale veebezetting in de jaren 2012, 2013 en 2014. Latente ruimte die wel vergund is in de omgevingsvergunning kan vervallen als de PAS in werking treedt.
Veel veehouders willen nu hun bestaande NB-vergunning actualiseren omdat zij nieuwe aanpassingen hebben gedaan aan hun stal of omdat zij die nooit hebben aangevraagd. De provincie Brabant heeft 1.100 aanvragen voor de Natuurbeschermingswetvergunning in behandeling. Daar komen gemiddeld nog zestig aanvragen per maand bij.
Gelderland ontvang jaarlijks 1.000 tot 1.500 aanvragen voor een NB-vergunning van boeren. In de eerste weken van dit jaar ontving de provincie 400 aanvragen. Overijssel geeft gemiddeld per jaar 1.000 NB-vergunningen aan boeren en had op 1 januari 2015 al 246 aanvragen in behandeling. Ook in Drenthe en Utrecht zijn het afgelopen halfjaar honderden nieuwe vergunningen aangevraagd. In Zeeland speelt het onderwerp nauwelijks. Deze provincie ontvangt 50 tot 70 NB-vergunningsaanvragen per jaar.