Een bedrijfseconomisch optimale gebruiksduur van koeien is 8 tot 9 jaar. Verlengen van levensduur is duurzaam en geeft veel extra rendement.
Melkveehouders en zuivelondernemingen streven gezamenlijk naar een toekomstbestendige zuivelsector. Daartoe is in 2011 de Duurzame Zuivelketen opgezet. Al vanaf 2011 wordt ingezet op verlenging van de levensduur van koeien. “Een lange levensduur is geen doel op zich, maar wel een logisch gevolg van onze andere doelen gericht op verbetering van diergezondheid en -welzijn”, zegt Bregje van Erven, namens de Duurzame Zuivelketen. “Gezonde koeien zijn het uitgangspunt. Ze hebben een beter leven, leven langer, hebben minder antibiotica nodig en verlagen emissie van ammoniak en broeikasgassen. Dat is goed voor de koe en de melkveehouder en krijgt maatschappelijke waardering”, stelt Van Erven.
Koeien nog niet oud genoeg
Het gestelde doel was een verlenging van de gemiddelde levensduur van koeien met 6 maanden in 2020 ten opzichte van 2011. In 2011 was de gemiddelde leeftijd bij afvoer
5 jaar, 8 maanden en 11 dagen. In 2017 was de gemiddelde leeftijd bij afvoer 5 jaar, 6 maanden en 29 dagen was. In 2018 was dat 5 jaar,
6 maanden en 20 dagen. Op dit moment voldoet de levensduur van koeien nog steeds niet aan de doelstelling. Hoe kan dat? “De belangrijkste oorzaak is de fosfaatwetgeving”, zegt Van Erven. “Dat heeft een fors negatieve invloed gehad op het resultaat voor levensduur. Melkveehouders hebben meer koeien afgevoerd dan alleen de koeien met gezondheidsproblemen.
Voor de komende jaren lijken de vooruitzichten voor verlenging van levensduur wel beter.” Door gedwongen afvoer in 2017 en 2018 hebben veehouders extra geselecteerd en ook koeien met minder ernstige aandoeningen afgevoerd. Het fosfaatrechtenstelsel stimuleert een lagere jongveebezetting om binnen de beschikbare fosfaatruimte meer melk te kunnen produceren. Dit geeft minder ruimte voor vervanging en vereist dus een langere levensduur.
Voor levensduur is een nieuw doel gesteld. Namelijk dat in 2030 op 90% van de melkveebedrijven de melkkoeien gemiddeld minimaal een levensduur hebben die gelijk is aan het sectorgemiddelde in 2018. “We willen dat bereiken door het motiveren van melkveehouders door verschillende partijen in de sector”, zegt Van Erven. “Er was geen reden om definitie en berekening van levensduur aan te passen.”
De levensduur bij afvoer van een melkveebedrijf is de indicator voor duurzaamheid van de veestapel. De Duurzame Zuivelketen hanteert de gemiddelde leeftijd van dieren die voor de slacht weggaan of die zijn gestorven op het bedrijf. Verkoop van jongvee of koeien die niet voor de slacht weggaan vallen hierbuiten. “We zien een grote spreiding in levensduur tussen bedrijven en dat laat zien dat er verbetering mogelijk is”, stelt Van Erven, die de drie belangrijkste redenen geeft van vervroegde afvoer: verminderde vruchtbaarheid, klauw- en uiergezondheidsproblemen. “Het ligt dan ook voor de hand dat veehouders samen met hun dierenarts en andere adviseurs werken aan verbeteren van de koegezondheid om de levensduur te verlengen”, zegt Van Erven. “Verbeteren van de jongveeopfok en verlagen van het veevervangingspercentage helpen ook, net als gerichte fokkerij op levensduur.”
Levensduur nog niet tussen de oren
De economisch optimale vervangingsleeftijd van koeien ligt veel hoger dan het moment waarop koeien nu worden afgevoerd. “Daarmee laten veehouders veel geld liggen”, zegt Willem van Laarhoven van Valacon. “Pas na vijf lactaties bereikt een koe de top van haar productie. Uit onderzoek blijkt dan ook dat de optimale economische gebruiksduur 8 tot 9 jaar is. Dan praten we over koeien die 10 tot 11 jaar oud worden.” Veehouders die oudere koeien melken, hebben ook minder jongvee nodig en kunnen de veevervanging volgens Van Laarhoven verlagen naar 10% tot 15%.
Van Laarhoven is initiatiefnemer van het project Geef ze de vijf. Met dit project stimuleert hij melkveehouders via studiegroepen en een online platform om koeien minimaal vijf lactaties mee te laten gaan. De eerste pilotgroep bestaat uit melkveehouders van Royal Bel Leerdammer die zich hard wil maken voor een langere levensduur van de veestapel. Mengvoerbedrijf CAV Den Ham is het eerste mengvoerbedrijf dat zich actief gaat inzetten voor de levensduur van de veestapel.
‘Na doorrekenen verandert de mindset’
“Gemiddeld haalt maar 17% van de koeien vijf lactaties, dus er moet nog heel wat gebeuren om oudere koeien te melken. Meer resultaat boeken in levensduur van koeien gaan we alleen realiseren als veehouders hiertoe gemotiveerd zijn”, beweert Van Laarhoven stellig. “Levensduur zit nog niet in de mindset van veehouders en hun adviseurs. Maar dat verandert als wij voorrekenen hoeveel oudere koeien financieel opleveren, want het gaat om heel grote bedragen.”
Als een bedrijf met 100 koeien de gemiddelde leeftijd van de veestapel verhoogt van vier naar vijf jaar, is het extra rendement van de veestapel over de gehele levensduur € 328.720 ofwel ongeveer € 56.000 extra per jaar. Dat blijkt uit berekeningen van Valacon (zie tabel Extra rendement bij verhoging levensduur koeien). De koeien produceren meer melk en veehouders maken hun bedrijfsvoering efficiënter.
“Als koeien eenmaal vijf lactaties halen, kunnen ze vaak nog langer door tot het moment dat ze niet meer drachtig worden”, zegt Van Laarhoven. Levensduur wordt ook bepaald door genetica, want er is een duidelijk verschil in aantal dochters van stieren dat na 72 maanden nog in productie is. “Als de fokkerij daadwerkelijk inzet op levensduur, kunnen we nog veel grotere sprongen voorwaarts maken”, vindt Van Laarhoven.