Doorgaan naar artikel

Lely Sphere staat in de startblokken

De verwachtingen over de Lely Sphere zijn hooggespannen maar toepassing in de praktijk laat nog op zich wachten. Het systeem lijkt breed inzetbaar, ook in bestaande stallen. Een betere mineralenbenutting moet de kosten drukken.

De Lely Sphere, het nieuwe systeem van Lely om ammoniak in melkveestallen te verlagen, kreeg recent een definitieve emissiefactor van 3,0 kilo ammoniak per plaats. Daarmee ligt die fors lager dan voor andere systemen, zoals emissiearme vloeren. Mede daardoor staat het systeem in de warme belangstelling. Zelfs partijen buiten de sector noemden de Sphere als oplossing voor het stikstofprobleem.

De Lely Sphere is een gecombineerd systeem met aangepaste roosters, mestrobot, kelderafzuiging en soort luchtwasser (zie kader). In de basis is het systeem op elk bedrijf te gebruiken maar er zijn wel een aantal restricties. Zo moet een stal een roostervloer met kelder hebben om ‘seperatiestrippen’ in te monteren en de stallucht van onderen af te zuigen. Een aantal emissiearme vloeren is te updaten. Verder is een afstortpunt voor de vaste mest nodig.

Ondanks de lage emissiefactor draait de Sphere pas op 25 melkveebedrijven. Lely had de ambitie om vorig jaar op een kleine 100 bedrijven te gaan proefdraaien. Daarvoor is een samenwerking aangegaan met FrieslandCampina en Rabobank. “Er hebben zo’n 600 veehouders op ingeschreven dus de belangstelling is groot”, vertelt verantwoordelijk productmanager Clemens Duijnisveld van Lely. Dat tot nu toe minder apparaten draaien, heeft te maken met de algemene onzekerheid als gevolg van de stikstofcrisis, moeilijkheden rondom vergunningverlening en wachten op innovatiesubsidies. “Er is € 1,2 miljard beschikbaar voor bewezen technieken. De sector wacht op wat er komen gaat. Het kan straks echt wel een boost geven aan de ontwikkeling.”

Duijnisveld verwacht bij groen licht zeker voor 400 bedrijven in twee jaar tijd te kunnen bouwen. In theorie kunnen ook andere bedrijven eenzelfde soort systeem op de markt brengen maar kopiëren is volgens hem heel lastig. “Er zitten in totaal 23 patenten op waarvan ook op specifieke onderdelen die nodig zijn om een goed werkend systeem te krijgen.”

Ook opbrengsten

De investering voor alleen het systeem worden voor een stal met 120 koeien geraamd op zo’n € 170.000 tot € 180.000, ofwel € 1.400 tot € 1.450 per plaats. Daar komen vaak kosten voor aanpassingen in de stal bij. Dat kan verschillen van enkele tienduizenden euro’s tot een veelvoud daarvan, zeker bij aanpassingen aan de put of fundatie. Ook kan extra mestopslag nodig zijn omdat het mestniveau in verband met de afzuiging nooit tot aan de roosters mag komen en spoelwater in de put. Verder zijn er jaarkosten voor energie en water.

Duijnisveld benadrukt dat een veehouder niet alleen naar de kosten, maar ook de opbrengsten moet kijken. Het maken van een eigen vloeibare kunstmest bespaart op de afzetkosten van mest en aankoop van kunstmest. Lely rekent met 20 tot 40% besparing op kosten voor kunstmest. “De Sphere heeft gevolgen voor het hele bemestingplan en benutting van eigen mineralen. Elk bedrijf en elk jaar is anders maar we doen meerjarig onderzoek om daar meer kennis over te krijgen.”

Lastig is dat bij begrotingen met prijzen voor mineralen moet worden gerekend, in een tijd dat prijzen nog alle kanten opgaan. Bovendien is de toepasbaarheid van eigen gewonnen kunstmest nog niet wettelijk geregeld. Het staat wel hoog op de (Brusselse) agenda.

Juridische onzekerheid

Een probleem voor alle bestaande en nieuwe emissiearme systemen momenteel is de juridische onzekerheid als gevolg van de stikstofcrisis, de uitspraak van de Raad van State en (onder andere in Noord-Brabant) de stilgelegde vergunningverlening. Wat betreft de juridische zekerheid wordt het systeem veel meer gemonitord dan bijvoorbeeld de emissiearme vloeren. Zodoende is er bewijslast voor de werking, wat het ‘Raad van State-proof’ zou moeten maken. “Realtime monitoren is de toekomst en dat gaat perfect met ons systeem”, is de overtuiging van Duijnisveld.

Een belangrijk praktisch aspect is dat de veehouder direct een melding krijgt als het proces niet optimaal verloopt. Dat gaat via het dashboard in het managementsysteem. Lely wil een stoplicht met 3 kleuren in de stal zodat visueel is te zien of het systeem optimaal functioneert. “Het blijft spannend als de eerste vergunningen worden afgegeven. Maar met de inzichten via het managementsysteem en onderbouwing hebben we er vertrouwen in.”

Mineralen benutten

Vanzelfsprekend is Lely overtuigd van de mogelijkheden van de Sphere. Maar het systeem wordt ook door adviseurs als potentieel goed toepasbaar gezien. “We kunnen er voor de nb-wet nog geen vergunningen op aanvragen maar verwachten wel meer potentie qua borging”, zegt Stefan van Summeren, senior adviseur bij Rombou. Voor toepassing in vergunningen is een zogenoemde ‘passende beoordeling’ nodig hoe het systeem in die specifieke situatie zorgt voor geen significante toename op het Natura2000-gebied.

Van Summeren zegt voorzichtig te zijn met economische plaatjes en het risico om ze te optimistisch te schetsen. “Om alleen ammoniak te reduceren is het een duur systeem. Voor veehouders die mineralen beter benutten en gebruiken als kunstmestvervanger rekent het al anders, net als er mogelijkheden zijn met subsidies.” Het verhaal wordt volgens hem ook anders als de Sphere de enige mogelijkheid is om te ontwikkelen.”

Ook Eric Pijnappels, projectleider bouw bij DLV Advies, is in de basis positief. “Sowieso is het heel goed dat de sector een systeem met een zeer lage emissiefactor erbij krijgt. Helaas geldt tot vandaag ook voor de Sphere onzekerheid over toepassing in de vergunningverlening. Een kritisch onderdeel is net als bij de andere systemen de roostervloer.”

Een specifiek voordeel noemt hij de brede toepasbaarheid. Pijnappels schat dat driekwart van de bedrijven ermee uit de voeten kan. Ook maakt de lage emissiefactor het systeem breed en flexibel toepasbaar.

De hogere jaarkosten vindt hij een nadeel. “Het is de vraag of veehouders de meerkosten krijgen terugverdiend via het bemestingvoordeel. Dat is lastig inschatten, ook omdat toekomstige prijzen voor kunstmest zeer onzeker zijn.” Combinaties met vergisting zijn volgens hem minder vanzelfsprekend omdat de mest niet dagvers uit de stal komt. Dat vraagt dus afgewogen keuzes.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin