Aan mij de eer om als nieuwe vaste columnist voor Melkvee100Plus te schrijven. Een schoen die mij past! Naast melkveehouder mag ik sinds vier jaar voorzitter zijn van de Nederlandse afdeling van de European Dairy Farmers (EDF).
De visie van EDF sluit zeker aan op de inhoud van Melkvee100Plus. Onafhankelijk en open denkend met de blik op de toekomst. EDF is een Europese club met 450 melkveehouders als lid. Door het onderling benchmarken van onze bedrijfseconomische cijfers krijg je een mooi inzicht in de ontwikkelingen en resultaten in de Europese melkveehouderij. Voor mij is het gezamenlijk vergelijken en uitdiepen van de cijfers altijd enorm inspirerend en motiverend om op mijn eigen bedrijf weer verder te optimaliseren en te ontwikkelen.
Al enkele jaren moet ik echter constateren dat de beste melkveehouders op dit moment vooral niet alleen in Nederland wonen maar eigenlijk verspreid over geheel Europa. Hoe de politiek zich ook beweegt, uiteindelijk is het de ondernemer die het resultaat voor 80% bepaald.
In de top10 van de beste bedrijven van de EDF staan ook bijna evenzoveel landen vertegenwoordigd. De top tien kent bedrijven variërend van 50 tot 2.000 koeien. Gemeenschappelijke deler van deze bedrijven is dat de motor ervan vol gas draait en dat de kastroom vervolgens slim wordt ingezet om het bedrijf nog sterker te maken.
De koe staat centraal; 7.000 kilo meetmelk uit bijna uitsluitend weidegras in Ierland tot meer dan 13.000 liter meetmelk uit TMR rantsoenen in Galicië in Spanje. De in het systeem passende koeien en voldoende koeien ter vervanging (beter te veel dan te weinig jongvee), zijn het begin van het vliegwiel. Vervolgens is het fingerspitzengefühl van de ondernemer dat ervoor zorgt of de koe 70 of 100% van haar genetische potentieel geeft.
Vergis je niet, de beste bedrijven zitten tegenwoordig boven de 15.000 kilo melk per koe. Dat zijn de uitzonderingen van nu maar de nieuwe standaard voor morgen. De ontwikkelingen staan niet stil ook al zal je dat denken in het vanuit kennisachterstand gevoerde politieke debat in Nederland.
Rijk leven en ook nog rijk sterven. Ja het kan als melkveehouder; misschien geldt deze regel ook wel voor iedere MKB’er. Kijk eens buiten de melkveehouderij naar een goede kruidenier of autohandelaar. Eerst het vliegwiel aan en dan gaan ze in het onroerend goed. De volgende generatie kan zich alvast in haar handen wrijven.
Naast de koe is het vergroten van het grondbezit hét middel om een melkveebedrijf generatiebestendig te maken. Kijkend naar de inflatie, rente en grondwaarde is grond al meer dan een eeuw een investering die meer opbrengt dan ze kost. Niet voor niets willen fondsen als ASR graag hun grondpositie uitbouwen. Grond is in Nederland duur, dat klopt. Maar dat is niet erg zolang het maar duurder wordt en het vliegwiel de koe volop draait.
Op grond kun je niet afschrijven, niet voor niets behandelden wij op onze laatste EDF-bijeenkomst fiscaliteit. Het melkveebedrijf van de toekomst heeft zijn structuur op orde om geld binnen de onderneming te houden.
Voor 70% van de melkveebedrijven blijft gelden dat naast stikstof, klimaat, bio, PlanetProof of wat dan ook, ‘het vliegwiel de koe op orde en de basis grond uitbreiden’. Dan kun je rijk leven en je bedrijf/vermogen warm doorgeven als melkveehouder. Zo’n gek beroep is het nog niet.