Billy, Liam en Mark Heffernan houden 450 koeien op 200 hectare grond in Caherleske (Ierland). Toen oudste zoon Liam in 2004 in het bedrijf kwam, was dat nog een typisch Iers gemengd bedrijf met 40 koeien, een paar honderd schapen, vleesvee en akkerbouw. Dat kabbelde al decennia lang zo voort, maar zou nooit voldoende inkomen kunnen opleveren voor 3 gezinnen. Liam: “We hebben toen een bedrijfseconomische analyse gemaakt. Wat bleek: zowel de schapen, het vleesvee als de akkerbouw kostte geld. Het melkvee trok alles recht.” De mannen kozen voor een rigoureus andere koers; volop inzetten op groei in het melkvee. 10 jaar geleden waren er 70 koeien. Nu 450.
Billy, Liam en Mark (niet op foto) Heffernan temidden van hun British Friesians. “Mooie vierkante koeien met vlees eraan.” Vruchtbaarheid is het nummer één criterium, gevolgd door gehaltes en daarna past productie. Die zit op 6.000 liter per koe bij 4,15% vet en 3,60% eiwit. Heffernan’s kostprijs lag in 2017 op 16,7 cent per liter. – Foto’s: Matthijs Verhagen
De stemming in Ierland is niet te vergelijken met die in Nederland. Krimpen kennen de Ieren niet. Bedrijven stonden decennialang praktisch stil. Sinds de afschaffing van het melkquotum kwamen er 300.000 koeien bij. Niet alleen het aantal melkkoeien per bedrijf groeit snel, de verwachting is dat zelfs het aantal melkveehouders groeit, van 18.000 nu richting 20.000 over enkele jaren. Vleesveehouders gaan melken, is de verwachting. Kleinere veehouders stoppen niet snel. Liever investeren ze bijvoorbeeld in een melkrobot en zoeken er dan een baan buitenshuis bij.
De melk gaat naar coöperatie Glanbia. De mannen beuren deze maand 29 cent per liter, plus momenteel een toeslag van 2 cent vanwege het zeer natte voorjaar. Weidegang is de standaard in Ierland. Verwerkers betalen hiervoor geen toeslag. Heffernan’s kostprijs lag in 2017 op 16,7 cent per liter. Productie zit op 6.000 liter per koe bij 4,15% vet en 3,60% eiwit.
De veestapel groeide hard, maar toch volledig uit eigen aanfok en zonder gebruik te maken van gesekst sperma. Alle koeien zijn preventief geënt tegen IBR, BVD, lepto en salmonella. “Met onze aantallen willen we geen risico’s nemen.”
Opgeteld is er krap 200 hectare grond in gebruik. De huiskavel bestaat uit 95 hectare eigendom en 37 hectare 10-jarige pacht. Heffernan ondertunnelde een doorgaande weg waardoor nu alle percelen voor weidegang bereikbaar zijn. Ruim 61 hectare ligt verspreid over 2 locaties in de buurt. Dat zijn complete bedrijven die Heffernan pacht. Deze percelen en stallen zijn in gebruik om jongvee op uit te scharen en voor ruwvoerwinning. Omdat veehouders fiscaal gunstig kunnen verpachten is er volgens Heffernan voldoende aanbod van grond in de regio.
Heffernan investeerde vooral in infrastructuur om goed te kunnen weiden. Drinkbakken, afrastering, maar vooral kavelpaden. Omgerekend zo’n 1.000 euro per hectare. De hoofdpaden zijn liefst 7 meter breed, de zijtakken nog altijd 5 meter. Dat zorgt voor een vlotte doorstroming en weinig tijdverlies. Het verste perceel is dan ook 1,8 kilometer lopen. Langzame koeien zouden de kudde teveel ophouden, dat kost geld. Deze worden na het melken dan ook gesepareerd en achteraf op een klein perceel dichtbij geweid. Om de grasgroei en weidegang optimaal te krijgen werd er veel geïnvesteerd in de basis. De PH-waarde van de zware kleigrond werd met bekalken op peil gebracht. Grasland wordt in een achtjaars cyclus vernieuwd à 650 euro per hectare. Met bijna jaarrond weiden gaan de koeien ook onder natte omstandigheden weleens de wei in. Elk blok beschikt over meerdere ingangen, om te voorkomen dat de koeien telkens één hoek kapotlopen.
Kurk onder de groei is het graslandmanagement. Over de laatste 10 jaar steeg de productie in kilogrammen droge stof per hectare met 50%. Vorig jaar haalden de mannen 19 ton drogestof van een hectare. “Dat was incidenteel, vanwege een uitmuntend groeiseizoen”, relativeren de ondernemers. Ook voor de regio is dat extreem veel, hoewel het klimaat zich perfect leent voor gras.
Het witte planbord in het tanklokaal is het hart van het bedrijf. Minimaal wekelijks meten de mannen de grasgroei op álle percelen. Afknippen, wegen en omrekenen naar kilo’s drogestof per hectare. Er is perfect realtime in beeld waar hoeveel gras staat en of dat meer danwel minder is dan geraamd. De mannen sturen hier continu op. Komt er een dip in de groei aan, dan kan de krachtvoergift íetsje omhoog. Groeit het gras harder, dan worden er blokken weggepakt om in te kuilen. Zo is er jaarrond gras beschikbaar. Liam: “De koeien gaan erin als er 1.300 à 1.400 kilo drogestof op stam staat. Dat geeft 2 extra snedes op jaarbasis. Na 36 uur gaan de koeien eruit en strooien we kunstmest. Spot on.” De koeien liepen vorig jaar 290 dagen buiten.
Bijna melktijd. De wachtruimte is niet overdekt.
Zoon Liam maakt de melkstal nat, voorafgaand aan het melken. Op het bedrijf met 450 koeien is geen vreemde arbeid. Uitzondering is de genoemde afkalfperiode. Ook KI en landwerk doen ze zelf. De loonwerker komt alleen om gras te hakselen.
Afwisselend 2 van de vennoten melken altijd samen. ’s Ochtends duurt dat 2,5 uur, ’s middags een kwartier korter. De koeien staan intussen klaar in de grote wachtruimte buiten.
De melkstal is vrij open en niet geïsoleerd. Strenge winters komen dan ook nauwelijks voor.
De 2×26 stand rapid-exit-melkstal is van de lokale fabrikant Dairymaster en voorzien van Voice-assist, dat de melker erop wijst als attentiekoeien de melkstal betreden. Als Heffernan vooraf had geweten dat het bedrijf zo zou groeien, hadden ze destijds een draaimelkstal gekocht.
Huisvesting is gebouwd tegen lage kosten. Niet geïsoleerd, zeer simpel en geen eisen voor emissie-beperking.
De tussenkalftijd zit op 370 dagen. 85 à 90% van alle koeien kalft in een periode van 6 weken in het vroege voorjaar, waarvan driekwart in februari. In ploegendienst en met een tijdelijke werknemer zetten de veehouders deze drukke periode rond. Vader doet zelf nog veel nachtdiensten. Na het kalven kunnen de koeien dan direct de wei in en kan het seizoen beginnen. “Vroeg weiden is het geheim”, zegt Liam Heffernan. “Dan zit de groei er meteen in, we streven de blokken gras 10 keer te weiden.”. In januari staat de hele veestapel droog en dat scheelt in de voerkosten. Het hoognodige aan gras wordt ingekuild. Mais ziet Heffernan als te duur en het geeft extra werk.
Koeien krijgen maximaal 500 tot 600 kilo krachtvoer op jaarbasis. Dat varieert van 1 tot 3 kilo dagelijks en hangt af van de grasgroei.
Mechanisatie beperkt zich tot het hoog nodige. Een grote veewagen, kleine voermengwagen, kunstmeststrooier, gedragen achtermaaier en zeselements schudder. De laag mos op de toch slechts 10 jaar oude mesttank verraadt dat deze de hogedrukreiniger nog nooit van dichtbij gezien heeft. De ketsplaat is nog altijd de standaard, maar gaat nu ook in Ierland in de ban vanwege EU-eisen. Bovengronds uitrijden van mest mag de komende jaren alleen nog van 15 februari tot 1 juli. De rest van het jaar moet het emissie-arm. Forse subsidies moeten veehouders er toe bewegen om te investeren in emissie-arme techniek.
Enige beperking die de Ieren nu hebben is een eis voor grondgebondenheid. Met derogatie maximaal 2,9 GVE per hectare, anders 2,6 GVE. Heffernan zit op 2,75 GVE per hectare. Billy Heffernan besluit: “We hadden nooit voorzien dat we nu 450 koeien zouden melken. Nu sluit ik 1.000 koeien in de toekomst niet uit.”