Doorgaan naar artikel

‘Extensief melkveebedrijf in zwaar weer’

Een gemiddelde extensief melkveebedrijf realiseert bij een melkprijs van 35,5 cent nog maar een kasstroom van zo’n €35.000. Dat is maar net genoeg om de gezinsuitgaven te betalen en er blijft maar weinig over om af te lossen of te reserveren.

Dat blijkt uit een verkende studie naar de toekomstperspectieven van extensieve melkveebedrijven door zelfstandig bedrijfsadviseur Kees Water (Ekopart).

Gangbaar bedrijf met 75 koeien en 50 hectare

Water baseert zich op de gemiddelde boekhoudresultaten 2013 van 55 extensieve melkveebedrijven. Dit gemiddelde bedrijf telde 75 melkkoeien, 50 hectare land en produceerde 600.000 kilo melk. De melkprijs, voerprijzen en de te verwachten GLB-premie’s zijn geactualiseerd. Mogelijke extra kosten voor de verwerving van fosfaatrechten zijn nog niet meegenomen.

Stilstaan geen optie

Met een melkprijs van 35,5 cent (inclusief btw) komt het gemiddelde extensieve melkveebedrijf uit op een kasstroom van €35.000. Hieruit concludeert Water dat extensieve bedrijven in zwaar weer zijn gekomen. Stilstaan lijkt hierbij volgens hem geen optie. Hij rekende twee varianten van te nemen maatregelen door. Intensiveren of omschakelen naar een biologische bedrijfsvoering, al dan niet in combinatie met een groeiperspectief.

Scenario 1: gangbaar met 87 koeien en 50 hectare

Bij een gangbare intensivering van 75 naar 87 melkkoeien, waarbij de melkproductie per koe met 10 procent stijgt, stijgt de kasstroom met €25.000. Hierbij is uitgegaan van een investering in 12 extra koeplaatsen.

Scenario 2: biologisch met 75 koeien en 50 hectare

Bij een omschakeling naar een biologische bedrijfsvoering met behoud van 75 melkkoeien, met een melkproductie van 7.000 kilo per koe, stijgt de kasstroom met €20.000. Hier valt op dat met name de kosten voor biologische ruwvoer (30 cent per kVEM) aanzienlijk zijn.

Scenario 3: biologisch met 75 koeien en 62 hectare

Een biologische bedrijfsvoering die in eigen ruwvoer kan voorzien, biedt vanzelfsprekend meer zekerheid. Daarom rekende Water nog een variant door voor een biologische bedrijfsvoering waarbij het bedrijf kans heeft om 12 hectare beheersland in de omgeving te pachten.

In de praktijk blijkt dat een dergelijke kans in de omgeving de kans op omschakeling vergroot. Anderzijds blijkt ook dat het voornemen voor omschakeling naar een biologische bedrijfsvoering de kans op verwerven van beheersgrond vergroot.

Met de extra beheersgrond komt het totaal areaal van het bedrijf uit op 62 hectare voor 75 melkkoeien. Hiermee wordt het bedrijf bijna zelfvoorzienend wat betreft ruwvoer. Afhankelijk van de pacht (€500 per hectare), inclusief GLB-hectaretoeslagen, levert dit jaarlijks zo’n €4.000 extra op.

Scenario 4: biologisch met 87 koeien en 62 hectare

Ook kan het biologische bedrijf ervoor kiezen om met de 12 hectare beheersland net zoveel koeien, namelijk 87 stuks, als het gangbaar geïntensiveerde bedrijf te melken. In dat geval blijft het bedrijf wel afhankelijk van ruwvoeraankoop en de daarmee gepaard gaande hoge kosten. In dit vierde scenario neemt het bedrijfsresultaat echter nog maar licht toe.

Als er ruimte in de stal beschikbaar is kan de financiële jaarlast van het tweede en vierde scenario beperkt worden met zo’n €4.800 voor rente en aflossing per extra koeplaats.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin