Wanneer blijf je boer? Simpel: als je groter bent dan gemiddeld én technisch beter draait dan gemiddeld én iets meer beurt dan gemiddeld én minder financieringslasten hebt dan gemiddeld én de privéuitgaven in bedwang houdt én gestaag groeit. Helaas zit lang niet iedereen in zo’n positie.
Waar moet je dan op sturen om daar te komen? Vertel daarvoor eerst welk werk je het liefst uitbesteedt, maar waarvoor nu de middelen ontbreken. Dat zijn vaak de punten waar makkelijk geld wegvloeit uit het bedrijf.
Bij velen is dat het financiële beheer. Heeft u al overwogen de rente voor vijf jaar vast te zetten nu de rentestructuur op zijn kop staat? Vijf jaar vast is zeker niet duurder dan variabel. Op dit prijsniveau biedt dat wel vijf jaar rust.
Sturen op liquiditeit is in de vrije markt een must. Slechts weinigen beheersen dat kunstje. Terwijl het niets meer of minder is dan optellen van alle te verwachten ontvangsten en uitgaven in een bepaalde periode, bepalen wat de lopende rekening gaat doen.
Belangrijker is het kennen van het break-evenpunt van het bedrijf en de marginale kostprijs van de laatste – extra – liters. Dat bepaalt welke productie het optimaalst is onder de huidige melkprijs en die in de aankomende periode. Zeg eens eerlijk: kent u die getallen? En heeft u al een strategie bepaald voor een prijsdal dat eens komt? Wordt het dan dieren afstoten, krachtvoergift afknijpen, jongvee afstoten of blijft u stoïcijns doormelken en streven naar de hoogste productie per koe zoals in het melkquotatijdperk?
Aan verbetering van de technische resultaten, zeg voor gemak het vakmanschap, besteden veehouders veel aandacht. Maar gebeurt dat wel gericht en planmatig? Om de twee jaar een midweekcursus in Oenkerk zou wonderen kunnen doen voor veehouders die minder draaien dan gemiddeld.
Tot slot de prijzen. Ja, veehouders zijn prijsnemers, ze hebben geen rechtstreekse invloed op het prijspeil. Wel op de hoogte van toeslagen en inhoudingen. Houd je afzetkanaal eens tegen het licht. Structureel een paar tientjes meer per kalf of slachtkoe is een paar mille per jaar, genoeg om de boodschappen van te kunnen doen. De Fin in de buitenlandreportage in dit nummer stapte over van melkfabriek, van de grote coöperatie Valio naar een regionale toetjesproducent en pakt daar 2,5 cent per liter of € 150.000 per jaar mee.
Dat is niet voor iedereen weggelegd. Houd daarom je bedrijf eens kritisch tegen het licht. Hard werken kan leuk zijn, maar veel verdienen is leuker.