Jonge melkveehouders willen graag bijdragen aan oplossingen voor de sector, maar daar hebben ze wel hulp bij nodig. Die oproep deed NAJK-melkveebestuurder Marije Klever van het NAJK aan de nieuwe leden van de landbouwcommissie van de Tweede Kamer.
Klever benadrukt daarbij dat melkveehouders vanuit hun ondernemerschap ieder op zijn eigen manier een bijdrage willen leveren. De een door duurzame energie op te wekken, de ander door extra aandacht voor biodiversiteit en weer een ander door samenwerking met akkerbouw of door extensivering van het bedrijf.
“Daarbij zien we melkwinning wel als basis voor de broodwinning. Het mag niet zo zijn dat de kostprijs voor de Nederlandse melk zo hoog wordt dat het op de internationale markt niet meer verhandelbaar is”, vindt Klever.
Toekomstvisie
In de toekomstvisie die NAJK Melkveehouderij heeft opgesteld gaat de organisatie ervan uit dat de waarde van bedrijven in de toekomst nog verder zal stijgen, onder andere vanwege stijgende grondprijzen. Toch gaan ze ervan uit dat er voldoende bedrijfsopvolgers zijn en dat het ook voor mensen buiten de familie mogelijk is om bedrijven over te nemen, mede door goede ondersteuning van bedrijfsovername.
Diversiteit in de melkveehouderij
De organisatie wil vooral dat er mogelijkheid blijft voor diversiteit in de melkveehouderij. “Het melkveehouderijbedrijf in 2050 is groot en klein, gangbaar en biologisch en alles ertussen. Alle bedrijven moeten de ruimte krijgen om verder te ontwikkelen”, vindt de organisatie in de toekomstvisie voor 2050. Beschikbaarheid van grond is daarbij essentieel vanwege de ruwvoerbehoefte.
NAJK vindt het belangrijk dat bedrijven blijven verduurzamen. Maatregelen die niet direct de melkveehouderij verstreken, zoals weidevogels of extra biodiversteit, wil NAJK via vrijwillige allianties regelen, met een eigen verdienmodel.
Praatplaat
Klever overhandigde de nieuwe Kamerleden een praatplaat, om het gesprek aan te gaan met de nieuwe Kamerleden over de toekomst van de melkveehouderij. “Laten we de verdienmodellen samen oprichten. We kunnen bijdragen aan een oplossing, maar denk niet dat we het zelf kunnen oplossen. We willen graag samenwerken”, aldus Klever.