Regelgeving dwong de familie Bootsma in Tzum (Fr.) om andere keuzes te maken. “Veranderde wetgeving maakt het ondernemen niet eenvoudig. Aankoop van extra fosfaatrechten en grond remt de ontwikkeling van ons bedrijf”, zegt Auke Bootsma.
Wat direct opvalt in de oude ligboxenstal van vof Bootsma is de onbenutte ruimte. “Een groot deel van de boxen staat leeg, maar daar komt verandering in. We zijn bezig om het eigen jongvee weer op te fokken”, zegt Auke Bootsma, die in 2010 het bedrijf van zijn ouders met 180 melkkoeien overnam. Hij had toen al plannen om door te groeien naar 500 koeien met bijbehorend jongvee. De geplande groei liep echter flinke vertraging op door de regelgeving over grondgebondenheid en door de introductie van fosfaatrechten.
In oktober 2014 begon de bouw van de nieuwe ligboxenstal met 420 ligboxen. Pas in de zomer van 2016 nam hij de nieuwe stal in gebruik, omdat de bouw tijdelijk op een laag pitje stond door nieuwe regels voor grondgebondenheid. “In ons bedrijfsplan en de financiering van de nieuwe stal hielden we rekening met aankoop van extra ruwvoer en mestafzet via VVO’s, niet met aankoop van extra grond. Door wijziging van de regels over grondgebondenheid hebben we in mei 2015 30 hectare extra grond in erfpacht aangekocht”, zegt Bootsma. Hij koos voor een stal die voldoet aan de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij, vanwege de fiscale voordelen. Maar ook vanwege de ruime maatvoering voor het koecomfort, waaraan de geïnstalleerde waterbedden ook bijdragen.
Veel fosfaatrechten gekocht
De onvoorziene introductie van fosfaatrechten bleek een forse rem op verdere ontwikkeling van het melkveebedrijf. In 2015 hadden de vennoten 10.700 kilo fosfaatrechten, dat was veel te weinig voor groei naar de gewenste omvang. “Om voldoende fosfaatrechten te houden voor ons melkvee, zijn we met veel tegenzin in 2016 gestopt met onze eigen jongveeopfok. Door de fosfaatwetgeving konden we de stal niet vol zetten, terwijl de financiering wel was gebaseerd op groei van de melkproductie van 1,8 miljoen liter naar 4 miljoen liter melk.”
Desondanks bleef de vof zo veel mogelijk sturen op veel koeien om steeds goed uit te komen bij het vaststellen van nieuwe referenties. “Om niet te veel melk te produceren in verhouding tot de fosfaatrechten stuurden we op een lagere melkproductie per koe met minder krachtvoer.” Ondanks de regelgeving kon de vof door strategische keuzes groeien in het aantal koeien. In 2016 kocht Bootsma 4.500 kilo fosfaatrechten, in 2017 nog eens 2.500 kilo en in 2019 is gekozen om 2.000 kilo fosfaatrechten te leasen. De afgelopen drie jaar groeide het bedrijf door naar 460 melk- en kalfkoeien.
Intensief bedrijf
De vennoten melken op dit moment 3,6 miljoen liter melk op 107 hectare. Het bedrijf is met 34.000 liter melk per hectare intensief. Daarom heeft Bootsma bij de bouw van de stal rekening gehouden met eventueel eigen mestverwerking. “De stal heeft dichte vloeren met aan het eind mestopvang, die buiten de stal is doorgetrokken. De mestputten zijn ook van elkaar gescheiden met schotten. Buiten boven de mestopvang kunnen we installaties neerzetten voor mestverwerking. Nu is het niet aantrekkelijk om erin te investeren, maar we denken er wel over na, omdat het veel scheelt in mestafzet- en kunstmestkosten.”
Bootsma heeft zijn cijfers goed in beeld. Hij neemt deel aan meerdere bedrijfseconomische studieclubs. “We sturen op een lage kostprijs. Het landwerk doen we grotendeels zelf om ons machinepark goed te benutten en het is een leuke afwisseling voor onze medewerkers. Onder andere het mest uitrijden met de sleepslang met extra water erbij is uitbesteed.”
De vof houdt ook de totale voerkosten, inclusief ruwvoer, met € 11 per 100 kilo melk in toom. “Extra liters door krachtvoer is in onze situatie niet interessant.” Het basisrantsoen bestaat uit graskuil, perspulp, aardappelpersvezels, maismeel en soja-raap. De nieuwmelkte koeien krijgen tot 80 dagen in lactatie opstartbrok, daarna is de gift afhankelijk van melkgift. “We hebben geen aparte groepen, alle vee krijgt hetzelfde basisrantsoen”, zegt Bootsma, die voert met een RMA-zelfrijder met frees. In zijn 40-stands binnendraaimelkstal verstrekt hij de twee krachtvoersoorten. Op 86 hectare huiskavel is weidegang goed mogelijk. “Deze grond ligt gedeeltelijk tussen ons bedrijf en het dorp. Vanuit het dorp krijgen we positieve reacties op de koeien in de wei.”
Verder optimaliseren
Bootsma wil het bedrijf verder optimaliseren. Hij wil de kwaliteit van het grasland verbeteren, onder andere door niet te zware snedes te maaien want dat levert meer VEM en RE op. Voor een betere conservering wordt ecosyl toegevoegd aan de graskuil. Het bedrijf is niet zelfvoorzienend in ruwvoer en koopt veel graskuil aan en slaat deze op in sleufsilo’s.
Momenteel begint Bootsma weer met eigen jongveeopfok in de oude ligboxenstal. “Fosfaatrechten voor ons eigen jongvee hebben we pas in 2021 nodig.” Na het afstoten van de jongveeopfok in 2016, kochten we vaarzen uit Duitsland. Omdat die vooral vererven op productie en minder op gehaltes, is dat ook een reden voor eigen opfok met andere stierkeuzes. “We sturen in stierkeuze op 5% melkvet en 4% eiwit in de melk, dat levert bedrijfseconomisch op een lagekostenbedrijf de beste resultaten.”
Omdat de vennoten hun koeien lang blijven melken, is de tussenkalftijd met 460 dagen nu te hoog. “Dat willen we verlagen naar 400 dagen. Dat is al 3 liter per koe per dag extra, op 400 koeien is dat veel winst.” Bootsma werkt met tochtdetectie via stappentellers en gaat actief met CRV aan de slag door koeien te scannen op dracht. “Dit is een aandachtspunt. Daarnaast is er meer haalbaar in de verhoging van de melkproductie.”
Omdat de Friese veehouder op de dichte vloer meer infectiedruk opmerkt, plaatst hij voetbaden en laat hij regelmatig de klauwen bekappen om het probleem te verminderen.
Strategisch ondernemen
“Ik haal veel plezier uit het nadenken over strategische bedrijfsbeslissingen”, vertelt Bootsma, “Op een gezinsbedrijf met 460 koeien is het belangrijk om een betrouwbaar team te hebben.” Bootsma is positief gestemd over de toekomst. “Het aantal stuks vee in Nederland daalt, waardoor ruwvoer en mestafzet goedkoper worden. Ook komt er binnen enkele jaren meer ruimte voor ondernemerschap.”
Auke (37) en Welmoed (34) Bootsma melken in Tzum (Fr.) in VOF 460 koeien. Er is 107 hectare grond in gebruik, waarvan 54 hectare eigendom. De grond bestaat voor 100% uit grasland. Bootsma past op 30 hectare erfpacht natuurbeheer toe. Het rollend jaargemiddelde is 8.500 kg melk met 4,30% vet en 3,61% eiwit. FrieslandCampina neemt de melk af. Bootsma zet de arbeid rond met twee fulltime medewerkers en drie losse krachten.
Strategie: minimaal 400 koeien melken en het bijbehorende jongvee weer zelf opfokken. De vennoten hebben veel geïnvesteerd in fosfaatrechten en extra grond en hadden het jongvee afgestoten. Ze zijn weer gestart met de eigen kalveropfok en streven naar een productie van 4 miljoen liter melk.