De rundveehouderij loopt achter op de varkens- en pluimveehouderij wat betreft de bouw van integraal duurzame stallen. Toch voldeed vorig jaar zo’n 12 procent van de professionele rundveestallen (melkvee, vleesvee en kalverhouderij) aan de hiervoor gestelde eisen. Dit blijkt uit onlangs gepubliceerde cijfers van de Stichting Milieukeur (SMK) per 1 januari 2014.
SMK gaat uit van meer dan 53.600 rundveebedrijven. Bij dit aantal zijn echter ook alle kleinere stallen geteld. Uitgaande van de reëlere schatting van zo’n 25.000 bedrijven, staat de teller per 2014 op 12 procent integraal duurzame rundveestallen (ruim 3.100 bedrijven).
Opvallend is dat hierbij de biologische bedrijven de boventoon voeren. In de pluimvee- en varkenshouderij is dat niet zo.
Van de ruim 3.100 integraal duurzame rundveestallen zijn er 1.290 biologisch. Daarna komen de MDV-stallen (maatlat duurzame veehouderij). Deze groep is goed voor 3,6 procent van het totale aantal professionele rundveebedrijven, ofwel ruim 890 stuks. Bijna 690 stallen (2,7 procent) voldoen aan de Beter Leven-eisen. Aan de eisen voor de Regeling LNV-subsidies voldoen bijna 280 bedrijven; dat is 1,3 procent.
Integraal duurzame rundveestallen zijn goed voor bijna 13 procent van het totale aantal rundveeplaatsen, ofwel ruim 420.000 van de bijna 3,3 miljoen veeplaatsen.
Over de ontwikkeling in het nu voorbije jaar heeft SMK geen actuelere gegevens.
Beheer
WP Admin
Bewerk bericht