Doorgaan naar artikel

Grote fokkerijbedrijven financieel onder druk

Wie zijn de big boys in de wereldwijde melkveefokkerij? Slechts een paar bedrijven geven de toon aan en de onderlinge concurrentie is hevig. Genomic selectie brengt snellere genetische vooruitgang, maar zet de winsten onder druk. Volgens experts staan fusies en overnames voor de deur.

Op ons lijstje met de grootste en meest invloedrijke rundveefokkerij-organisaties ter wereld, prijkt het Amerikaanse ABS Global bovenaan, het Canadese Semex op nummer twee en volgen CRV op de derde en Alta Genetics op de vierde plaats. Twee Nederlandse namen die Hollands Glorie vertegenwoordigen in de wereldwijde fokkerij van melkvee. En zo hoort het ook.

Het was de illustere Sunny Boy die Nederland in de jaren negentig terugbracht in de wereldtop. Nederland is sindsdien na de VS en Canada de nummer drie op het lijstje van toonaangevende foklanden. Op Sunny Boys tiende verjaardag, in mei 1995, stond de teller op 1,8 miljoen doses sperma, één miljoen nakomelingen en ƒ54 miljoen verdienste voor Zuid Oost Genetics.

Net zoals fokker Minne Blanksma goed geld verdiende aan zijn topper gaat dat op voor meer fokkers die het geluk hebben een topstier te kunnen leveren. Het tekent het open karakter van de rundveefokkerij, compleet anders dan de fokkerijwereld voor varkens en pluimvee. In die sectoren zijn de topgenetica in handen van drie grote wereldspelers – waarvan Topigs Norsvin een coöperatie is – en ‘gewone boerenfokkers’ krijgen daar geen vinger meer achter.

Wereldmarkt

De omvang van de wereldmarkt voor stierensperma is alleen bij benadering aan te geven. Volgens publicaties op basis van USDA-cijfers is het Amerikaanse aandeel in de wereldmarkt voor rundersperma zo’n 32%. Amerika en Canada samen zijn goed voor 57% van de wereldwijde handel. Vorig jaar exporteerde de VS 19 miljoen doses sperma voor melkvee met een waarde van $ 142 miljoen naar landen over de hele wereld. Dan zou de totale markt goed zijn voor $ 443 miljoen. In gemiddelde jaren zal het eerder $ 500 miljoen zijn, want 2016 was een slecht jaar met een dip van 9% als gevolg van slechte melkprijzen. De interne Amerikaanse markt was in 2016 goed voor 22 miljoen doses stierensperma. Het grootste deel daarvan, 19 miljoen, betrof Holstein-sperma.

Maar de totale markt waarin deze bedrijven opereren is veel groter, want ze hebben ieder een reeks buitenlandse vestigingen in de werelddelen waar ze opereren, vestigingen met stieren en vrouwelijk fokvee, waar sperma en embryo’s worden geproduceerd en verkocht. En wat lokaal wordt verkocht is geen onderdeel van exportcijfers. Zo heeft CRV in twaalf landen lokale vestigingen.

Marktaandelen schatten

Verkoopcijfers van stierensperma en embryo’s worden angstvallig afgeschermd en zijn niet uit jaarverslagen te halen. Voor een inschatting van de rangschikking moeten wij afgaan op wat fokkerijexperts weten over de verhoudingen in het wereldje. CRV wil alleen vertellen dat het bedrijf vorig jaar een omzet van € 170 miljoen boekte uit alle activiteiten samen. Daarvan komt pakweg de helft, zo’n € 80 miljoen, uit genetisch materiaal, de rest uit informatieproducten en dienstverlening. Alta Genetics meldde in 2006 een verkoop van 320.000 rietjes in Nederland, goed voor 14% marktaandeel en een wereldwijde verkoop van 6 miljoen rietjes. In 2010 heeft het bedrijf het over 10 miljoen rietjes.

Mooie cijfers over marktaandelen zoals Het Canadian Dairy Network (CDN) die jaarlijks uitbrengt, zouden we van elk melkveeland wel willen zien. Het CDN gebruikt cijfers van de vadergegevens van vaarzen die in het laatste jaar aan de melk komen. In 2016 was Semex goed voor 53% van de Canadese thuismarkt, gevolgd door Select Sires Genervations (21%), Alta Genetics (8,6%) en ABS Global (8%). CRV doet met 0,3% kennelijk niet zoveel in de Canadese markt. Net over de grens in de VS zal de rangschikking er compleet anders uitzien, met ABS bovenaan en vervolgens Select Sires, Genex CRI en Alta, maar heldere cijfers zoals de Canadese zijn daarover niet te vinden.

ABS, Semex en Select Sires zijn groot in Noord- en Zuid-Amerika en in Azië, maar komen in Europa niet in de top vijf of top tien voor. Hier staat CRV met overmacht op één, gevolgd door het Scandinavische Viking Genetics, Evolution en Diffusion (beide Frans) en het Duitse Masterrind.

Genomicstieren hollen marge uit

In de thuismarkt Nederland is CRV zoals bekend oppermachtig, maar het marktaandeel is niet meer de 80% die de Nederlandse Mededingingsautoriteit in 2004 vaststelde. Het aandeel wordt nu ingeschat op 65%, maar CRV wil er zelf geen mededelingen over doen. KI Samen en KI Kampen zouden elk goed zijn voor 10% van de rietjesverkopen aan veehouders. De resterende 15% komt voor rekening van ondermeer Semex Holland (eigendom van Bles Dairy), Alta Genetics en enkele sperma-importeurs zoals GGI, Ingenieursbureau Heemskerk en Koole & Liebregts. Dit zou ook betekenen dat Alta in Nederland veel minder rietjes op de thuismarkt verkoopt dan in 2006 het geval was, maar het bedrijf reageert niet op vragen.

De onderlinge concurrentie in de fokkerijbranche is moordend en staat met de komst van Genomic selectie van jonge stieren in het teken van snelle veranderingen en aanpassingen. De kosten van Genomics geteste stieren zijn hoger, terwijl het sperma nauwelijks duurder verkocht kan worden. Het jaarverslag van Genus ABS vermeldt een veelzeggend staatje waarin de winstmarge per rietje duikelt van € 1,68 in 2012 naar € 0,80 per rietje in 2016. Behalve de langetermijntrend van hogere kosten door Genomics spelen daar in 2016 ook ongunstige wisselkoersverhoudingen een rol in. Om zich te onderscheiden en om kosten voor verwerving te drukken investeren de grote partijen veel geld in topkoeien om meer embryo’s in eigen beheer te produceren. Een veelzeggend voorbeeld is de exclusieve samenwerking tussen ABS en het topfokkersbedrijf De-Su in Iowa. De fokker van onder meer Balisto levert uitsluitend nog embryo’s en stieren aan ABS.

Fusies en overnames

Wellicht zijn het voortekenen van grotere veranderingen. “Gevoelsmatig zeg ik dat het zo niet heel lang door kan gaan”, zegt Jan Venneman, directeur van EFFAB, de Europese brancheorganisatie voor de veefokkerijsector. “Maar ik heb in het verleden wel vaker gezegd dat de fokkerij er over tien jaar heel anders uit zal zien. Dat is tot nu toe niet uitgekomen”, lacht hij. Venneman werkte eerder voor Veepro Holland en CRV in internationale functies. “Het open karakter van de rundveefokkerij maakt dat de bedrijven zich moeilijk van elkaar kunnen onderscheiden. Het zijn allemaal supermarkten met een groot assortiment en lage verkoopmarges”, zegt Venneman.

In zo’n markt zoekt men elkaar vaak op voor samenwerking en staan fusies en overnames voor de deur tot er enkele heel groten over zijn. Alta Genetics en CRV werken op de Amerikaanse markt al samen met een gezamenlijk fokprogramma. Het kan in de rundveefokkerij ook de kant uitgaan van gesloten fokkerij, zoals bij pluimvee en varkens al het geval is. Dan ontstaan bedrijven die zich onderscheiden met exclusieve embryo’s of vaarzen die veehouders als gebruiksdieren kopen en waarmee ze niet, of nog slechts van bovenaf gestuurd, mee verder mogen fokken.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin