De uitbraak van blauwtong heeft grote gevolgen. Mogelijk is het virus al wijd verspreid en tegen dit type bestaat nog geen vaccin. De rundvee-export wordt direct hard geraakt.
Na meer dan tien jaar is er opnieuw blauwtong in Nederland. Het gaat om een ander type dan bij de vorige uitbraak in 2006, waarvan de nasleep tot 2012 duurde. Hoe het virus (hoogstwaarschijnlijk het zogenoemde serotype 3) in Nederland is gekomen, is onbekend.
De gevolgen worden wel steeds duidelijker. Omdat het virus vermoedelijk al een tijdje rondwaart en het bij runderen niet altijd goed te zien is, zijn er al veel bedrijven besmet. Eind vorige week stond de teller op 44. Besmettingen waren toen formeel vastgesteld op 14 rundveebedrijven en 30 schapenbedrijven. Dat aantal zal nog toenemen. De eerste vaststellingen waren in het midden van het land. Het verspreidingsgebied wordt ook groter naarmate er meer besmettingen aan het licht komen.
De besmette dieren vertonen algehele ziekteverschijnselen, kreupelheid en afwijkingen in de mond en soms ook verkleuringen van de tong. Royal GD (Gezondheidsdienst voor Dieren) meldt dat op bedrijven ook ernstig zieke dieren waren en dat ook sterfte onder schapen is voorgekomen.
Een vaccin is nog niet beschikbaar. Volgens specialisten van Wageningen UR hoeft de ontwikkeling daarvan niet heel lang te duren. “In principe is de weg geplaveid om een vergelijkbaar vaccin te maken, zoals voor serotype 8 is gedaan”, zegt men daar. Maar zover is het nog niet (zie kader).
Export
De besmetting met blauwtong heeft forse gevolgen voor de export van fokvee en fokmateriaal. Voor export moet voor de dieren een negatieve test kunnen worden getoond, of ze moeten aantoonbaar zestig dagen in een insectenwerende omgeving zijn gehouden.
Nederland raakte direct de blauwtongvrije status kwijt, waardoor binnen en buiten de EU extra eisen aan de export van vee worden gesteld. Afgelopen jaar werden er volgens Vee & Logistiek 6.200 runderen buiten de EU afgezet en 67.000 binnen de EU. Van die 67.000 is het overgrote deel vleeskalveren met een leeftijd van 12 tot 13 weken.
Volgens Lianne van Dongen, veterinair directeur bij Vee & Logistiek Nederland zijn de transporten binnen Europa straks nog wel allemaal mogelijk. Voor de afzet binnen de EU geldt in elk geval dat runderen met insecticiden worden behandeld om vervolgens vectorvrij opgesteld te worden. Na veertien dagen quarantaine volgt een test, waarna alleen met een negatieve PCR-uitslag transport mogelijk is.
Uitzonderingen bieden lucht
Een aantal EU-landen hanteert derogaties. Dergelijke uitzonderingen bieden de markt in ieder geval lucht. Moeten kalveren in Nederland blijven, dan zet dat onvermijdelijk druk op de afzetmogelijkheden en prijzen. Wel worden er aanvullende eisen gesteld, stelt Van Dongen: “We inventariseren per land de exportcertificaten en de aanvullende eisen. Buiten de EU kan dat bijvoorbeeld vaccinatie zijn, dat is op korte termijn nog niet mogelijk.”
Voor exporteurs hangt volgens Van Dongen veel af van de vectorvrije huisvesting: “Het ministerie van LNV werkt nu aan vernieuwde eisen, zoals een geventileerde stal, afsluiting van openingen met fijnmazig gaas en behandeling van stal en vee met insecticiden. Ik vermoed dat daar ook nog knuttenvallen en – tellingen bij komen. Daar zal de NVWA op gaan controleren. We zetten er ons als brancheorganisatie voor in dat stallen zo snel mogelijk vectorvrije quarantaine kunnen gaan draaien.”
Voor de export buiten Europa geldt dat het exportcertificaat per land wordt bekeken op aanvullende eisen met betrekking tot blauwtong. In sommige gevallen bevatten die vaccinaties. Dat is op korte termijn niet mogelijk.
Geen vervoersverbod
Opmerkelijk is eigenlijk dat er geen vervoersverboden ingesteld zijn, behalve dan voor besmette bedrijven zelf. Piet Vellema, oud GD-dierenarts en nu actief voor het Europese college voor gezondheidsmanagement kleine herkauwers is daar kritisch over: “Verspreiding had nu alleen voorkomen kunnen worden door tijdelijk een vervoersverbod in te stellen. In ieder geval totdat er meer duidelijk was over de spreiding van de bedrijven. Dan kun je na een aantal weken afschalen, zodra de verspreiding goed in beeld is. Zou de overheid en bedrijfsleven nu nog iets willen doen dan ben je al te laat, het verspreidingsgebied is al te groot.”